Bijlage no. 39.
Bijlage tot liet verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1920.
dat als oorzaak van de overschrijding der oorspron-
kelijke raming de volgende omstandigheden zijn te
noemen
1°. de noodzakelijke ophooging van het terrein
waarvoor een bedrag van 26,500.noodig ge
weest is en waarmede het grondvoorschot kan wor
den verhoogd
2°. het bouwen van een bergplaats achter iedere I
woning, zulks op verlangen van den Inspecteur van i
de volksgezondheid
3°. het schilderen van een gedeelte van het werk
dat eerst gebeitst zou worden
4°. de stijging van materiaalprijzen en loonen
dat het bouwen van een bergplaats achter de wo- I
ningen aan de bewoonbaarheid ten goede komt
dat het schilderen van een gedeelte van het werk, I
inplaats van behandeling met beits, ten goede zal I
komen aan het onderhoud der woningen en daardoor I
aanbeveling verdient
dat door het gereedkomen der 108 woningen in.l
den woningnood in deze gemeente wordt tegemoet- I
gekomen, in verband waarmede het wenschelijk is de I
gevraagde verhoogde voorschotten en bijdrage te ver- I
leenen
gelet op het advies der gezondheidscommissie, ge- I
geven bij schrijven van 26 April 1920,
alsmede op de bepalingen der Woningwet en van I
het Koninklijk besluit van 28 Juli 1902, Staatsblad I
no. 160, laatstelijk gewijzigd hij Koninklijk besluit I
van 14 Januari 1920, Staatsblad no. 18
gezien het voorstel van Burgemeester en Wet- I
houdersI
Besluit
I. ten behoeve van de verstrekking aan de wo- I
ningstichting „Patrimonium", als stichting uitsluitend I
in het belang van verbetering der volkshuisvesting I
werkzaam, toegelaten bij Koninklijk besluit van 27 I
Juli 1916, no. 6, aan te vragen uit 's Rijks kas:
1°. verhoogingen van de bij Koninklijk besluit van I
30 November 1918, no. 28, aan deze gemeente ver- I
leende voorschotten ad ƒ48 000.als grond- en
ƒ394000.als bouwvoorschot en wel tot bedragen
van onderscheidenlijk ƒ26500.en ƒ150000.— of t
zooveel minder als voor de voltooiing van het bouw-
plan minder noodig zal blijken;
2°. een zoo hoog mogelijke bijdrage in de betaling I
der annuïteit van de onder 1 genoemde verhoogde I
voorschotten
II. onder voorbehoud dat de gevraagde verhoogde I
voorschotten zullen worden verstrekt en onder voor- I
behoud dat en voor zoolang als de gevraagde ver- I
hoogde bijdrage zal worden verkregen, aan de wo- I
ningstichting „Patrimonium" ter tegemoetkoming in I
de door haar aan te wenden kosten voor de voltooiing I
van haar bouwplan ten behoeve van de volkshuisves- I
ting, bestaande in den bouw van 108 arbeiderswonin- I
gen en 1 werkplaats op een terrein aan den weg I
Achter de Hoven, verhoogingen van de bij raadsbe- I
sluit dd. 23 Juli 1918, no. 309 R/169 toegestane voor- I
schotten ad 48000.als grond- en ƒ394000.— als I
bouwvoorschot te verleenen en wel tot bedragen van I
onderscheidenlijk 26500.— en ƒ150000.
en een verhooging van de bij voormeld raadsbesluit
toegezegde bijdrage van ten hoogste ƒ12000.toe
te kennen tot een bedrag van ten hoogste ƒ7000.— 1
in totaal alzoo 19000.welke bijdrage zal vermin-
deren met zooveel maal 51.32 en ƒ54.78 als de ver-
hoogde voorschotten ad ƒ26500.en 150000. I
duizendtallen guldens minder zullen zijn,
een en ander onder gelijke voorwaarden als in het I
raadsbesluit van 23 Juli 1918 zijn aangegeven.
Leeuwardenden 19
I)e Raad voornoemd
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1920. Bijl. no. 39.
