Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1920. voor kaas voor kaas en andere ter voeging aangeboden artikelen van eene partij van 121/2 kilogram of minder 0 03 van eene partij van 25 kilogram of minder 0.10 van eene partij van boven de 121/a tot en van eene partij van boven de 25 tot en met 25 kilogram0.05 met 50 kilogram0.25 van een partij van boven de 25 tot en met van grootere partijen 50 kilogram0.10 voor de eerste 50 kilogram 0.15 en voor elke van grootere partijen verdere 50 kilogram, gedeelten voor vol gerekend, voor de eerste 50 kilogrammen 0.10 en voor elke 0.10. verdere 50 kilogram, gedeelten voor vol gerekend, 0.08, behoudens de volgende bepalingen Bestaat eene partij uit: 1000 tot beneden 2000 stuks kazen, model Edam mer of uit 500 tot beneden 1000 stuks nagelkazen of kazen, model Goudsche, dan bedraagt het recht van elke 50 kilogram, gedeelten voor vol gerekendf 0.07Yj en bij grootere partijen voor de kazen boven de vermelde getallen, van elke 50 kilogram, gedeelten voor vol gerekendO.O6Y2 Voor het wegen van waren voor wol los of gepakt in zakken van minder dan 150 kilo gram van eene partij van 121/a kilogram of minderf 0.021/2 van eene partij van boven de 121/a tot en met 25 kilogram0.04 van eene partij van boven de 25 tot en met 50 kilogram0.11 van grootere partijen voor de eerste 50 kilogram f 0.11 en voor elke verdere 50 kilogram, gedeelten voor vol gerekend0 09 gepakt in balen of zakken, per stuk 150 kilogram of meer wegende van elke baal of zak0.36 voor geslacht vee en andere natte en droge waren van eene partij van 12Ya kilogram of minderf O.O2Y2 van eene partij boven de 121/2 tot en met 25 kilogram0.03Y2 van eene partij van boven de 25 tot en met 50 kilogram0.10Y2 van grootere partijen voor de eerste 50 kilogram O.IUY2 en voor elke verdere 50 kilogram, gedeelten voor vol gerekend 0.08 Art. 5 (waag). Art. 8. Het recht voor het plaatsen van boter bedraagtHet recht voor het plaatsen van boter bedraagt van een vat, een bruto gewicht hebbende van een vat, een bruto gewicht hebbende van 40 kilogram of meerO.O2Y2 van 40 kilogram of meer 0.05 van een vat, een bruto gewicht hebbende van en vat, een bruto gewicht hebbende van 20 tot beneden 40 kilogram 0 OH/a van 20 tot beneden 40 kilogram0.03 van een vat, bruto minder wegende dan van een vat, bruto minder wegende dan 20 kilogram0.01 20 kilogram0.02 Art. 6 (waag). Het plaatsen van goederen in de waag wordt geacht het verzoek tot weging in te sluiten. Deze bepaling is niet van toepassing op vaten boter, waarvan bij den aanvoer is opgegeven, dat geene weging wordt verlangd. Art. 7 (waag). Art. 9. Voor het door den waagmeester af te geven biljet Voor het door den beurs- en waagmeester af te van weging, indien zoodanig biljet wordt verlangd, geven biljet van weging, indien zoodanig biljet wordt is verschuldigd 0.021/.,. verlangd, is verschuldigd 0.10. 276 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1920. li ijl. IK). 4r4r. Art. 8 (beurs). Voor het bewaren van boter in de waag bedraagt het recht f 0 05 per vat, doch voor elke partij niet minder dan f 0.10 voor elk tijdvak, vallende tusschen den eenen en den anderen dag voor den verkoop van boter aan de waag bestemd, een gedeelte van zulk een tijdvak voor geheel gerekend. Voor het bewaren van kaas in de waag bedraagt het recht per 50 kilogram of gedeelte daarvan/005, doch voor elke partij niet minder dan f 0.10, voor elk in het eerste lid genoemd tijdvak. Het recht in dit artikel vermeld is niet verschul digd voor kaas en boter die, met bestemming voor den eerstvolgenden