Bijlage to£, het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 19'20.
te geraken. Het plan verdient derhalve den steun van
de overheid. Nog zij opgemerkt, dat juist aan het
soort van woningen, dat de stichting denkt te bouwen,
in deze gemeente groote behoefte bestaat.
De gezondheidscommissie kan zich, blijkens haar
advies van den 25 October 1920, met het bouwplan
vereenigen.
Wij hebben de eer U voor te stellen te besluiten
overeenkomstig het hierna afgedrukte ontwerp.
Leeuwarden, 11 November 1920.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J. M. van BEYMA, Burgemeester.
M. GOSLINGS, Secretaris.
ONTWERP. de Raad der gemeente Leeuwarden;
gelezen het adres d.d. 24 September 1920 van het
bestuur der woningstichting „Ons belang", gevestigd
te Amersfoort, als stichting uitsluitend in het belang
van verbetering der volkshuisvesting werkzaam, toe
gelaten bij Koninklijk besluit van 6 Februari 1920,
no. 41, houdende onder overlegging van teekeningen,
begrooting, toelichting en exploitatierekening verzoek:
haar voor den bouw van 68 woningen op een terrein
tusschen den Groninger straatweg en het Cambuurster-
pad in deze gemeente, waarvan de kosten, na aftrek
van een eigen kapitaal ad f 6,800.op /"552,793.
worden geraamd, een voorschot tot dat bedrag te
verstrekken
Overwegende dat uit de overgelegde exploitatie
rekening blijkt, dat die woningen een totale huur
zullen doen van f 29,240.per jaar, zoodat als ge
rekend wordt op een 50-jarige annuïteit ad 5,478 °/0
van het bouwvoorschot, de exploitatie jaarlijks een
tekort zal opleveren van f 13,600.
dat echter de uitgetrokken totale huur ad f 2,420.
voor de 6 woningen van het B-type met ten minste
f 114.per jaar zal moeten worden verhoogd, daar
deze woningen, die een inhoud hebben van 298 M3.,
overeenkomstig het voorschrift in de circulaire van
den Minister van Arbeid, d.d. 30 Juli 1920, no. 13251,
aan huur ten minste moeten opbrengen 70 °/0 van de
op f 3,620.berekende exploitatiekosten f 2,534.
dat in verband daarmede het geraamde tekort met
f 114.kan worden verminderd en teruggebracht op
f 13486.—
dat aan de stichting, in overeenstemming met het
bepaalde in de circulaire van den Minister van Arbeid
d.d. 25 Juni 1919, no. 6658, derhalve een jaarlijksche
bijdrage uit de gemeentekas ware toe te kennen van
ten hoogste f 13,486.
overwegende dat bij de uitvoering van het voorge
nomen bouwplan, het belang der volkshuisvesting op
richtige wijze wordt bevorderd en dus den steun der
gemeente verdient
gelet op het advies der Gezondheidscommissie, ge
geven bij schrijven d.d. 25 October 1920,
alsmede op de bepalingen der Woningwet en van
het Koninklijk besluit van 28 Juli 1902, Staatsblad
no. 160, laatstelijk gewijzigd bij Koninklijk beslnit
van 14 Januari 1920, Staatsblad no. 18
gezien het voorstel van Burgemeester en Wet
houders
besluit
I. ten behoeve van de verstrekking aan de wo
ningstichting „Ons belang", gevestigd te Amersfoort,
als stichting uitsluitend in het belang van verbetering
der volkshuisvesting werkzaam, toegelaten bij Konin
klijk besluit van 6 Februari 1920, no 41, van het
onder II te noemen voorschot aan te vragen uit
's Rijks kas
1°. een in 50 annuïteiten af te lossen voorschot
ten bedrage van f 552,793.of zooveel minder als
voor de uit te voeren bouwplannen minder noodig zal
blijken, tegen de overeenkomstig het Koninklijk besluit
van 28 Juli 1902, Staatsblad no. 160, laatstelijk ge-
342
den gemeenteraad van Leeuwarden, 1920. Bijl. no. 59.
