S2—l#0!0 Bijlage no. 29. ff Art. 70. Van de besluiten van Burgemeester en Wethouders waarbij a. eene vergunning, als bedoeld in art. 5 der Wo ningwet, hetzij voorwaardelijk is verleend, hetzij is geweigerd; b. enz. Art. 71. De Raad beschikt op het beroep binnen twee maan den, nadat dit is ingesteld. Art. 72. Van het besluit van den Raad wordt door Burge meester en Wethouders onverwijld kennis gegeven aan hem, die het beroep heeft ingesteld. Wijkt het besluit van den Raad van dat van Burge meester en Wethouders af, dan geldt bedoelde kennis geving als een door Burgemeester en Wethouders verleende vergunning. III. Artikel 70, lid 1, letter a, wordt gelezen als volgt: a. eene vergunning, als bedoeld in art. 5 der Wo ningwet, hetzij voorwaardelijk is verleend, hetzij anders dan in geval van het vorig artikel, is geweigerd; IV. Ingevoegd wordt een nieuw artikel 70bis: Wanneer Burgemeester en Wethouders niet binnen den termijn, bedoeld in het eerste lid van artikel 67, een beslissing hebben genomen, kan de aanvrager der ver gunning binnen 30 dagen, nadat Burgemeester en Wet houders die beslissing hadden moeten nemen, schrif telijk voorziening vragen aan den Raad. V. Artikel 71 wordt gelezen als volgt: De Raad beschikt op het beroep of de aanvrage tot voorziening binnen twee maanden, nadat het beroep is ingesteld of de voorziening is gevraagd. VI. Artikel 72 wordt gelezen als volgt: Van het besluit van den Raad wordt door Burge meester en Wethouders onverwijld kennis gegeven, door toezending van een afschrift aan hem, die het beroep heeft ingesteld of de voorziening heeft gevraagd, of aan zijn rechtverkrijgende. Wijkt het besluit van den Raad van dat van Burge meester en Wethouders af of strekt het tot het ver- leenen der vergunning, dan geldt bedoelde kennis geving als een door Burgemeester en Wethouders verleende vergunning. Leeuwarden, 19 De Raad voornoemd, Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1921. Bijl no. 29. WIJZIGING der verordeningen voor het gym nasium en op de heffing en invordering van schoolgelden voor die inrichting van onder wijs (bijlage no. 11). Aan den Gemeenteraad. Door Uw medeleden de heeren Zandstra en de Boer zijn de volgende amendementen ingediend op de in de raadsvergadering van 29 Maart j.l. aangehouden ont- werp-verordening op het heffen van schoolgeld voor het onderwijs aan het gymnasium: A. Deze verordening op de heffing van schoolgeld is van toepassing op de leerlingen van het Gymnasium; de Middelbare Meisjesschool; de 3-jarige H. B. S.; de Middelbare Handelsschool; B. de voor het onderwijs benoodigde leermiddelen worden den leerlingen van gemeentewege gratis ver strekt. Onder leermiddelen worden verstaan: boeken, woor denboeken, atlassen en schrijf- en teekenbenoodigd- heden. Art. 1. Het schoolgeld bedraagt per jaar en per leerling: 1. voor hen die in de gemeente wonen bij een aan slag van den schoolgeldplichtige in de gemeentelijke directe belasting naar het inkomen bij een belastbaar inkomen van: 500.en daar beneden vrij. - 500.— tot 600.— 15— 600.— - 700.— ...- 16— 700.— - 800.— ...- 18— - 800.— - 1000.— - 20— - 1000.— - 1200.— - 22— - 1200.— - 1400.— - 25— 1400.— - 1600.— ...- 30— 1600.— - 1800.— - 36— - 1800.— - 2100.— ...- 42— - 2100.— - 2400.— - 50— - 2400.— - 2700.— - 60— 2700.— - 3000.— - 70— - 3000.— - 3300.— ...- 85— 3300.— - 3800.— - 100— 3800.— - 4300.— ...- 120— 4300.— - 4800.— ...- 140— 4800.— - 5300.— - 160— - 5300.— - 6000.— - 185. - 6000.— - 6700.— ...