f 110 111 Bijlage tot het verslag der handelingen van don gemeenteraad van Leeuwarden, 1920. LASTEN Uitgegeven BEDRAG in 1918. GERAAMD BEDRAG voor 1919. 1920. XIIi. Tegemoetkoming aan de Gemeente in de betaalde toe slagen krachtens B van het besluit van den Raad dd. 5 Febr. 1918 gemeenteblad No. 10 van 1918 Totaal Hoofdstuk Xlla XIII. De aan de gemeente toekomsnde vergoeding ad 0.70 per M1. buizenleiding Totaal Hoofdstuk XI fl XIV. De aan de gemeente toekomende rente ad 4 °/o van d® schuld der fabriek aan de gemeente f Totaal Hoofdstuk XIV XV. Eene storting in het afschrijvings- en vernieuwingsfonds berekend volgens de bepalingen van art 28 Totaal Hoofdstuk XV XVI. Eene storting in het reservefonds, berekend volgens do bepalingen van art. 31 Totaal Hoofdstuk XVI XVII. Eene winstuitkeering aan de gemeente Totaal Hoofdstuk XVII XVIII. Eene uitkeering uit de winst ter bestrijding der uit breidingswerken f Totaal Hoofdstuk XVIII XIX. Een extra storting in het afschrijvings- en vernieuwingsfonds Totaal Hoofdstuk XIX Nihil Nihil 42518 70 42518 70 18448 28 18418 28 34110 465 34110 465 132952 24B 132952 24B Nihil Nihil 42591 195 42591 19B 102353 80 102353 80 1048^9 29 44201 29 44201 50 44201 50 18774 85 18774 85 36628 59 36628 59 Memo rie K a> 3 O rie Nihil Nihil Nihil Nihil Memo 46018 46018 18811 18811 rie 70 70 99 99 37238 65 37238 Memo 41039 41039 Memo Nihil Memo Nihil 65 rie 12 12 rie rie Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1920. Bijl. no 2. TOELICHTING. Xlla Wordt voor 1920 pro memorie uitgetrokken. XIII Volgens art. 19 Ili der verordening moet jaarlijks een uitkeering plaats hebben van 0.70 per M1. buizenleiding. De lengte van het buizennet was op 31 December 1918 60,741 M. Gedurende 1919 en 1920 kan een vermeerdering verwacht worden van 5000 M., zoodat de totale lengte van het buizennet op 31 December 1920 wordt geschat te zullen bedragen 65,741 M., waarvoor aan de gemeente zal moeten worden betaald 46,018.70. XIV De leeningschuld van de fabriek aan de gemeente bedroeg op 1 Januari 1919 446.107.58, ver meerderd met de vermoedelijke leening 1919 te sluiten in 1920, groot ƒ39,291.58, totaal 485,399.16 Na Verplichte 2J/2 °l- nflnssino- vnn '/0 aflossing van de leening 1905 groot oorspronkelijk 1908/09 1911 1912 1913 1914 1915 1917 74,313.45 468,367.395 15,600.64 3,148.34B 14,816.56 14,868.716 3,305,76 9,557.02 zal de totale schuld op 1 Januari 1920 bedragen waarvan over 1920 4 °/o of 18,811.99 verschuldigd is. 1,857.835 11,709.18B 390.01B 78.71 370.415 371.72 82,64B 238.92B 15,099.45 470,299.71 XV Volgens de balanswaarde op 1 Januari 1920, waarbij is rekening gehouden met de te verwachten waardevermeerdering gedurende 1919 en de afschrijvingen op de balanswaarde van 1 Januari 1919, zullen deze afschrijvingen over 1920 bedragen f 37,238.65. Voor de zuivere berekening van dit bedrag wordt verwezen naar het aan het slot van deze begrooting opgenomen staatje. Uit dit fonds zal de 2V2 °/o schuldaflossing aan de gemeente worden voldaan ten bedrage van 16,081.735 en het restant, zijnde f 21,156.9l5 ter bestrijding van kosten van aanleg en uitbreiding worden aangewend XVI Waar het reservefonds is volgestort is deze post pro memorie uitgetrokken. XVII Blijkens de ramingen van Baten en Lasten zal over 1920 vermoedelijk een winst van f 41,039.12 worden gemaakt. Dit bedrag komt, volgens art. 30 der verordening, nu het reservefonds is volgestort, geheel ten goede aan de gemeente. XVIII Wordt voor 1920 voor memorie uitgetrokken. XIX Alsvoren.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1920 | | pagina 56