M. GOSLINGS, Secretaris.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1921.
belasten opzichter zal derhalve ongeveer 1000.
moeten worden uitgegeven. Hier zou alzoo door de
gemeente een winst gemaakt worden van ruim
ƒ3500.Wij achten het niet wenschelijk, waar toch
inderdaad in de allereerste plaats het belang der volks
huisvesting wordt gediend, der gemeente een zoo
groote winst te bezorgen. Ons voorstel strekt dan ook
om, in afwijking van het bepaalde onder 2° van het
tweede lid van art. 6 der Bouwverordening, als kosten
voor het van gemeentewege te houden toezicht, aan de
vereeniging geen hooger bedrag in rekening te brengen
dan door de gemeente deswege zelf is uitgegeven.
Wij hebben derhalve de eer U voor te stellen aan de
vereeniging voor volkshuisvesting alhier vergunning te
verleenen tot straataanleg op de kadastrale perceelen
sectie D nos. 1686, 714, 719 en 722 en daartoe vast te
stellen het hierachter afgedrukte ontwerp.
Leeuwarden, 21 April 1921.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
SCHOONDERMARK, L.-Burgemeester.
ONTWERP.
De Raad der gemeente Leeuwarden;
Gelezen het adres van de vereeniging voor volks
huisvesting alhier, ingekomen 28 September 1920,
waarbij zij, onder overlegging van de vereischte
stukken:
1°. vergunning verzoekt tot straataanleg op de
kadastrale perceelen in Sectie D nos. 1686 (vroeger
720 en 1661), 714, 719 en 722, gelegen tusschen den
Harlingerstraatweg en den Stienserweg, overeenkom
stig de bij het adres gevoegde teekeningen;
2°. vrijstelling vraagt van de betaling der in artikel
6 der Bouwverordening omschreven kosten;
Overwegende dat de onder 2°. gevraagde vrijstelling
niet kan worden gegeven, doch dat het wenschelijk is,
waar de straataanleg in hoofdzaak geschiedt in het
belang van de verbetering der volkshuisvesting, bij de
berekening der bedoelde kosten zooveel mogelijk de
billijkheid te betrachten;
Gelet op het voorstel van Burgemeester en Wet
houders;
Besluit:
I. te verklaren dat de meest oostelijk ontworpen,
ongeveer Noord-Zuid loopende, hoofdstraat met inbe
grip van het ten zuiden daarvan geprojecteerde plein,
zoomede de meest noordelijke hoofdstraat, zijn straten
in het rechtstreeksch belang van het algemeen verkeer;
II. de gevraagde vergunning te verleenen onder de
volgende bepalingen:
1. de straten worden wat hare afmetingen, richting
en hoogteligging, helling en doorsnede der riolen met
putten enz. betreft, aangelegd overeenkomstig de aan
duiding op de bij dit besluit behoorende teekeningen,
voorzoover deswege door Burgemeester en Wethouders
geen nadere voorschriften worden gegeven, met be-
bepaling dat:
a. het rioolnet in zijn geheel 30 cM. hooger kan
worden aangelegd dan de teekening aangeeft;
h. voor trottoirafsluitingen in plaats van rollagen
gebruikt zullen worden trottoirbanden van stampbeton
in bazaltslag;
2. voor de toepassing van artikel 6 der Bouwveror
dening worden de onder I genoemde straten gerang
schikt in de eerste klasse en de overige straten in de
derde en de vierde klasse;
3. de straataanleg moet vóór 1 Januari 1922 vol
tooid zijn, waarna de straten, de uitmeting, overdracht,
overschrijving, de levering van een notarieel afschrift
ten behoeve van het gemeente-archief enz. voor reke
ning van adressante, in eigendom aan de gemeente
zullen worden overgedragen onder bijbetaling binnen
een maand na de akte van overdracht van de bij de
Bouwverordening bepaalde bijdragen in de kosten van
voortdurend onderhoud ten bedrage van 4.50 per M2.
straat der derde en der vierde klasse en van de kosten
van het van gemeentewege te houden toezicht op den
226
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1921. Bijl. no. 21.
aanleg der straten, tot een gelijk bedrag als deswege
door de gemeente is uitgegeven, een en ander volgens
door den Directeur der gemeentewerken te verstrekken
opgave na gedane opmeting, zijnde adressante verplicht
voor de hierbedoelde betaling op de wijze door Burge
meester en Wethouders te bepalen en te hunnen genoe
gen zekerheid te stellen en zullende pas na de voltooiing
van den straataanleg met inbegrip der na te noemen
slootdemping en na de betaling der bovenbedoelde
bedragen de aan de straten gestichte gebouwen in ge
bruik mogen worden genomen op straffe als bij de
Bouwverordening is bepaald;
4. de in en om het bouwterrein gelegen slooten
worden gedempt zooals op de overgelegde teekening
is aangegeven, op de bij de Bouwverordening voorge
schreven wijze, onder welke demping mede begrepen
is, zoover noodig, de sloot gelegen tusschen de kadas
trale perceelen Sectie D nos. 714 en 1385, terwijl met
toepassing van het bepaalde in het laatste lid van art. 5
der Bouwverordening, voorloopig vrijstelling wordt
verleend van de demping der sloot tusschen de ka
dastrale perceelen Sectie D nos. 722 en 1006;
5. als rooilijnen voor de te stichten gebouwen
worden aangewezen de op de overgelegde teekening
van den Directeur der gemeentewerken met rooden inkt
aangegeven lijnen, terwijl op de tusschen rooilijn en
weg gelegen ruimte, behoudens het bepaalde bij de
Bouwverordening, zonder vergunning van Burgemeester
en Wethouders geen getimmerten van welken aard ook
mogen worden opgericht;
6. de door Burgemeester en Wethouders nader vast
te stellen voorschriften inzake de hoogte, helling en ver
deren aanleg der straten, de aansluiting der straten
onderling en aan bestaande straten, doorsnede der
riolen, aantal der putten en kolken en dergelijke moeten
worden nagekomen.
III. aan de vereeniging voor volkshuisvesting te
Leeuwarden vergunning te verleenen tot demping van
de sloot gelegen tusschen het kadastrale perceel Sectie
D no. 1686 en den Stienserweg, zooals op de overge
legde teekening is aangegeven en onder nader door
Burgemeester en Wethouders te stellen voorwaarden.
Leeuwarden, den 19
De Raad voornoemd,
227