Bijlage no. 60.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1920.
stichting zich verbindt aan de gemeente tot het
bedrag van het voorschot met rente op kosten der
stichting een eerste hypotheek te verleenen op de
onroerende goederen, welke de stichting bezit of in
de toekomst in eigendom zal verkrijgen
f. door de stichting wordt aan de gemeente terug
betaald het door haar aan het Rijk verschuldigde
voor kosten van toezicht ad 0.1 °/o van onder
II, 1, bedoelde voorschot
en voorts op de voorwaarden, die Burgemeester en
Wethouders geraden zullen voorkomen;
III. Burgemeester en Wethouders te machtigen
tot het aanbrengen van minder belangrijke wijzigingen
in de onderdeelen I en II van dit besluit, welke
noodzakelijk mochten blijken, ter voldoening aan door
de Regeering of Gedeputeerde Staten gestelde voor
waarden.
Leeuwarden, 19
De Raad voornoemd,
344
t
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1920. Bijl. no. 60.
WIJZIGING der salarisverordening 1919
(Gemeenteblad no. 28 van 1920).
Aan den Gemeenteraad.
Bij ons college is eene reorganisatie van den dienst
aan de beurs en waag in voorbereiding, waaromtrent
wij U binnenkort nadere voorstellen ten aanzien van
wijziging van verschillende verordeningen zullen doen
toekomen. Als onderdeel van de nieuwe regeling komt
aan het hoofd van die inrichtingen één man te staan,
voor den geheelen dienst aansprakelijk. De koren
meters zullen in het dienstverband bij de gemeente
worden opgenomen en onder den beurs- en waagmeester
komen. De commandeur van de korenmeters is dan
overbodig. Gaat de gemeente na de verbouwing er
toe over om lokalen in het beurs- en waaggebouw
aan particulieren te verhuren, dan is op het gebruik
daarvan toezicht noodig.
De beurscommissie, welke zich thans op lof
waardige wijze mengt in den inwendigen dienst aan
de beurs en een groot gedeelte daarvan tot nog toe
op haar schouders pam, zal eene andere taak, gelegen
op algemeen en specifiek handelsterrein, als adviseerend
lichaam worden toebedeeld en hare leden zullen worden
versterkt met personen, die ook omtrent de aangele
genheden van de waag als deskundigen kunnen worden
aangemerkt De leiding van den inwendigen dienst
komt aan den beurs- en waagmeester.
Vindt dit reorganisatieplan in Uwe Vergadering een
gunstig onthaal, dan zal de man, die aan het hoofd
van de inrichtingen komt, een grootere verantwoorde
lijkheid dragen. Door het uit te oefenen toezicht op
de korenmeters en op de verhuurde lokalen en door
regeling van den geheelen inwendigen dienst, ook aan
de beurs, zullen de werkzaamheden meer omvattend
zijn dan die, verbonden aan de twee thans gescheiden
betrekkingen. Waren deze tot nog toe twee bijbetrek
kingen, vereenigd zullen ze den geheelen man vorderen.
De wethouder, meer in het bijzonder belast met de
aangelegenheden de beurs en de waag betreffende,
heeft als voorzitter van de salariscommissie uit Uw
midden de bezoldiging van den nieuwen titularis in
ONTWERP.
BESTAANDE REDACTIE.
Art. 7. De jaarlijksche bezoldiging van den beurs-
meester bedraagt van f 400.tot f 600.
Art. 26.*)
De jaarlijksche bezoldiging van het personeel,
bedoeld in de verordening regelende het gebruik van
de waag, bedraagt:
Bij raadsbesluit van 28 October 1919 zijn Burgemeester en Wethouders ge
machtigd de bezoldiging der waagwerkers tot een bedrag van 260.— per jaar
aan te vullen voor het geval deze volgens de in de salarisverordening 1919 vast
gestelde regeling dit bedrag niet mocht bereiken.
een harer vergaderingen ter sprake gebracht. De
commissie schrijft ons bij brief van 3 November j 1.,
dat eene controle op de werkzaamheden, verbonden
aan de betrekking van waagmeester, aan het licht
heeft gebracht, dat de onlangs vastgestelde bezoldiging
van dezen titularis aan den lagen kant is. Lettende
voorts op de meerdere werkzaamheden als gevolg van
de reorganisatie zou zij de belooning bepaald willen
zien op 1300.a f 1400.en voor beide be
trekkingen (beurs- en waagmeester) op 1700.tot
2000.— 's jaars.
Bij haar genoemd schrijven vestigt de commissie
er de aandacht op, dat de belooning van de contro
leurs aan de waag door ons college wordt geregeld
en dat het wenschelijk is hetzelfde standpunt in te
nemen ten aanzien van de wegers. Voor dezen is de
belooning door Uwe Vergadering in de salarisver
ordening opgenomen. De desbetreffende bepaling en
de daarmede samenhangende wil de commissie uit
de verordening laten vervallen.
Wij kunnen ons met deze beschouwingen van de
salariscommissie vereenigen. Het lijkt ons daarbij
gewenscht om de bezoldiging voor den beurs- en
waagmeester in één bedrag uit te drukken en niet
voor den beursmeester en den waagmeester afzonderlijk.
Het schrijven van de commissie hierbij overleggende,
geven wij in overweging:
a. in beginsel goed te vinden, dat de dienst aan
de beurs en de waag aldus wordt gereorganiseerd,
dat aan het hoofd daarvan één persoon komt te staan
b. Burgemeester en Wethouders te machtigen voor
het vervullen van die betrekkingen een aanbeveling
in te dienen;
c. de salarisverordening 1919 (Gemeenteblad no.
28 van 1920) te wijzigen en daartoe het besluit te
nemen dat in ontwerp hierbij gevoegd is.
Leeuwarden, 18 November 1920.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden
J. M. VAN BEYMA, Burgemeester.
M. GOSLINGS, Secretaris.
De Raad der gemeente Leeuwarden,
Gezien het voorstel van Burgemeester en Wet
houders
Besluit
A. De Salarisverordening 1919 te wijzigen als
volgt
I.
Art. 7 der verordening vervalt.
II.
Art. 26 wordt gelezen als volgt
De jaarlijksche bezoldiging van het personeel aan
de beurs en de waag bedraagt:
voor den beurs- en waagmeester f 1700.tot /"2000.
voor de waagwerkers en waag werkers-wegers
voor aan de waag gewogen goederen