Bijlage no. 68.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1920. Bijl. no.
WIJZIGING der verordening op de openbare
vermakelijkheden (Gemeentebladen
1914 nos. 6 en 21 en 1918 no. 27).
Aan den Qemeenteraad.
Het 26 October 1.1. genomen raadsbesluit om geen
kinderen onder den leeftijd van achttien jaar toe te
laten tot bioscoopvoorstellingen, tenzij deze speciaal
voor de jeugd zijn bestemd en als zoodanig goed
gekeurd, behoeft niet het in het leven roepen eener
aparte verordening ten gevolge te hebben. Volstaan
kan worden met eene aanvulling van de verordening
regelende de politie op de openbare vermakelijk
heden en plaatsen van vereeniging. De kennisneming
van het ontwerp der staatscommissie „ter bestrijding
van de zedelijke en maatschappelijke gevaren voor
de bioscoop", heeft ons geen aanleiding gegeven nog
eenig gewijzigd voorstel betreffende dit onderwerp te
doen wel zal, wordt dit tot wet verheven, als de
thans gemaakte bepaling daardoor niet wordt afge
schaft, eene nieuwe regeling noodzakelijk blijken, doch
èn in het hieronder volgende ontwerp-bosluit èn in
het ontwerp van de staatscommissie wordt kinderen
slechts onder bepaalde voorwaarden tot bioscoopvoor
stellingen toegang verleend.
Op grond van het bovenstaande hebben wij de eer
U voor te stellen te besluiten de bovenvermelde ver
ordening te wijzigen als hieronder is aangegeven.
Leeuwarden, 18 November 1920.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J. M. van BEYMA, Burgemeester
M. GOSLINGS, Secretaris.
ONTWERP.
De Raad der gemeente Leeuwarden
gezien het voorstel van Burgemeester en "Wet
houders
besluit
vast te stellen de volgende
VERORDENING tot wijziging der verordening
regelende de politie op de openbare
vermakelijkheden en plaatsen van ver
eeniging (Gemeentebladen 1914 nos.
6 en 21 en 1918 no. 27).
I.
Na art. 3 wordt ingevoegd een nieuw art. 3bis,
luidende
Het is verboden tot openbare bioscoopvoorstellingen
kinderen toe te laten beneden den leeftijd van acht
tien jaar.
Dit verbod is niet van toepassing voor zoover
daarvan door den burgemeester ontheffing is verleend,
op grond dat een door hem te benoemen commissie
de in een bepaalde voorstelling te vertoonen films
heeft verklaard te zijn goed en geschikt voor kinderen.
II.
art. 9, 2e zinsnede wordt gelezen als volgt:
die van artt. 1, 3bis en 5 met geldboete van ten
hoogste f 25.
III.
Deze verordening treedt in werking 1 Januari 1921.
Leeuwarden, 19
De Raad voornoemd,
i
353