>- I,V"
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1920.
2°. de eventueele liquidatiekosten
B. dat aan de vereeniging kwijtschelding wordt
verleend van het nog niet afgeloste gedeelte van het
voorschot
c. de bouw, benevens elke verbouwing, moet ge
schieden volgens door Burgemeester en Wethouders
in alle opzichten goedgekeurde plannen, teekeningen,
bestekken, gunning der openbare aanbesteding enz.
d. door de vereeniging zonder goedkeuring van
Burgemeester en Wethouders geene onroerende goede
ren worden vervreemd of bezwaard, geene geldleeningen
aangegaan, geene dadingen getroffen of rechtsgedingen
worden gevoerd
e. de huurprijzen na overlegging der jaarlijksche
exploitatie-rekening onder goedkeuring van Burge
meester en Wethouders worden bepaald en de
vereeniging de woningen niet mag verhuren aan
personen wier belastbaar inkomen volgens de be
trekkelijke verordening op een plaatselijk directe
belasting naar het inkomen een bedrag van 4000.
te boven gaat, terwijl voorts de huur niet minder mag
bedragen dan van het zuiver inkomen van den
huurder. In speciale gevallen, b.v. wanneer zich geene
gegadigden opdoen voor eene woning, moet vooraf
het gevoelen van Burgemeester en Wethouders worden
ingewonnen
f. de uitvoering van den bouw of van verbouwing
geschiedt onder toezicht van den door Burgemeester
en Wethouders aan te wijzen gemeente-opzichter op
kosten der vereeniging
g. de vereeniging zich onderwerpt aan de voor
waarden en bepalingen welke Burgemeester en Wet
houders overigens zullen noodig achten.
Blijkens de bij het adres overgelegde exploitatie
rekening is het de bedoeling voor de ontworpen 23
woningen type A, bestaande uit 2 kamers, keuken,
gang en privaat beneden, 4 slaapkamers mot overloop
en zolder met slaapkamer boven, een huur te vragen
van 630.per jaar, voor de 33 woningen type B,
bestaande uit 2 kamers, keuken, gang en privaat
beneden en 3 slaapkamers met zolder en overloop
boven, een huur van 470.per jaar en voor de
14 woningen type E, bestaande uit 2 kamers, keuken,
gang en privaat beneden en 3 slaapkamers met over
loop boven, een huur van 360.per jaar. Alle
woningen zijn voorzien van eene bergplaats en kelder.
Genoemde huurprijzen zullen, nu een geheel andere
opzet van het bouwplan moet worden gevolgd dan
de vereeniging doet, eenigszins verhoogd moeten
worden, zooals uit de hieronder afgedrukte exploitatie
rekening zal blijken.
De op de exploitatierekening der vereeniging voor
komende post „Onverhuurd" en Reserve voor Onvoor
zien" zouden wij, als overbodig, daarvan willen afvoeren
en den post „Onderhoud" welke laag voorkomt met de
daarvoor uitgetrokken bedragen wenschen te verlioogen.
De exploitatie-rekening zooals wij ons die voorstellen
zal er uitzien als volgt:
UITGAVEN
Erfpacht 63/4 van 150,360.— 8,645.70
Rente van 34,000.ledenkapitaal 1,360.
Annuïteit (50 jaar 5s/4 van 301,481.81 18,465.76
aflossing).
Onderhoud 5,003.54
Grondbelasting2,500.
Brandverzekering600.
Administratie e. d700.
Totaal 37,275.
ONTVANGSTEN
Huur 23 woningen type A a 675.
«33
14
B 500.-
E 375.
