Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1920.
Voor een week
Voor de eerste 50 vierkante decimeter, per d.M2.
1 cent.
Voor de volgende 50 vierkante decimeter, per d.M2.
8/4 cent.
Voor eiken d.M2. boven de 100 vierkante decimeter
1/2 cent.
Voor drie maanden
Voor de eerste 50 vierkante decimeter, per d.M2.
21/2 cent.
Voor de volgende 50 vierkante decimeter, per d.M2.
1.875 cent.
Voor eiken d.M2. boven de 100 vierkante decimeter
V/i cent.
Voor langer tijdvak tot het einde van het
belastingjaar
Voor de eerste 50 vierkante decimeter, per dM2.
5 cent.
Voor de volgende 50 vierkante decimeter, per
dM2. 38/4 cent.
Voor eiken dM2. boven de 100 vierkante decimeter
2V2 cent.
De aanplakborden moeten door den huurder zelf
worden geleverd.
De plaats voor het aanhechten der borden en van
de in gebruik te nemen muurvlakken wordt door de
beurscommissie aangewezen.
Art. 7 (beurs).
Het recht, in art. 1 bepaald, is verschuldigd dade
lijk bij de intrede in het beurslokaal. Dat, bepaald
in de artikelen 3, 5 en 6, dadelijk na de aanwijzing
der daarin genoemde voorwerpen of plaatsen door de
beurscommissie. Dat, in art. 2a bepaald, dadelijk bij
het betreden der telefooncel.
Art. 8 (beurs).
Art. 13.
Het abonnement volgens art. 1 en het recht van
gebruik volgens de artikelen 3, 5 en 6 zijn geheel
persoonlijk en mogen niet duurzaam of tijdelijk aan
een ander worden overgedragen of afgestaan.
Indien dit plaats heeft, vervalt het abonnement
of het recht van gebruik onmiddellijk, buiten en
behalve de bepalingen van art. 271 der gemeentewet.
Art. 12 (waag).
Het abonnement volgens artikel 2 en het recht van
gebruik volgens de artikelen 9, 10 en 11 is geheel
persoonlijk en mag niet duurzaam of tijdelijk aan een
ander worden overgedragen of afgestaan.
Indien dit plaats heeft, vervalt het abonnement
volgens artikel 2 en het recht van gebruik onmid
dellijk, buiten en behalve de bepalingen van artikel
271 der gemeentewet.
Art. 9 (beurs).
Elk abonnement of recht van gebruik volgens de
artikelen 1, 3, 5 en 6 eindigt in elk geval met het
einde van het belastingjaar, waarin het is genomen
of ontstaan.
In geen geval heeft restitutie van betaalde rechten
plaats.
Art. 13 (waag).
Het abonnement volgens artikel 2 en het recht
Het abonnement volgens art. 2 en het recht van
gebruik volgens de artikelen 4, 6, 11 en 12 zijn geheel
persoonlijk en mogen niet duurzaam of tijdelijk aan
een ander worden overgedragen of afgestaan.
Indien dit plaats heeft, vervalt het abonnement of
het recht van gebruik onmiddellijk, buiten en behalve
de bepalingen van art. 271 der gemeentewet.
Art. 14.
Elk abonnement of recht van gebruik volgens de
artikelen 2, 4, 6, 11 en 12 eindigt in elk geval met het
einde van het belastingjaar, waarin het is genomen of
ontstaan.
In geen geval heeft restitutie van betaalde rechten
plaats.
278
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1920. JRtjlflO. 44.
van gebruik volgens de artikelen 9, 10 en 11 eindigt
in elk geval met het einde van het belastingjaar,
waarin het is ontstaan. In geen geval wordt resti
tutie van betaalde rechten verleend.
Art. 14 (waag).
De rechten, in de artikelen 4 en 5 vermeld, zijn
verschuldigd door den eigenaar der ter waag ge
brachte goederen of door hem, die de weging heeft
verlangd. Zij zijn dadelijk na de weging of het
plaatsen der goederen invorderbaar.
