Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1920.
Volgnummer.
Hoofdstuk
II
Afdeeling- I,
II, III en IV
OMSCHRIJVING DER INKOMSTEN.
Ontvangen
BEDRAG
in 1918.
GERAAMD BEDRAG
voor
1919
1920
4
5
6
Art. 1
Art. 1
Art. 1
Overgebracht
De opcenten bedragen volgens het kohier dienst
1919 39.304,99. Den geringen aanbouw in de laat
ste jaren in aanmerking nemende, heeft men ge
meend een ronde som van 39.500,te kunnen
ramen.
De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van
7 November 1865, goedgekeurd bij Koninklijk be
sluit van 12 December d.a.v.
Totaal van de Iste afdeeling
AFDEEL1NG II.
Opcenten op de hoofdsom der personeele belasting.
51)75 opcenten op de hoofdsom der personeele
belasting
Op de kohieren der personeele belasting over
1918 is aan opcenten vermeld een bedrag van
85.591,55 op die over 1919 tot en met einde
Augustus 93.631,40.
In verband met den geringen aanbouw in de
laatste jaren en met het oog op de omstandigheid
dat de heffingsverordening, tengevolge van de wij
ziging der wet op de personeele belasting, bij
raadsbesluit van 28 October 1919 opnieuw is vast
gesteld en daarbij op eenigszins andere schaal is in
gericht dan de bestaande heffing, wordt het wen-
sehelijk geacht, hoewel niet is aan te nemen dat
de opbrengst onder het nieuwe heffingsbesluit
minder zal bedragen dan thans, de raming niet
hooger te stellen dan op 93.000,
Totaal van de Ilde afdeeling
AFDEELING III.
Opcenten op de dividend en tantiemebelasting
Opcenten op de dividend- en tantièmebelasting.
Krachtens artikel 1 der wet van 26 Juni 1918,
Staatsblad No. 502, worden op de dividend- en
tantièmebelasting ten behoeve van de gemeente,
ambtshalve 30 opcenten geheven, terwijl artikel 2
dier wet den gemeentebesturen de bevoegdheid
toekent om bovendien ten hoogste nog 18 opcenten
te heffen. Van deze bevoegdheid is gebruik ge
maakt; de betreffende heffingsverordening werd
vastgesteld Dij raadsbesluit van 14 October 1919.
Waar omtrent de opbrengst geene gegevens
voorhanden zijn, wordt het artikel voor Memorie
uitgetrokken.
Totaal van de lilde afdeeling
AFDEELING IV.
Hoofdelijke omslag of andere, directe belasting naar
het geschatte inkomen of naar den uiterlijken staat.
Plaatselijke directe belasting naar
het inkomen
De primitieve kohieren over 1919 zijn vastge
steld op een totaalcijfer van aanslag van
19.263.640.
Over te brengen
38.467
72
39.000
39.500
38.467
72
39.000
39.500
85.591
55
84.000
93.000
85.591
55
84.000
93.000
Memo
rie
Memo
rie
792.545
746
1.115.00C
1.550.000
792.545
745
1.115.00C
1
1.550.00C
-
6
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1920. Bijl. no
Volgnummer.
Hoofdstuk
II
Afdeeling-
IV, V en IV
OMSCHRIJVING DER INKOMSTEN.
Ontvangen
BEDRAG
in 1918.
GERAAMI
vo
1919
BEDRAG
or
1920
7
8
Art.' 1
Art. 1
Overgebracht
Dit cijfer in aanmerking nemende en er op
rekenende dat het belastbaar inkomen, tengevolge
van verminderde inkomsten, in 1920 zal dalen,
heeft men gemeend voor de raming voor dat jaar
een rond cijfer van aanslag van 18.500.000
als grondslag te kunnen nemen.
Bij eene heffing naar 8 ten honderd kan de on
zuivere opbrengst worden geschat
op1.480.000,
Voor vermindering wegens ont
heffing, afschrijving en oninbare
posten, onder aftrek van restitu
tion, wordt geraamd eene ronde
Blijft 1.450.000,—
Hierbij het vermoedelijk bedrag
der suppletoire kohieren, waarvoor
geraamd wordt eene ronde som van 100.000,
Totaal 1.550.000,—
De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van
18 December 1917, goedgekeurd bij Koninklijk
besluit van 27 Maart 1918, 110. 91.
Totaal van de IVde afdeeling
AFDEELING V.
Belasting op de honden.
Belasting op de honden
De lijsten over 1918 zijn vastgesteld tot een be
drag van1.984,50
Hieraf het bedrag der ontheffin
gen en oninbare posten187,50
Rest 1.797,
Met het oog hierop is geraamd eene ronde som
van 1.800,
Het bedrag der eventueel te verleenen restitu-
tiën is uitgetrokken onder volgno. 145.
De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van
25 Juli 1905, goedgekeurd bij Koninklijk besluit
van 9 September 1905, no. 35.
Totaal van de Vde afdeeling
AFDEELING VI.
Belasting op tooneelvertooningen en andere openbare
vermakelijkheden.
Belasting op tooneelvertooningen en andere
openbare vermakelijkheden
De opbrengst over 1918, bedragende ruim
32.000,in aanmerking nemende, heeft men
gemeend eene ronde som van 32.000,te kunnen
ramen.
De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van
12 Juni 1917, goedgekeurd bij Koninklijk besluit
Over te brengen
792.545
745
1.115.000
1.550.000
792.545
745
1.115.000
1.550.000
1.797
1.800
1.800
1.797
1.800
1.800
32.248
92
19.470
32.000
32.248
92
19.470
32.000
i