b. tot het verleenen van subsidie aan den pachter voor de door hem te geven muziekuitvoeringen d. voor de verlichting gedurende muziekuitvoeringen en vermakelijkheden, zoomede voor het aanschaffen en verbeteren der daartoe benoodigde toestellen Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1920. zicht in den tuin belaste beambten zijn te allen tijde bevoegd personen, die zich in den tuin onwel voegel ijk gedragen of de goede orde storen, te doen verwijderen. Van hen, die zich aan de in het vorige lid genoemde feiten schuldig maken, kan de entree- of abonnements kaart, bedoeld bij artt. 6 en 7, worden ingetrokken en hun kan voor het verdere seizoen de toegang tot den tuin worden ontzegd. Het brengen van rijwielen in den tuin is verboden, behalve voor hen, die krachtens hun ambt of beroep ter uitoefening van hun opgedragen werkzaamheden in den tuin aanwezig moeten zijn. Uitzondering op dit verbod kan worden gemaakt voor hulpbehoevende bezoekers, die zich zonder hun rijwiel niet of niet voldoende kunnen verplaatsen, zulks ter beoordeeling van Burgemeester en Wet houders of de door hen aangewezen beambten. In dit geval worden de door deze beambten te geven voorschriften omtrent de wijze van plaatsing der rij wielen nauwkeurig opgevolgd. Art. 3. Ieder, die zich 's avonds tegen het tijdstip voor de sluiting, bij art. 2 bepaald, in den tuin of in een der daartoe behoorende gebouwen bevindt, is verplicht op de eerste aanmaning van de personen, met het toezicht belast, of van den pachter, den tuin of het gebouw te verlaten. Art. 4. Het exploiteeren der buffetten en het gebruik der gebouwen worden door burgemeester en wethouders verpacht op daarvoor vast te stellen voorwaarden. Het toezicht op de naleving dier voorwaarden is hun opgedragen. De pachtsom wordt in de begrooting der gemeente verantwoord. Art. 3. Ieder, die zich 's avonds tegen het tijdstip voor de sluiting, door Burgemeester en Wethouders bepaald, in den tuin of in een der daartoe behoorende ge bouwen bevindt, is verplicht op de eerste aanmaning van de personen, met het toezicht belast, of van den pachter, den tuin of het gebouw te verlaten. Art. 4. Het exploiteeren der buffetten en het gebruik der gebouwen worden door Burgemeester en Wethouders verpacht op door hen vast te stellen voorwaarden. Het toezicht op de naleving dier voorwaarden is hun opgedragen. Art. 6. De vrije toegang voor het publiek kan worden op geheven, wanneer in den tuin muziekuitvoeringen of andere vermakelijkheden worden voorbereid of gegeven. De bepaling van het getal, zoowel als van den tijd, waarop die muziekuitvoeringen of vermakelijkheden zullen worden gegeven, is opgedragen aan burge meester en wethouders. Art 5. De vrije toegang voor het publiek kan worden op geheven, wanneer in den tuin muziekuitvoeringen of andere vermakelijkheden, bijeenkomsten enz. worden voorbereid, gegeven of gehouden. De bepaling van het getal, zoowel als van den tijd, waarop die muziekuitvoeringen of vermakelijkheden zullen worden gegeven, is opgedragen aan Burge meester en Wethouders. Art. 6. De in art. 5 genoemde muziekuitvoeringen en ver makelijkheden zijn toegankelijk voor abonné's en voor vreemdelingen en niet-geabonneerden tegen eene door burgemeester en wethouders vast te stellen entree. In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders aan corporatiën of vereenigingen vrij stelling van entree verleenen. Art. 6. De in art. 5 genoemde muziekuitvoeringen en ver makelijkheden zijn toegankelijk tegen eene door Burge meester en Wethouders vast te stellen entree. Art. 2, derde lid en volgende leden, zijn ten dezen van toe passing. In bijzondere gevallen kunnen Burgemeester en Wethouders aan corporatiën, vereenigingen of vreemde lingen vrijstelling van de betaling van entree ver leenen. Art. 7. Burgemeester en Wethouders stellen jaarlijks voor iedereen abonnementskaarten verkrijgbaar, die aan den houder toegang verleenen tot de van gemeente wege in den tuin te geven muziekuitvoeringen en vermakelijkheden. De prijs dezer abonnementskaarten tot een maximum van f 8.per kaart, wordt door Burgemeester en Wethouders vastgesteld. Art. 7. Burgemeester en Wethouders stellen jaarlijks voor iedereen abonnementskaarten verkrijgbaar, die aan den houder toegang verleenen tot de van gemeente wege in den tuin te geven muziekuitvoeringen, ver makelijkheden en bijeenkomsten, voor zooverre niet uitdrukkelijk door Burgemeester en Wethouders anders is bepaald. De prijs dezer abonnementskaarten, tot een maximum van 3.per kaart, wordt door Burgemeester en Wethouders vastgesteld. 360 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1920. Bijl. no. 66. Art. 8. De abonnementsgelden en entrée's worden zooveel mogelijk aangewend a. tot het geven van muziekuitvoeringen en ver makelijkheden c. tot het aanbrengen van versieringen en die werken, welke strekken tot het genot der abonné's e. voor het houden van toezicht in den tuin ge durende muziekuitvoeringen en vermakelijkheden f. tot het betalen der belasting op de openbare vermakelijkheden en der kosten vallende op het beheer. Art. 9. Behalve de muziekuitvoeringen en vermakelijkheden, in art. 5 bedoeld, hebben burgemeester en wethouders het recht, om van gemeentewege op zoodanige tijden, als zij zullen goedvinden, feesten in den tuin te geven of door anderen te doen geven op door het college te stellen voorwaarden. Eveneens kan door hen den pachter verlof worden verleend muziekuitvoeringen of vermakelijkheden te geven tegen betaling van entrée te zijnen behoeve. De kosten van belasting en verlichting komen als dan te zijnen laste. Art. 8. Behalve de muziekuitvoeringen en vermakelijkheden, in art. 5 bedoeld, hebben Burgemeester en Wethouders het recht, om van gemeentewege op zoodanige tijden, als zij zullen goedvinden, feesten, congressen, bijeen komsten enz. in den tuin te geven of te houden of door anderen te doen geven of te doen houden op door het college te stellen voorwaarden. Eveneens kan door hen den pachter verlof worden verleend muziekuitvoeringen of vermakelijkheden te geven tegen betaling van entrée te zijnen behoeve. De kosten van belasting, verlichting en toezicht komen alsdan te zijnen laste. Art. 9. Deze verordening treedt in werking op 1 Januari 1921. Met dat tijdstip vervalt de verordening op het gebruik en beheer van den Stads- of Prinsentuin, opgenomen in gemeenteblad 1919 no. 10. Leeuwarden, 19 De Raad voornoemd, 361

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1920 | | pagina 183