Totaal
15,525.—
16,500.—
5,250.—
37,275.--
Op grond van het vorenstaande en onder mede-
deeling, dat de finantieele commissie zich in beginsel
met ons voorstel heeft vereenigd, geven wij U in
overweging te besluiten
In afwachting van het definitief te nemen besluit,
als voorloopige beschikking op zijn adres van 19
November j.l., aan het Bestuur der Coöperatieve
Vereeniging „Woningbouw" mede te deelen, dat er
dezerzijds tegen de medewerking der gemeente aan
den bouw van 70 stuks middenstandswoningen, op
een terrein aan den Harlinger straatweg geen be
zwaar bestaat, onder bepaling, dat de bedragen ad
66,432.25 en 301,481.onderscheidenlijk als
fonds perdu en hypotheek als maxima zijn te be
schouwen, die door Burgemeester en Wethouders naar
evenredigheid worden verminderd, indien bij de aanbe
steding do bouwkosten minder zullen bedragen dan
aanvankelijk is geraamd en voorts op de volgende
voorwaarden, n.l. dat
a. eene eventueele winst niet, zooals in artikel
29, 1° der statuten is aangegeven, ten goede komt
aan commissarissen etc., doch geheel gestort wordtin een
te stichten reservefonds, waarvan de rente aan het
fonds ton goede komt en waarover alleen beschikt
kan worden met goedvinden van Burgemeester en
Wethouders
b. de gemeente te allen tijde, zoolang het voor
schot, dat onder verband van hypotheek werd ver
strekt, nog niet geheel is afgelost, het recht heeft,
om, met beëindiging van het erfpachtsrecht, de met
het voorschot gebouwde opstallen, alsmede het
reservefonds, over te nemen, onder verplichting
A. dat alleen door de gemeente aan de vereeniging
wordt uitgekeerd
1°. het bedrag van het op het tijdstip van de over
neming in den bouw gestoken eigen kapitaal
2°. de eventueele liquidatiekosten
B. dat aan de vereeniging kwijtschelding wordt
verleend van het nog niet afgeloste gedeelte van het
voorschot
c. de bouw, benevens elke verbouwing, moet ge
schieden volgens door Burgemeester en Wethouders
in alle opzichten goedgekeurde plannen, teekeningen,
bestekken, gunning der openbare aanbesteding enz.
d. door de vereeniging, zonder goedkeuring van
Burgemeester en Wethouders, geene onroerende zaken
worden vervreemd of bezwaard, geen geldleeningen
aangegaan, geen dadingen getroffen of rechtsgedingen
worden gevoerd
e. de huurprijzen na overlegging der jaarlijksche
exploitatie-rekening onder goedkeuring van Burge
meester en Wethouders worden bepaald en de ver
eeniging de woningen niet mag verhuren aan
personen, wier belastbaar inkomen, volgens de be
trekkelijke verordening op een plaatselijke directe
belasting naar het inkomen, een bedrag van 4000.
te boven gaatdat voorts de huur niet minder mag
bedragen dan x/7 van het zuiver inkomen van den
huurder, terwijl in speciale gevallen, b.v. wanneer
zich geen gegadigden opdoen voor eene woning en
de huur lager gesteld zou moeten worden, hierover
eerst het gevoelen van Burgemeester en Wethouders
moet worden ingewonnen
door het bestuur aan Burgemeester en Wet
houders wordt aangetoond dat het niet bij machte is
het gevraagde voorschot onder hypothecair verband
elders te verkrijgen
140
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1920. Bijl. no. 9.
g. de uitvoering van den bouw of verbouwingen
geschiedt onder toezicht van een door Burgemeester
en Wethouders aan te wijzen gemeente-opzichter, op
kosten der vereeniging
h. de vereeniging zich onderwerpt aan de voor
waarden en bepalingen welke Burgemeester en Wet
houders overigens noodig zullen achten
een en ander indien op de regeling, voor zoover
noodig, krachtens Koninklijk Besluit van 6 November
j.l. no. 51, de goedkeuring van den Minister van
Arbeid is verkregen.
Leeuwarden, 26 Februari 1920.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J. M. VAN BEYMA, Burgemeester.
M. GOSLINGS, Secretaris.
141