139
.4T#
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1920. Bijl, HO. 9.
Bijlage no. 9.
GEMEENTELIJKE STEUN voor don bouw van
middenstandswoningen.
Aan den Gemeenteraad.
Door het bestuur der Coöperatieve Vereeniging
„Woningbouw" alhier, wordt, blijkens het hierbij over
gelegde, 19 November 1919 ingekomen, adres met
bijlagen voor het bouwen van een 70-tal zoogenaamde
middenstandswoniugon steun van gemeentewege ge
vraagd in den vorm van
a. een subsidie ten bedrage van 303,819.
b. een hypotheek onder verband van te bouwen
woningen tot een bedrag van 270,000.en
c. afstand in erfpacht van terreinen, aangegeven
op het bij de stukken gevoegde schetsje, gelegen aan
den Harlinger straatwegeen en ander in verband
met het Koninklijk Besluit van 6 November 1919,
no. 51.
Blijkens gemeld Koninklijk Besluit, dat geheel los
van de woningwet staat, kan de Minister van Arbeid
ten behoeve van den bouw van middenstandswoningen
aan gemeenten bijdragen in eens toekennon tot
ten hoogste het drievoud van het bedrag dat voor
hetzelfde doel uit de gemeentekas wordt verstrekt.
Voorts moet anderhalf maal de bouwkosten van 1914
door de huren gedekt zijn, d. w. z. de huren moeten
als regel zóó zijn, dat daaruit kunnen worden bestreden
rente en aflossing van een bouwkapitaal dat anderhalf
maal zoo groot is als in 1914 noodig zou zijn geweest
om de woningen te bouwen. De rest der bouwkosten
wordt als subsidie (dus zonder gehoudenhoid tot terug
betaling of rentebetaling) door de gemeente voor 1/i
gedeelte en door het Rijk voor 3/4 gedeelte gegeven.
Do bijdragen worden voorts alleen gegeven voor
middenstandswoningen, waarvan de huurprijs niet over
schrijdt een bedrag, door voornoemden Minister vast
te stellen.
Alvorens nu echter door den betrokken Minister
eene bijdrage uit 's Rijks kas wordt verleend, moet
volgens het Koninklijk Besluit door de gemeente met
betrekking tot het plan waarvoor de bijdrage wordt
gevraagd, de goedkeuring van den Minister worden
verkregen op
a. het bouwplan
b. de regeling van de huren
c. de regeling van de financieele verhouding tusschen
de gemeente en de vereeniging, alsmede het toezicht
dat van gemeontowege op de naleving van die regeling
zal worden uitgeoefend en
d. de regeling van de bepaling van het bedrag van
den voor de gemeente te verleenen steun.
Vervolgens kunnen door den Minister van Arbeid aan
voormelde voorwaarden sommige worden toegevoegd.
Ofschoon door den Raad omtrent deze aange
legenheid daarom nog geen definitief besluit kan
worden genomen, te meer waar ook nog niet het
advies van de Gezondheidscommissie is ingewonnen,
zou hij zich toch in beginsel hierover kunnen uitspreken.
Wij merken op dat ten behoeve van arbeiders
woningcomplexen met rijkssteun ingevolge de woning
wet te bouwen of in den laatsten tijd gebouwd, door
de gemeente jaarlijks gemiddeld een bijslag wordt
verleend van f 49.50 per woning.
Zoo zal de exploitatie van de 130 woningen aan
het Cambuurstorpad, blijkens de ingezonden begrooting
der exploitatie, van de gemeente, die het tekort voor
hare rekening heeft genomen, met inbegrip der toe
gezegde bijdrage in de betaling der annuïteit, een
uitgaaf vorderen van 7,608.04 of wel 58.50
per woning.
Be 108 woningen aan den weg Achter de Hoven
van de woningstichting „Patrimonium" kosten de
gemeente jaarlijks 4,157.59 of 38.50 per jaar
en per woning.
