Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1920.
Volgnummer.
OMSCHRIJVING DER INKOMSTEN.
Ontvangen
BEDRAG
in 1918.
GERAAMD BEDRAG
voor
1919
1920
16
Art. 8
Overgebracht
Opbrengst wegens het gebruik van schoollokalen
voor particuliere lessen
In verband met de ontvangsten over 1918 ad
559,87®, geraamd op eene ronde som van 550,—
De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van
28 Januari 1908, goedgekeurd bij Koninklijk be
sluit van 10 Maart 1908, no. 9.
63.334
559
83
87®
61.736
800
79.990
550
17
Art. 9
Vergoeding voor het schoonhouden van school
lokalen gebruikt voor particuliere lessen
In verband met de ontvangsten over 1918 ad
341,05 geraamd op eene ronde som van 350,
Vergelijk de uitgaaf onder volgno. 357.
De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van
28 Januari 1908, goedgekeurd bij Koninklijk be
sluit van 10 Maart 1908, no. 9.
341
05
500
350
18
Art. 10
Rechten wegens het gebruik van de benzinebe
waarplaats
In .1918 is op dezen post niets ontvangen. Voor
1919 is geraamd 90,In verband met een en
ander wordt als ontvangst geraamd 10,
De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van
9 Juni 1903, goedgekeurd bij Koninklijk besluit
van 2 Juli 1903, no. 34.
90
10
19
Art. 11
Rechten wegens tijdelijk gebruik van openbare
straten voor particuliere doeleinden
Met het oog op de opbrengst over 1918 ad
1.351,93, en de raming voor 1919 ad 600,
geraamd op eene ronde som van 1.000,
De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van
S Mei 1900, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van
25 Juli 1900, no. 35.
1.351
93
600
1.000
20
Art. 12
Leges, geheven ter gemeente-secretarie, aan het
gemeente-archief en rechten wegens verrichtin
gen van den ambtenaar van den burgerlijken
In aanmerking genomen de opbrengst over 1918
ad 2.785,79®, en mede met het oog op de verhoo
ging van verschillende tarieven ingevolge de in
het heffingsbesluit aangebrachte wijzigingen,
heeft men gemeend eene ronde som van 3.500,
te kunnen ramen. De heffing geschiedt ingevolge
raadsbesluit van 8 Augustus 1899, goedgekeurd
bij Koninklijk besluit van 25 October 1899, No. 29,
gewijzigd bij raadsbesluiten van 25 April 1905, 22
October 1907, 6 December 1910 en 25 Maart/13 Mei
1919, laatstelijk goedgekeurd bij Koninklijk besluit
van 10 Juli 1919, no. 42.
2.785
79'
2.700
3.500
21
Art. 13
Vergunningsrecht voor den verkoop van sterken
drank in het klein
Het over 1918 ingevorderd vergunningsrecht
bedraagt 8.250,terwijl de primitieve lijst van
verschuldigd recht voor het vergunningsjaar 1919/
20 is opgemaakt tot een bedrag van ruim 7.900,
In verband met een en ander en er op rekenende
dat het getal vergunningen vermindert en de aan
slagen door het verminderen van het gebruik
moeten worden verlaagd, is eene ronde som van
7.500,geraamd.
8.250
7.000
7.500
Over te brengen
76.623
48
73.426
92.900
Bijlage tot het
verslag der handelingen van den gemeenteraad van
Leeuwarden, 1920. Bijl. no. 1.
o
fl
Jïp
OMSCHRIJVING DER INKOMSTEN.
Ontvangen
BEDRAG
in 1918.
GERAAMD BEDRAG
voor
1919
1920
Art. 14
23
Art. 15
24
Art. 16
25
Art. 17
Overgebracht
De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van
28 Maart 1905, goedgekeurd hij Koninklijk besluit
van 11 April d.a.v., no. 35.
Begrafenisrechten
De opbrengst aan begrafenisrechten wTordt voor
1920 geraamd als volgt:
Spanjaardslaan 500,
Noorderbegraafplaats12.000,
Samen 12.500,
De heffing geschiedt, wat betreft de begraaf
plaats aan de Spanjaardslaan krachtens raads
besluit van 23 Mei 1899, goedgekeurd bij Konink
lijk besluit van 22 Juli 1899, No. 56, gewijzigd bij
raadsbesluiten van 26 Februari 1907 en 15 April
1919, welke wijzigingen zijn goedgekeurd bij
Koninklijke besluiten van 13 April 1907, no. 63
en 4 Juni 1919, no. 23, en wat betreft de Noorder
begraafplaats krachtens raadsbesluit van 15 April
1919, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van
4 Juni 1919, no. 23.
Schoolgelden voor lager onderwijs
Over 1918 is na aftrek der verleende afschrij
vingen en oninbare posten ontvangen 27.244,86"'.
In verband daarmede is voor 1920 geraamd eene
som van 27.200,
Onder de ontheffingen zijn niet begrepen de res-
titutiën wegens te veel betaalde schoolgelden. Ver
gelijk hieromtrent volgno. .146.
De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van
14 Juni 1904, goedgekeurd bij Koninklijk besluit
van 22 Juli 1904, no. 28, gewijzigd bij raadsbeslui
ten van 23 Januari 1906, 12 December 1911, 9 Juni
1914 en 28 Maart 1916, welke wijzigingen zijn goed
gekeurd bij Koninklijke besluiten van 26 Februari
1906, no. 30, 12 Januari 1912, no. 23, 24 September
1914, no. 73 en 3 Juni 1916, no. 14.
Schoolgelden voor middelbaar onderwijs
Over 1918 is na aftrek der verleende afschrijvin
gen en oninbare posten ontvangen aan school
gelden van de middelbare school voor meisjes, de
burgeravondschool en de middelbare avondhan
delsschool 11.662,36®.
In verband daarmede en in aanmerking ge
nomen het bedrag van de in 1919 opgemaakte
lijsten van schoolgelden is voor 1920 geraamd
13.000,—.
Onder de ontheffingen zijn niet begrepen de res-
titutiën wegens te veel betaalde schoolgelden.
Vergelijk hieromtrent volgno. 146.
De heffing geschiedt, wTat betreft het schoolgeld
aan de school voor middelbaar onderwijs voor
meisjes krachtens raadsbesluit van 9 April 1918,
goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 18 Sep
tember 1918, no. 57, aan de burgeravondschool
krachtens raadsbesluit van 11 Juni 1907, goedge
keurd bij Koninklijk besluit van 9 Augustus 1907,
no. 64 en aan de middelbare avondhandelsschool
krachtens raadsbesluit van 7 September 1915, goed
gekeurd bij Koninklijk besluit van 21 Maart 1916,
no. 15, gewijzigd bij raadsbesluit van 27 November
1917, welke wijziging is goedgekeurd bij Koninklijk
besluit van 24 Januari 1918, no. '57.
Schoolgelden voor hooger omlerwjjs
Over 1918 is na aftrek der verleende afschrijvin-
Over te brengen
11
16.623
6.711
27.244
48
15
73.426
92.900
5.300| 12.500
86® 27.400
36'
8.964 50
4-
131.206 36
10.400
9.500
27.200
13.000
9.000
154.600
Hoofdstuk
II
Afdeeling
VII
O
Hoofdstuk
II
Afdeeling
VII
22
11.662
126.026