WIJZIGING der verordening, regelende
de jaarwedden der docenten aan
de school van middelbaar onder
wijs voor meisjes (Gemeenteblad
nos. 8 van 1918 en 27 van 1919).
Aan den Gemeenteraad.
Bij adres van 3 Mei 1920 verzoeken de directrice
en de docenten aan de school van middelbaar onder
wijs voor meisjes eene salarisregeling, gelijk aan de
rijksregeling voor de bezoldiging van personeel aan
de Rijks hoogere burgerscholen met 5-jarigen cursus.
Dat adres, bij Uw besluit van 11 Mei j.l. in onze
handen gesteld om prae-advies, wordt U hierbij weder
aangeboden, vergezeld van de daarbij behoorende
memorie van toelichting.
Nu de gemeente voor de leeraren aan het gym
nasium eene regeling heeft getroffen, gebaseerd op
de rijksregeling voor de bezoldiging voor leeraren
aan de Rijks hoogere burgerscholen met 5-jarigen
cursus, meenen wij, dat er termen zijn om aan het
verzoek ten deele tegemoet te komen. Daar de mid
delbare meisjesschool niet opleidt voor het eind
diploma van eene Rijks hoogere burgerschool met
5-jarigen cursus zouden wij, lettende op het terzake
ingewonnen advies van de Commissie van Toezicht
op het Middelbaar Onderwijs, dat bij de stukken is
gevoegd, willen voorstellen voor de bezoldiging van
de directrice en de docenten de rijksregeling te vol
gen, geldende voor de Rijks hoogere burgerschool
met drie-jarigen cursus. De directrice en de docenten
met volledige bevoegdheid, dus ook voor het les
geven aan een 5-jarigen cursus, worden dan bezoldigd
naar de regeling welke geldt voor de 6-jarige Rijks
hoogere burgerschool.
Voor de docenten voor zang en handwerken, niet
in de rijksregeling opgenomen, dragen wij eene af
zonderlijke regeling voor, in dezelfde verhouding
verhoogd, als de docenten voor andere vakken.
Onze gemeente is opgenomen in de 2e klasse van
het bezoldigingsbesluit en met in achtneming daarvan
is door ons eene nieuwe salarisregeling in een ont
werp neergelegd.
Wij geven U in overweging
1°. dit ontwerp tot Uw besluit te verheffen,
2°. adressanten te doen weten dat op haar ver
zoek is gelet.
Leeuwarden, Juni1920,
2b Augustus
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden
J. M. van BEIJMA, Burgemeester.
M. GOSLINGS, Secretaris.
ONTWERP.
De Raad der gemeente Leeuwarden,
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wet
houders
Besluit
vast te stellen de volgende
VERORDENING tot wijziging van de veror
dening regelende de jaarwedden der
docenten aan de school van middel-
BESTAANDE REDACTIE. baar onderwijs voor meisjes.
Artikel 1.
Aan de school van middelbaar onderwijs voor meisjes
zijn verbonden
a. een directrice, die onderwijs geeft in een of
meer der leervakken sub h genoemd
b. leeraressen, die belast zijn met het onderwijs in
de geschiedenis, de aardrijkskunde, de Nederlandsche,
de Fransche, de Duitsche en de Engelsche taal- en
letterkunde, de natuur- en scheikunde, de dier- en
plantkunde en de wiskunde
c. een leerares voor het teekenen
d. een leerares voor de handwerken
e. een leerares voor de gymnastiek
een leerares voor den zang.
Bij onvoldoende keuze onder de sollicitanten, of
wanneer dit om andere redenen wenschelijk mocht
zijn, kunnen leeraren benoemd worden.
Artikel 2. I.
Behoudens het in artikel 6 bepaalde bedragen de Artikel 2 wordt gelezen als volgt
jaarwedden De jaarwedden bedragen
voor de directrice 3200.welke jaarwedde, na voor de directrice 4320.welke jaarwedde na
2, 4, 6 en 8 jaren dienst als directrice, kan worden 2, 4, 6 en 8 jaren dienst kan worden verhoogd tot
verhoogd, telkens met 200.onderscheidenlijk f 4560.4800.5040.en
voor de leeraressen onder b indien zij den doctors- 5280.en welke bedragen bovendien nog met
257