Hierbij moet niet uit het oog worden verloren dat
na eenigen tijd de rijksbijdragen komen te vervallen
en deze bedragen belangrijk zullen kunnen worden
verhoogd.
Het komt ons voor dat in verband hiermede ook
ten behoeve van den middenstandswoningbouw,
de gemeente zich niet van steun mag onthouden.
Met de overgelegde kostenberekening kunnen wij
ons echter niet vereenigen. Door de vereeniging is
o. a. onder de bouwkosten opgenomen eene som van
150,630.wegens de waarde van den grond. Dit
zou volkomen juist zijn, indien de grond zou moeten
worden gekocht. De bedoeling is echter den grond
in erfpacht aan te vragen, zoodat genoemd bedrag
van de totale bouwkosten moet worden afgetrokken.
De zuivere stichtingskosten voor 1919 zullen derhalve
gesteld kunnen worden op 601,210.en die voor
1914, vermeerderd met 50 °/0, op 335,481.Het
verschil ad 265,729.zou dus, indien het Rijk
zich verbindt hiervan 3/4 bij te dragen, als fonds
perdu kunnen worden aangemerkt. Het ten laste der
gemeente komende gedeelte bedraagt dan l/i X
265,729.66,432.25. Naar 6 rente per
jaar zou dit voor de gemeente eene jaarlijksche uit
gaaf beteekenen van 3,985.935 of 57.per
woning.
Door de vereeniging moet dan zelf een som
van 335,481.aan stichtingskosten worden go-
vonden. Volgens de statuten is ieder lid verplicht
aandeelen to nemen tot een bedrag van 10 der
stichtingskosten voor de door hem in gebruik te
nemen woning. Onder stichtingskosten worden ver
staan de kosten, welke de vereeniging uit eigen
financiën tot de stichting heeft bijgedragen. Van de
zooeven genoemde stichtingskosten a 335,481.
zal dus door leden 10 is afgerond 34,000.
moeten worden bijgedragen. Voor het restant a
301,481.zou de vereeniging alzoo hypotheek
noodig hebben.
Dezen steun zouden wij alleen in het uiterste geval
willen verleenen, n.l. wanneer door het bestuur ten
genoegen van ons college wordt aangetoond dat het
niet bij machte is dit bedrag elders te verkrijgen.
Het hierop eventueel te lijden renteverlies zal
gering zijn, zoodat hiermede geen rekening is ge
houden bij de bepaling van het bedrag dat per jaar
en per woning op deze woningen zal moeten worden
bijgepast. Desnoods zou hiervoor de bemiddeling van
de regeering kunnen worden ingeroepen tot het ver
krijgen van een gelijk bedrag als voorschot aan de
gemeente.
Voorts moeten o.i. aan den gemeentelijken steun
de volgende voorwaarden worden verbonden, n.l. dat:
a. bij een eventueele winst, deze niet, zooals in
art. 29, 1°. der statuten (bijlage A) is aangegeven,
ten goede komt aan commissarissen, leden etc., doch
geheel gestort wordt in een te stichten reservefonds.
Immers het behoort uitgesloten te zijn dat door
particulieren winst wordt behaald op een bouw, welke
slechts door betrekkelijk groote bijdragen a fonds
perdu uit 's Rijks- en gemeentekas is tot stand ge
komen. Veeleer behoort deze aan de gemeenschap
die de bijdrage verstrekte ten goede te komen
b. de gemeente te allen tijde, zoolang het voor
schot dat onder hypothecair verband is verstrekt nog
niet geheel is afgelost, het recht heeft, om met be
ëindiging van het erfpachtsrecht de met het voorschot
gebouwde opstallen alsmede het reservefonds over te
nemen onder verplichting:
A. dat alleen door de gemeente wordt uitgekeerd
1°. het bedrag van het op het tijdstip van de
overneming in den bouw gestoken eigen kapitaal