Bijlage No. 45. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1920. Bijl. HO. 45. VERHGOGING van den gasprijs. Aan den Gemeenteraad. Bij ons voorstel d d. 12 Augustus 1920, tot ver hooging van den gasprijs, deelden wij mede dat, reke ning houdende met Uw besluit van den 27 Juli j.l waarbij de uitkeering aan de gemeente voor het leggen van buizen in gemeentegrond, ingaande 1 Januari 1920, bij wijziging der verordening op het beheer der gasfabriek werd ingetrokken, bij verhooging van den gasprijs met 2 cent per M3., ingaande 1 Augustus 1920, het bedrijf over het jaar 1920 naar raming eene winst zou opleveren van 74,292 40. De gemeente, die bij hare begrooting voor 1920 gerekend heeft op eene winstuitkeering van 41,039.12 en op eene uii- keering voor de buizenleiding van 46,018.70, zou dan nog een schadepost hebben te boeken van ƒ41,039.12 46,018.70 74,292 40 f 12,765.42. Een hoogere opvoering van den gasprijs leek ons echter vooralsnog niet wenschelijk. Sinds ontvingen wij nieuwe becijferingen van den directeur van het bedrijf. Deze zijn opgezet op den grondslag van de bestaande (oude) verordening, zoodat daarbij onder de uitgaven ook de uitkeering voor de buizenleiding is opgenomen. Wij kunnen ons met dien opzet zeer goed vereenigen. Nu de wijziging der bedrijfsverordening, die in Uwe vergadering van 27 Juli 1920 niet geheel werd afgehandeld, nog op nieuw aan de orde moet komen, in verband met het amendement-Nijholt op artikel 17n, zal het wensche lijk zijn, waar het jaar reeds zoo ver gevorderd is. bedoelde wijziging niet met 1 Januari 1920 doch met 1 Januari 1921 in werking te doen treden. Een voor stel daartoe is dan ook van onze zijde te wachten als genoemd amendement in behandeling komt. Volgens de nadere becijferingen van den directeur zal over het jaar 1920 bij eene verhooging van den gasprijs met 2 cent per M3. het bedrijf eene winst afwerpen van 9,924.24, derhalve ƒ31,114.88 minder dan waarop bij de gemeentebegrootiDg is gerekend. Om ook dit laatstgenoemde bedrag te vinden zou de gasprijs over de laatste vier maanden van dit jaar met niet minder dan 4 cent per M3. moeten worden verhoogd. Dit lijkt ons niet aanbevelenswaardig, te minder nu voor het jaar 1921 eene verhooging van 2 cent per M3., zooals hierna wordt aangegeven, voldoende zal zijn. Ten einde den gasprijs niet te veel schommelingen te doen ondergaan, komt het ons daarom raadzaam voor, ook voor de laatste vier maanden van dit jaar eene verhooging van niet meer dan 2 cent per M3. toe te passen. Het gevolg hiervan zou echter zijn, gelijk boven is medegedeeld, dat de gemeente eene ontvangst van 31,114.88 zou moeten derven. Waar dit minder wenschelijk is, gezien den financieelen toestand der gemeente, zou genoemd be zwaar kunnen worden ondervangen wanneer bepaald wordt, hetgeen bij schrijven d.d. 3 Augustus 1920, No. 577 G door de commissie voor de gemeentelijke licht fabrieken reeds in overweging werd gegeven, dat het bedrag, hetwelk de gemeente als winst over 1920 van de gasfabriek eventueel minder mocht ontvangen dan 41,039.12, haar, overeenkomstig art. 32, eerste lid, tweede volzin, der bedrijfsverordening, zal worden verstrekt uit het reservefonds, onder voorwaarde dat het deswege verstrekte bedrag aan het fonds zal wor den terugbetaald uit de winst over het jaar 1921. Deze winst wordt bij een gasprijs per M3. van 18 cent voor gewoon en van 19 cent voor muntgas en rekening houdend met het vervallen der uitkeering voor de buizenleiding en de gewijzigde afschrijvings percentages, begroot op rond 85,500. Onder intrekking van ons desbetreffend voorstel d d. 12 Augustus 1920, hebben wij de eer U voor te stellen te besluiten a. gerekend met ingang van 1 September 1920 den prijs van het gas met 2 cent per M3. te verhoo- gen en te brengen voor gewoon gas op 18 cent en voor muntgas op 19 cent per M3. en de verordening op de levering en den prijs van het gas en de elec- triciteit (gemeenteblad 1919 no. 45 en 1920 no. 4) dienovereenkomstig te wijzigen; b. te bepalen dat het bedrag, hetwelk de gemeente als winst over het jaar 1920 van de gasfabriek even tueel minder mocht ontvangen dan 41,039.12, haar, overeenkomstig art. 32, eerste lid, tweede volzin der verordening op het beheer der gemeentelijke gasfa briek (gemeenteblad 1910 no. 30), zal worden verstrekt uit het reservefonds dier fabriek, onder beding, dat het deswege verstrekte bedrag aan genoemd fonds zal worden terugbetaald uit de winst der fabriek over het jaar 1921. Leeuwarden, den 23 September 1920. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J. M. VAN BEYMA, Burgemeester. M. GOSLINGS, Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1920 | | pagina 143