b. VERPACHTING van de buffetten en Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1920. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1920. Bijl. no. 66. gevonden. Mede tengevolge hiervan, doch hoofd- zakelijk doordat het belastbaar inkomen aan de hand Bijlage no. oo. van de uitkomsten over 1920 zooveel hooger kon worden geraamd, is het heffingspercentage gesteld op 7,2. Wordt door den Raad besloten tot verhooging van het aftrekcijfer voor noodzakelijk levensonder houd, overeenkomstig het door ons ingediende voor stel, dan zal dat percentage, aangezien het belast baar inkomen alsdan met f 900,000.vermindert, vastgesteld dienen te worden op 7,5. Met voldoening wijzen wij er op dat tot deze belangrijke verlaging van het heffingspercentage kan worden overgegaan. Zooals den Raad bekend is, bedraagt bedoeld per centage over 1920 9, welk cijfer tengevolge van het besluit om voorloopig niet meer dan 9/10 gedeelte der aanslagen in te vorderen, met Vlo gedeelte kan worden verminderd, zoodat de belastingschuldigen over 1920 voorloopig een plaatselijke directe belas ting moeten opbrengen berekend naar een heffings percentage van 8,1. a. VASTSTELLING verordening op het gebruik en beheer van den Stads- of Prinsentuin. het gebruik van het koffie huis c. a. in dien tuin. Aan den Gemeenteraad. Onder den post voor onvoorziene uitgaven, volgno. 304, in de gewijzigde begrooting uitgetrokken op ƒ89,592.606, zijn gereserveerd de volgende bedragen f 20,550.37 als aandeel der gemeente in de geraamde winst van het gemeentelijk electriciteit- bedrijf 1,090.als aflossing van onder hypothecair ver band uitgeleende gelden 2,800.voor eventueele verhooging van het salaris van den Commissaris van Politie 10,000.voor in 1921 te betalen hoogere jaar wedden voor het onderwijzend personeel, voorzoover deze meerdere kosten niet door het Rijk worden gedragen 13,820.alsboven voor de leeraren verbonden aan het gymnasium 11,000.voor in 1921 te betalen hoogere jaar wedden voor de leeraressen verbonden aan de middelbare meisjesschool 15,000.als kosten voor de instandhouding van inrichtingen vallende onder de Nijverheids onderwijswet 500.voor den kinderspeeltuin „Rengerspark", waaromtrent nadere voorstellen zullen worden ingediend. De wenschelijkheid is gebleken om in de verorde ning op het gebruik en beheer van den Stads- of Prinsentuin wijzigingen aan te brengen, die in het bijzonder de goede orde, vooral bij muziekuitvoeringen en andere feestelijkheden in dien tuin, kunnen be vorderen, terwijl ook op enkele andere punten veran dering is aangebracht. Zoo dient er een grootere vrijheid te bestaan ten aanzien van de tijdstippen van opening en sluiting van den tuin en kan voorts gevoegelijk het tweede lid van art. 4, luidende dat de pachtsom in de begrooting der gemeente wordt verantwoord en de bestemming der abonnements gelden en entrees volgens art. 8, uit de verordening worden gelicht, omdat, aangezien geen afzonderlijk beheer voor den tuin is ingesteld, de pachtsom der buffetten enz. uiteraard in de gemeentekas moet vloeien, evenals de abonnementsgelden en entrees. Tevens is het overbodig aan te geven of deze laatste wel geheel voor de in (oud) art. 8 vermelde doel einden worden aangewend. De verdere voorgestelde wijzigingen zijn van onder geschikten aard en vereischen o. i. geen nadere toelichting. ONTWERP. minder is geraamd dan over 1920. Dit is evenwel een gevolg van de pas ingevoerde verordening regelende de vergoedingen der diensten die het bedrijf aan particulieren bewijst, waarvan de opbrengst voor 1921 op 66,000.geraamd is. Begrooting grondbedrijfwoningbedrijf en bedrijf der gemeentewerken. Deze begrootingen worden in verband met de in stelling als afzonderlijk bedrijf, ingaande 1 Januari 1921, voor het eerst ter vaststelling aangeboden. Bijzondere toelichtingen vereischen zij niet. Met betrekking tot de begrooting van het bedrijf der gemeentewerken vestigen wij de aandacht op de uit voerige, door den directeur opgemaakte memorie van toelichting, die achter aan de begrooting is afgedrukt. Gemeentebegrooting. De gemeentebegrooting geeft een geheel ander beeld dan vroeger, nu daaruit in verband met de instelling van onderscheidene afzonderlijke bedrijven, zooals boven reeds is vermeld, o. m. verdwenen zijn alle cijferposten betreffende de onderhoudswerken der gemeente-eigendommen. Als eerste post van ontvang is uitgetrokken een gedeelte van het saldo der rekening over 1919, ad f 228,861.315. Hieronder is echter begrepen een be drag van 127,518.72B als saldo van de rekening der bouwterreinen aan het Nieuwe Kanaal, welke som bestemd is om overgenomen te worden door het grondbedrijf. Onder volgno. 151 is daartoe een uit gaafpost tot gelijk bedrag aangebracht. Het zuiver bedrag van het op volgno. 