no.
31.
Bijlage no. 31.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1921.
Art. 5.
Voor elk bewijs eener gunstige beschikking op ver
zoeken, niet vallende onder die van artikel 4, wordt
een recht geheven van 25 cent voor elke bladzijde van
27 regels, elk van twaalf lettergrepen, gedeelten voor
vol gerekend.
Dit recht enz.
Art. 6.
Voor het legaliseeren van handteekeningen of waar
merken van stukken wordt een recht geheven van 25
cent voor elke handteekening of elk gewaarmerkt stuk.
Dit recht enz.
Art. 7.
Huwelijksvoltrekking op anderen tijd of andere wijze,
dan waarop zij ingevolge art. 4 der wet van 23 April
1879 (Stbl. no. 72) kosteloos plaats heeft, geschiedt
naar drie klassen ter keuze van belanghebbenden, op
een in overleg met den ambtenaar van den burger
lijken stand te bepalen dag en uur.
Voor elke zoodanige voltrekking wordt een recht
geheven:
van 5.indien zij geschiedt naar de 3e klasse.
ff 20. 2e
75ie
ff 1 t 1C n
Voltrekkingen naar de 3e of de 2e klasse vinden des
Donderdags niet plaats.
wanneer de kosten van bouwen of verbouwen, waar
toe de vergunning wordt verleend, geheele afwerking
inbegrepen, bedragen 100.of minder 0.50;
wanneer die kosten meer bedragen dan 100.doch
minder dan 500.1.
wanneer die kosten bedragen 500.of meer, doch
minder dan 2000.2.50;
en zoo die kosten 2000.of meer bedra
gen 4.50;
vermeerderd met voor elke 1000.bouwkosten
boven de 3000.gedeelten van 1000.voor ge
heel gerekend 2.
Het bedrag van den aanslag wordt afgeleid uit eene
bij de aanvrage der vergunning over te leggen begroo
ting van de bouwkosten, de geheele afwerking inbegre
pen, mits deze door of vanwege Burgemeester en Wet
houders wordt deugdelijk verklaard.
Zoo dit niet het geval is, wordt de aanslag berekend
naar de door of vanwege Burgemeester en Wethouders
getaxeerde bouwkosten.
Het in dit artikel bedoelde recht wordt niet geheven,
indien het bouwen of verbouwen geschiedt door of
voor rekening van de gemeente of indien de aanvrage
om vergunning, ter beoordeeling van Burgemeester en
Wethouders, klaarblijkelijk geschiedt in het belang der
volkshuisvesting of met het oog op den bouw van
arbeiderswoningen.
V.
Artikel 5, le lid, wordt gelezen:
Voor elk bewijs eener gunstige beschikking op ver
zoeken, niet vallende onder die van artikel 4 of 4bis,
wordt een recht geheven van 50 cent voor elke blad
zijde van 27 regels, elk van twaalf lettergrepen, gedeel
ten voor vol gerekend.
VI.
In artikel 6, le lid, wordt in plaats van 25 cent ge
lezen 50 cent.
VII.
Aan artikel 7, 2e lid, worden, na vervanging van de
punt door een komma, toegevoegd de woorden:
terwijl voor een extra looper op het bordes van het
Stadhuis bovendien een recht van 25.wordt ge
heven.
B. te bepalen, dat dit besluit in werking treedt den
eersten der maand volgende op die waarin daarop de
Koniklijke goedkeuring is verkregen.
Leeuwarden, 19
De Raad voornoemd,
264
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1921. Bijl.
WIJZIGING van het reglement op het bestuur
van de Stadsarmenkamer, in verband
met uitbestede kinderen.
Aan den Gemeenteraad.
Bij circulaire van Gedeputeerde Staten van Friesland
van 10 Februari 1921 no. 28, le afd. B, werden de
gemeentebesturen in kennis gesteld met het verlangen
van den Minister van Binnenlandsche Zaken om de
reglementen van de burgerlijke armbesturen aan te
vullen met bepalingen, betreffende uitbestede kinderen,
teneinde eene goede verzorging van dezen te waarbor
gen. Bij die uitbesteding dient bovenai het oog geves
tigd te zijn op het gezin, dat het kind zal opnemen.