De rechten, in artikel 8 vermeld, zijn verschuldigd
door den eigenaar der boter of kaas, of die hem ver
vangt. Zij zijn invorderbaar telkens na het eindigen
van een tijdvak als in gemeld artikel is bepaald.
Geen goederen mogen uit de waag worden weg
gevoerd, zonder dat de daarvoor verschuldigde rechten
zijn betaald. Overtreding dezer bepaling wordt als
ontduiking van belasting beschouwd.
De rechten in de artikelen 9, 10 en 11 vastgesteld,
zijn verschuldigd door hen, die aanvrage om een
standplaats, een aanplakbord of muurvlakte of een
vaste tafel hebben gedaan. Ze zijn dadelijk na de
aanwijzing door den waagmeester voor het volle be
drag invorderbaar.
Art. 15 (waag).
Het belastingjaar loopt van 1 Januari tot en met
31 December.
Art. 10 (beurs).
Het belastingjaar loopt van 1 Januari tot ult°.
December.
Art. 16 (waag).
Deze verordening treedt in werking den lsten
Januari 1920.
Art. 11 (beurs).
Dit besluit treedt in werking den 1 Januari 1904.
Art 15.
De rechten, in de artikelen 7 en 8 vermeld, zijn
verschuldigd door den eigenaar der ter waag gebrachte
goederen of door hem, die de weging heeft verlangd.
Zij zijn dadelijk na de weging of het plaatsen der
goederen invorderbaar.
De rechten, in artikel 10 vermeld, zijn verschuldigd
door den eigenaar der boter of kaas, of die hem
vervangt. Zij zijn invorderbaar telkens na het eindi
gen van een tijdvak als in gemeld artikel is bepaald.
Geene goederen mogen uit de waag worden weg
gevoerd, zonder dat de daarvoor verschuldigde rechten
zijn betaald. Overtreding dezer bepaling wordt als
ontduiking van belasting beschouwd.
De rechten, in de artikelen 4, 11 en 12 vastgesteld,
zijn verschuldigd door hen, die aanvrage om een
standplaats, een vaste tafel, een aanplakbord of muur
vlakte hebben gedaan. Ze zijn dadelijk na de aan
wijzing door den beurs- en waagmeester voor het
volle bedrag invorderbaar.
Art. 16.
Het belastingjaar loopt van 1 Januari tot en met
31 December.
Art. 17.
Deze verordening treedt in werking den lsten
Januari 1921, met welken dag vervallen de bestaande
verordeningen op de heffing van beurs- en waagrechten.
Leeuwarden, 1920.
De Raad voornoemd
ONTWERP II.
Art. 1 (waag).
De inning der waagrechten geschiedt namens den
gemeente-ontvanger door den waagmeester.
Het entreegeld volgens artikel 2 van de heffings
verordening kan echter namens den gemeente-ontvanger
ook worden geïnd door een of meer door den waag
meester daartoe onder zijn verantwoordelijkheid aan
gestelde personen.
De geïnde rechten worden door den waagmeester
vóór den tienden dag van iedere maand in de ge
meentekas gestort. In de maand Januari echter worden
door hem eiken Zaterdagmorgen ten kantore van den
gemeente-ontvanger afgedragen de op den vorigen
dag geïnde abonnementsgelden.
De Raad der gemeente Leeuwarden,
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wet
houders
Gelet op de bepalingen der gemeentewet;
Besluit
vast te stellen de volgende
VERORDENING op de invordering der beurs
en waagrechten te Leeuwarden.
Art. 1.
De beurs- en waagmeester en de hem daartoe door
Burgemeester en Wethouders ter zijde gestelde, doch
hem verantwoordelijk blijvende, personen zijn namens
den gemeenteontvanger met de inning der beurs- en
waagrechten belast.
De geïnde rechten worden door den beurs- en
waagmeester vóór den tienden dag van iedere maand
in de gemeentekas gestort. In de maand Januari
echter worden door hem eiken Zaterdagmorgen ten
kantore van den gemeente-ontvanger afgedragen de
op den vorigen dag geïnde abonnementsgelden.
279