1 aangebrachte saldo be draagt derhalve f 101,342.59, voortvloeiende uit meer dere ontvangst op onderscheidene posten dan geraamd is en het niet uitvoeren van onderhoudswerken, waar voor de gelden reeds waren uitgetrokken, of het achter wege blijven van andere uitgaven. De opcenten op de hoofdsom der grondbelasting werden bij raadsbesluit van 30 November 1920, in verband met de aanstaande wijziging der Gemeente wet tot verruiming van het gemeentelijk belasting gebied, verdubbeld. De dientengevolge te verwachten meerdere opbrengst is geraamd op 41,000.en voorloopig, daar het besluit tot heffing nog niet door het hooger bestuur is goedgekeurd, aangebracht onder volgno. 87. Mede zijn door inwerkingtreding van hoogere tarieven hoogere ontvangsten dan vorig jaar geraamd ter zake van de belasting op tooneelvertooningen en andere open bare vermakelijkheden (volgno. 8) de beurs- en waagrechten (volgno. 14); de vergoeding voor het gebruik van schoollokalen voor particuliere lessen (volgno. 15). Uit de plaatselijke directe belasting zal, als sluit post der begrooting, moeten worden gevonden f 1,782,400.Het bedrag dat over 1920 aan die belasting noodig is om de gewone uitgaven te dekken, wordt geschat (zie bijlage no. 48 van 1920) op f 1,823,100.Hieruit blijkt dat over 1921 eene som van ongeveer 40,000.minder dan over 1921 uit de plaatselijke directe belasting behoeft te worden 74,760.37. Voor onvoorziene uitgaven blijft derhalve zuiver over 89,592.60® 74,760.37 14,832.23®. Op de primitieve begrooting is onder onvoorziene uitgaven gereserveerd f 279,525.17. Hieronder is echter begrepen het bedrag dat noodig is voor de verhoogingen der jaarwedden en belooningen van het personeel in gemeentedienst. Nu de deswege benoo- digde som in de gewijzigde begrooting is verwerkt, is het onder onvoorziene uitgaven gereserveerde be drag tot de bovengenoemde som van f 74,760.37 teruggebracht. Leeuwarden, 9 December 1920. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J. M. VAN BEYMA, Burgemeester. M. GOSLINGS, Secretaris. BESTAANDE REDACTIE. Art. 1. Tot den Stads- of Prinsentuin behooren de per- ceelen kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, sectie C, noB. 1450, 1477, 1478, 1479, 916, 56 en 1377, met de daarop aanwezig zijnde gebouwen, te zamen groot 1 hectare 84 are en 35 centiare. Art. 2. De in art. 1 genoemde tuin en gebouwen zijn in den regel voor het publiek geopend in de maanden Maart en April, van 's morgens 7 tot 's namiddags 6 uur; in de maanden Mei, Juni, Juli, Augustus. September en October, van's morgens 6 tot 's avonds 11 uur. Kinderen beneden den leeftijd van tien jaren worden niet dan onder behoorlijke geleide toegelaten. De burgemeester is ten allen tijde bevoegd per sonen, die zich in den tuin onwelvoegelrjk gedragen of de goede orde storen, te doen verwijderen. Nog brengen wij bij U ter tafel een verzoek van den tegenwoordigen pachter der buffetten enz., Jelle Klamstra, om hem ondershands voor den tijd van vijf jaren die exploitatie en het gebruik van het koffie huis te gunnen voor de tegenwoordige pachtsom van 2250.per jaar. Klamstra heeft zich in de afgeloopen vijf jaren als een zeer geschikt pachter doen kennen, klachten omtrent de exploitatie zijn nimmer te onzer kennis gekomen, waarom wij U in overweging geven aan zijn verzoek te voldoen. Wij hebben dus de eer U voor te stellen te besluiten I. vast te stellen de in ontwerp hierbij gevoegde verordening op het gebruik en beheer van den Stads- of Prinsentuin, met intrekking van de bestaande II. aan Jelle Klamstra alhier ondershands voor den tijd van vijf achtereenvolgende jaren in pacht af te staan de exploitatie van de buffetten en het ge bruik van het koffiehuis c. a. in den Stads- of Prinsentuin, ingaande op den eersten Maart 1921 en eindigende op den laatsten Februari 1926, doch wat het woonhuis betreft op den 12 Mei 1926, voor een som van twee duizend twee honderd vijftig gulden (ƒ2250.per jaar en op de door Burgemeester en Wethouders volgens de verordening op het gebruik en beheer van den Stads- of Prinsentuin vast te stellen voorwaarden. Leeuwarden, 2 December 1920. Burgemeester en Wethoudei s van Leeuwarden, J. M. VAN BEYMA, Burgemeester. M. GOSLINGS, Secretaris. De Raad der gemeente Leeuwarden Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wet houders tot vaststelling van eene verordening op het gebruik en beheer van den Stads- of Prinsentuin, met intrekking van de bestaande (Gemeenteblad 1919 no. 10) Besluit vast te stellen de navolgende VERORDENING op het gebruik en het beheer van den Stads- of Prinsentuin. Art. 1 Tot den Stads- of Prinsentuin behooren de per- ceelen, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, sectie C, nos. 56, 916, 1377, 1418, 1419, 1551, 1594 en 1695, te zamen groot 1 hectare 84 are 35 centiare. Art. 2. De in art. 1 genoemde tuin en gebouwen zijn in den regel voor het publiek geopend gedurende de maanden Maart tot en met October op door Burge meester en Wethouders vast te stellen uren. Burgemeester en Wethouders hebben de bevoegd heid al naar de weersgesteldheid de openstelling te verlengen of te verkorten. Kinderen beneden den leeftijd van twaalf jaren worden niet dan onder behoorlijk geleide, ter beoor deeling van Burgemeester en Wethouders, toegelaten. De door Burgemeester en Wethouders met het toe- 358 359

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1920 | | pagina 182