- 215— 6700.— - 7400.— ...- 250— 7400.— - 8300.— - 290— - 8300.— - 9300.— ...- 340— - 9300.en hooger - 400. Indien enz. te lezen: Wanneer uit hetzelfde gezin twee of meer kinderen leerlingen zijn van de hierboven genoemde scholen wordt het schoolgeld verminderd voor het 2e kind tot voor het derde en ieder volgend kind tot de helft. Voor de toepassing van het voorgaande lid worden met scholen der gemeente gelijk gesteld de overeen komstige bijzondere scholen voor Middelbaar en Hoo ger onderwijs, welker besturen ten genoegen van Bur gemeester en Wethouders de verplichting hebben aanvaard, om naar den zelfden maatstaf vermindering van schoolgeld toe te staan voor het 2e en ieder volgend kind uit gezinnen, waarvan een of meer kinderen een der in het eerste lid bedoelde scholen bezoeken, of een of meer bijzondere scholen, welker besturen dezelfde verplichting hebben aanvaard. De volgorde der kinderen wordt volgens leeftijd be paald. Artikel 5 vervalt. De „amendementen" eigenlijk is de in artikel 1 voorgestelde wijziging alleen als zoodanig te bestem pelen en gaat het onder A in overweging gegevene buiten het onderhavige onderwerp om hebben tot hernieuwde bespreking van deze aangelegenheid in ons college aanleiding gegeven, ook met het oog hierop, dat na de aanbieding van onze in bijlage no. 11 opge nomen voordracht, uit de bladen bleek dat een school geldregeling, welke niet die van de Rijks hoogere bur gerscholen op den voet volgde, bij de Regeering op bezwaren zou stuiten. Het is opgevallen dat in de door de voorstellers ont worpen schaal weinig systeem zit. Zij willen de heffing doen aanvangen bij een belastbaar inkomen van 500. met een bedrag van 15om te eindigen met een maximum van 400.bij een belastbaar inkomen van 9300.—. De opklimming is echter zeer onregelmatig; van de eerste 100.boven 500.willen de voorstellers heffen 1 van de volgende toeneming van 100.2 200.- 1 '7, 200.- 1 °/o 200.- 2'/, 200.- 3 - 300.- 2 'Vu 300.- 2 3 300.- 3 /s °/o 300— 3'/» o 300— 5 u/o 500.-3 "/o 500-4 /0 500- 4 500— 4 700- 3 700- 21-, 700— 5 o/,. 900— 4% V 1000- 5 'Vo Daaruit blijkt dat het tarief zeer willekeurig is samen gesteld, zoodat de aanneming er van daarom alleen reeds door ons wordt ontraden. Wij grijpen dus deze gelegenheid aan om met terug neming van de door ons voorgestelde schoolgeldrege ling een dergelijke als de rijksregeling in de verordening op te nemen. Daarin is ook vastgelegd de verminderde heffing bij twee en meer leerlingen uit één gezin; niet de weder- keerige toepassing van de vermindering van het school geld, indien ook leerlingen op een bijzondere school gaan. Tcch komt dit denkbeeld ons billijk voor en is het verder doorgevoerd door het wederkeerigheids- beginsel ook voor Rijksscholen van toepassing te ver klaren. In beginsel gevoelen wij er voor om een soortgelijke schoolgeldregeling, behalve dan wellicht voor de buitenleerlingen, ook voor de middelbare meisjes school en de nieuwe hoogere burgerschool met han delsschool in te voeren. Een uitspraak daartoe moet echter thans nog niet van den Raad uitgaan, niet alleen omdat het wenschelijk is eerst af te wachten hoe het I thans aangeboden ontwerp voor het gymnasium door de Regeering zal worden ontvangen, maar ook omdat deze aangelegenheid het best onder de oogen kan worden gezien als de andere verordeningen voor ge noemde inrichtingen van onderwijs binnenkort bij U aan de orde komen. 252 253

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1921 | | pagina 138