verkoopdag, worden aangevoerd of die in de waag na een verkoopdag niet langer dan tot den volgenden morgen 10 uur aanwezig zijn, tenzij inbewaargeving heeft plaats gehad. Art. 9. (beurs). Voor het gebruik van standplaatsen in het waag gebouw bedraagt het recht voor het geheele belas tingjaar 50 cent per centiare. Voor het gebruik van standplaatsen op het tot de waag behoorend terrein langs de Willemskade (noord zijde) van de Wirdumerpoi rtsbrug tot de Zuiderstraat bedraagt dit recht één gulden per centiare, Indien tusschentijds een standplaats in gebruik wordt genomen, wordt het recht over het loopende belastingjaar naar tijdsgelang berekend. De aanwijzing der standplaats geschiedt door den waagmeester, zoo noodig bij loting, op de wijze, door hem te bepalen. Art. 10 (waag). Voor het gebruik van aanplakborden en muurvlak ten bedraagt het recht als volgt voor eene week voor de eerste 50 vierkante decimeter, per d.M2., 1 cent voor de volgende 50 vierkante decimeter, per d.M2., s/é cent voor eiken d.M2. boven de 100 vierkante decimeter, Y2 cent. voor drie maanden voor de eerste 50 vierkante decimeter, per d.M2., 2Y2 cent voor de volgende 50 vierkante decimeter, per d.M2., 17s cent voor eiken d.M2., boven de 100 vierkante decimeter P/4 cent. voor langer tijdvak tot het einde van het belastingjaar voor de eerste 50 vierkante decimeter, per d.M2., 5 cent voor de volgende 50 vierkante decimeter, per d.M2., 33/4 cent voor eiken d.M2., boven de 100 vierkante decimeter 2Y2 cent. De aanplakborden moeten door den huurder worden geleverd. De plaats voor het aanhechten der borden en van de in gebruik te nemen muurvlakten wordt door den waagmeester aangewezen. Art. 6 (beurs). V oor het gebruik van aanplakborden en muurvlak ken is het volgende recht verschuldigd Art. 10. Voor het bewaren van boter in de waag bedraagt het recht 0.10 per vat voor elk tijdvak, vallende tusschen den eenen en den anderen dag voor den verkoop van boter aan de waag bestemd, een gedeelte van zulk een tijdvak voor geheel gerekend. Voor het bewaren van kaas in de waag bedraagt het recht per 50 kilogram of gedeelte daarvan ƒ0.10 voor elk in het eerste lid genoemd tijdvak. Het recht in dit artikel vermeld is niet verschul digd voor kaas en boter die, met bestemming voor den eerstvolgenden verkoopdag, worden aangevoerd of die in de waag na een verkoopdag niet langer dan tot den volgenden morgen 10 uur aanwezig zijn, ten zij inbewaargeving heeft plaats gehad. Art. 11. Voor het gebruik van standplaatsen in het waag gebouw bedraagt het recht voor het geheele belas tingjaar f 1.per centiare. Voor het gebruik van standplaatsen op het tot de waag behoorend terrein langs de Willemskade (noord zijde) van de Wirdumerpoortsbrug tot de Zuiderstraat bedraagt dit recht één gulden per centiare. Indien tusschentijds een standplaats in gebruik wordt genomen, wordt het recht over het loopende belastingjaar naar tijdsgelang berekend. De aanwijzing der standplaats geschiedt door den beurs- en waagmeester, zoo noodig bij loting, op de wijze, door hem te bepalen. Art. 12. Voor het gebruik van aanplakborden en muur vlakten is het volgende recht verschuldigd voor eene week per dM22 cent; voor drie maanden per dM25 cent; voor langer tijdvak tot heteinde van het belastingjaar: per dM210 cent. De aanplakborden moeten door den huurder zelf worden geleverd. De plaats voor het aanhechten der borden en van de in gebruik te nemen muurvlakken wordt door den beurs- en waagmeester aangewezen. 277

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1920 | | pagina 140