Bijlage no. 30.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1921. Bijl. no. 30.
WIJZIGING van de verordening tot hef
fing van leges (Gemeenteblad 1919
no. 31).
Aan den Gemeenteraad.
Aanleiding tot wijziging van de bovengenoemde
U verordening bestaat in de inwerkingtreding van de
Archiefwet 1918 en de daaruit voortvloeiende uitvoe-
3 ringsmaatregelen.
Voor die deelen van de Rijks-archieven, welke aan
1 de gemeenten, die waarborg stellen, dat zij er goed
voor zullen zorgen, in bewaring zijn gegeven, gelden
de Rijksvoorschriften op de toegankelijkheid en het
gebruik van de archieven (zie de Koninklijke besluiten
van 20 Juni 1919, Staatsblad no. 389, 28 Augustus 1919,
Staatsblad no. 547 en 18 September 1919, Staatsblad
I no. 576).
Eene ministerieele beschikking, opgenomen in de
I Staatscourant van 8 October 1920, no. 196, stelt de
I tarieven voor het verstrekken van afschriften of uit-
treksels uit de Rijksarchieven, alsmede voor het ver
richten van onderzoekingen door archiefambtenaren
d buiten bureautijd voor derden verricht, vast. Het is
I practisch de legesheffing voor de gemeente-archieven
1 gelijk te maken aan die voor de Rijksarchieven,
I welke aan de gemeente in bewaring zijn gegeven, daar
1 deze beide tezamen het archief uitmaken en de meeste
nasporingen in het Rijks-archief worden ingesteld.
Een tweede aanleiding tot wijziging van de ver-
I ordening is gelegen in de wenschelijkheid over te gaan
tot het heffen van een recht voor bouwvergunningen;
I op het voetspoor van hetgeen ook elders is geschied
is het recht afhankelijk gesteld van het bedrag der
bouwkosten. Teneinde te kunnen voldoen aan Rijks-
1 voorschriften voor het verzamelen van gegevens voor
het bouwbedrijf zijn de bouwers thans reeds verplicht,
in hunne aanvragen om eene bouwvergunning het be-
drag te noemen, waarvoor het werk kan worden uit-
j gevoerd. Aan de hand van die opgave is toepassing
I van het voorgestelde vrij eenvoudig.
ONTWERP.
BESTAANDE REDACTIE.
Artikel 2.
Het recht bedraagt:
A. voor afschriften van of uittreksels uit stukken,
bedoeld bij de artikelen 72, 175, 182, 203, 219 en 229
der Gemeentewet en alle andere stukken van welken
aard ook, wat afschriften betreft, voor zoover van een
en ander geen afdrukken verkrijgbaar zijn gesteld, voor
elke beschreven bladzijde van ten minste 27 regels, elk
van ten minste 12 lettergrepen, de bladzijden en letter
grepen door elkander genomen en gedeelten voor ge
heel gerekend0.25.
Voorts is een wijziging noodzakelijk, omdat de lijst
der kiezers voor de 2e Kamer der Staten-Generaal, de
Provinciale Staten en den Gemeenteraad, alsmede de
lijsten van kiezers voor de Kamer van Arbeid niet meer
gedrukt worden. De bepaling op de heffing van rechten
voor het verstrekken van afdrukken van deze lijsten
dient derhalve te vervallen.
Het komt dikwijls voor, dat bij huwelijksvoltrek
kingen volgens de eerste klasse door de betrokkenen
een verzoek wordt gedaan om een extra-looper op het
bordes van het Stadhuis. Hiervoor kan eveneens een
recht worden geheven.
Eindelijk is herziening van de bedragen verschuldigd
voor afschriften, getuigschriften, vergunningen en der
gelijke stukken, alsmede voor legalisatiën gewenscht,
daar sedert de laatste herziening der verordening de
kosten van bezoldigingen en materiaal belangrijk zijn
gestegen.
Artikel II sub C (nieuw) is aldus gesteld om het in
overeenstemming te brengen met de bepalingen van
de wet van 23 April 1879 (Staatsblad no. 72). Deze
wet schrijft n.l. in art. 2 voor, dat voor ieder afschrift
van of uittreksel uit de akten van huwelijk of echt
scheiding een recht is verschuldigd van 0.40 en voor
alle andere afschriften van of uittreksels uit akten van
den burgerlijken stand een recht van 0.25.
De overige wijzigingen zijn redactieverbeteringen.
De meerdere opbrengst der rechten wordt naar
globale raming gesteld op 5000.waarvan 4000.
door de invoering van het nieuwe artikel 4bis.
Wij hebben de eer U voor te stellen te besluiten tot
wijziging van het besluit tot heffing van rechten onder
den naam van leges volgens bijgaand ontwerp.
Leeuwarden, 26 Mei 1921.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
j. M. VAN BEYMA, Burgemeester.
M. GOSLINGS, Secretaris.
De Raad der gemeente Leeuwarden;
overwegende, dat eene herziening van het besluit tot
heffing van rechten onder den naam van leges, waarvan
de volledige tekst is bekend gemaakt in gemeenteblad
1919 no. 31, gewenscht is;
gelet op de artikelen 104, 238 en 240 der ge
meentewet,
alsmede op het voorstel van Burgemeester en Wet
houders;
besluit:
A. het besluit tot heffing van rechten onder den
naam van leges te wijzigen als volgt:
I.
Artikel 2 wordt gelezen:
Het recht bedraagt:
A. voor afschriften van, of uittreksels uit stukken,
bedoeld bij de artikelen 72, 175, 182, 203, 219 en 229
der Gemeentewet en alle andere stukken van welken
aard ook, wat afschriften betreft, voorzoover van een
en ander geen afdrukken verkrijgbaar zijn gesteld, be
houdens het bepaalde onder E, voor elke beschreven
bladzijde van ten minste 27 regels, elk van ten minste
12 lettergrepen, de bladzijden en lettergrepen door
elkander genomen en gedeelten voor geheel gere
kend 0.50;
'261