wijzigd bij Koninklijk besluit van 14 Januari 1920,
Staatsblad no. 18, te bepalen rente
2°. een zoo hoog mogelijke bijdrage in de betaling
der onder 1° genoemde annuïteit
II. onder voorbehoud dat het gevraagde voorschot
zal worden verstrekt en onder voorbehoud dat en voor
zoolang als de gevraagde bijdrage zal worden ver
kregen,
aan de woningstichting „Ons belang" gevestigd te
Amersfoort, ter tegemoetkoming in de door haar aan
te wenden kosten voor de uitvoering van haar bouw
plan ten behoeve van de volkshuisvesting, bestaande
in den aanbouw van 68 woningen op een terrein tus
schen den Groningerstraatweg en het Cambuursterpad
in deze gemeente
le. een voorschot te verleenen van ten hoogste
f 552,793.en dit te verstrekken al naar mate naar
het oordeel van Burgemeester en Wethouders daaraan
behoefte bestaat
2e. een jaarlijksche bijdrage toe te kennen tot een
bedrag van ten hoogste f 13,486.welke bijdrage
vermindert met zooveel malen f 54,78 als het voor
schot duizendtallen guldens minder zal zijn, terwijl
zij in geen geval hooger zal zijn dan 4/3 maal de som
die als bijdrage uit 's Rijks kas door de gemeente zal
worden ontvangen,
een en ander onder de volgende voorwaarden
a. het voorschot, waarvan de terugbetaling geheel
voor rekening der stichting blijft, moet in 50 jaar bij
wijze van annuïteit, volgens de door het Rijk voor
het aan de gemeente verstrekte voorschot bedongen
rente, worden afgelost, welke annuïteit bij 5.478 °/o
zal bedragen f 30,282.of zooveel maal f 54.78
minder als het voorschot duizendtallen guldens minder
zal zijn
b. bij faillissement of ontbinding dor stichting,
alsmede indien de voorwaarden waaronder het voor
schot is verleend niet worden nageleefd, wordt het
voorschot of het onafgeloste gedeelte daarvun terstond
opvorderbaar, in wolk geval de bijdragen tot welker
betaling de gemeente zich nog in de toekomst ver
bonden heeft niet meer zullen zijn verschuldigd; het
voorschot kan mede terstond opvorderbaar worden
verklaard, indien door het bestuur de bepalingen der
plaatselijke verordeningen terzake van den aanbouw,
waarvoor het voorschot strekt, niet worden nageleefd
c. bij vervreemding of bezwaring van onroerende
goederen der stichting zonder goedkeuring van Burge
meester en Wethouders, of in geval van hooger
beroep, zonder die van Gedeputeerde Staten zal het
bestuur aan de gemeente verbeuren een som van
f 5000.waarvoor de leden van het bestuur hoofde
lijk ieder voor het geheel aansprakelijk zullen zijn,
onverminderd het recht van de gemeente, om zoo
daartoe termen zijn, inplaats van de geldboete schade
vergoeding te eischen en om de vervreemding of de
bezwaring niet als geldig te erkennen
d. de gemeente zal, zoolang het voorschot niet
geheel is afgelost, met goedkeuring van Gedeputeerde
Staten of, bij weigering met Koninklijke goedkeuring,
het recht hebben alle bezittingen, met het voorschot
verkregen, met de daarop rustende lasten en ver
plichtingen en alle schulden der stichting, voor zoover
die ten behoeve van die bezittingen zijn gemaakt,
gezamenlijk over te nemen tegen betaling van een
bedrag, door Gedeputeerde Staten goedgekeurd, of,
bij weigering, door de Koningin vast te stellen, met
dien verstande, dat boven het voor de verwerving
of instandhouding van die bezittingen aangewende
deel van het eigen vermogen van de stichting slechts
een billijke vergoeding voor noodzakelijke met den
eigendomsovergang verband houdende kosten wordt
uitgekeerd
e. in de ter uitvoering van dit besluit op te maken
akte zal worden opgenomen de voorwaarde, dat de