Algetneene reinheid, behoorlijke lichamelijke verzorging,
goede slaapgelegenheid, zorg voor de ontwikkeling van
het kind, godsdienstige en zedelijke opvoeding zijn alle
factoren, waaraan meer dan tot nu toe de aandacht
geschonken moet worden. Wel bevat het reglement op
het bestuur der Stadsarmenkamer, ter voldoening aan
art. 21, 3e lid, der Armenwet, enkele algemeene bepa
lingen ten opzichte van uitbestede personen, doch aan
vulling daarvan is niet anders dan in het belang van
den bestedeling. Ons reglement laat de uitbesteding toe
in „geschikte" gezinnen en bepaalt voorts, dat toezicht
wordt gehouden, zoowel op het gezin als op de uitbe
stede personen. Hoewel daarmede zeer in het algemeen
de eigenschappen van het gezin zijn aangegeven, is
eene opsomming van de elementen, waaruit het ge
schikt zijn moet blijken, zooals de Minister dat wenscht,
zeer aanbevelenswaardig.
Wij hebben de aanvulling in een ontwerp-besluit
neergelegd. De Voogden van de Stadsarmenkamer
kunnen zich met de voorgestelde wijziging vereenigen.
Onder overlegging van stukken geven wij U in over
weging te besluiten overeenkomstig het hieronder aan
geboden ontwerp.
Leeuwarden, 2 Juni 1921.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J. M. VAN BEYMA, Burgemeester.
M. GOSLINGS, Secretaris.
ONTWERP.
BESTAANDE REDACTIE.
Art. 25.
De verpleging in het Stads-Armhuis geschiedt met
inachtneming van de bepalingen, in het Ilde hoofdstuk
te vermelden.
De ondersteuning, aan armen buiten het Armhuis te
verleenen, bestaat in:
u. genees-, heel- en verloskundige hulp;
h. bedeeling in geld en in natura;
c. uitbesteding in daartoe geschikte gezinnen;
d. indien de gelegenheid daartoe kan worden ge
vonden, voor valide armen zooveel mogelijk in den
vorm van loon voor arbeid.
Art. 26, 3e lid.
Op de personen die in gezinnen zijn uitbesteed, als
mede op de betreffende gezinnen wordt geregeld toe
zicht gehouden. Dit toezicht bestaat in bezoek, door
of vanwege de Voogden of door een buurtbezoeker, zoo
dikwijls als zij zulks noodig achten, doch minstens
eenmaal in de 3 maanden.
De Raad der gemeente Leeuwarden;
gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders;
besluit:
het reglement op het bestuur van de Stadsarmen
kamer (gemeentebladen nos. 41 van 1913, 7 en 23 van
1915, 21 van 1916, 6 van 1917, 26 van 1918 en 43 van
1919) te wijzigen als volgt:
I.
Aan artikel 25 wordt toegevoegd:
Het gezin, waarin uitbesteding van kinderen plaats
zal hebben, dient waarborgen te geven, dat het kind,
hoewel bezig gehouden, niet zal worden gebruikt als
werkkracht en voorts voor goede lichamelijke verzor
ging, algemeene reinheid en geneeskundige verpleging,
voor maatschappelijke en godsdienstige opvoeding,
voor passend school- en vakonderwijs en voortgezet
onderwijs.
Zooveel mogelijk wordt het kind geplaatst in een
gezin, waarin dezelfde godsdienst wordt beleden als
die van het kind of van zijn ouders.
In de woning van het gezin moet eene behoorlijke
slaapplaats aanwezig zijn met een afzonderlijk bed voor
den bestedeling.
Uitbesteding van het kind in een gezin buiten de
gemeente kan alleen geschieden als den Voogden uit
betrouwbare inlichtingen is gebleken, dat het gezin de
in de voorgaande leden van dit artikel bedoelde waar
borgen biedt.
II.
De laatste alinea van art. 26 wordt gelezen:
Op de personen, die zijn uitbesteed, alsmede op de
betreffende gezinnen en gestichten, wordt geregeld toe
zicht gehouden. Bij het uitoefenen daarvan wordt, indien
het uitbestede kinderen betreft, aandacht geschonken
aan de punten in artikel 25 genoemd en steeds nage
gaan, of een langer verblijf in het gezin met de belan
gen van het kind is overeen te brengen. Dit toezicht
bestaat in bezoek door of vanwege de voogden, of door
een buurtbezoeker, zoo dikwijls als zij zulks noodig
achten, doch ten minste éénmaal in de 3 maanden. Van
de bevindingen wordt, voorzoover het bezoek door
Voogden zelve niet is gebracht, jaarlijks een verslag
opgemaakt en aan de Voogden overgelegd.
Leeuwarden,
19
De Raad voornoemd,
'265