v.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1921.
ONTWERP.
De Raad der gemeente Leeuwarden;
gelet op zijn besluit van den 30 November 1920, no.
588r/305, waarbij aan de woningstichting „St. Jozeph"
te Leeuwarden, ten behoeve van den bouw van 79
arbeiderswoningen op een terrein tusschen den Gro
ningerstraatweg en het Cambuursterpad, voorschotten
krachtens de Woningwet zijn verleend van ten hoogste
51,060.voor aankoop van den benoodigden grond
en van ten hoogste 549,053.40 voor den bouw der
woningen, alsmede eene bijdrage in het tekort op de
exploitatierekening van ten hoogste 15,093.05 per jaar;
overwegende dat op het bovenomschreven bouwplan
zoowel door den Minister van Arbeid als door Gedepu
teerde Staten van Friesland bemerkingen zijn gemaakt,
welke het bestuur der bovengenoemde stichting hebben,
geleid tot de indiening van een gewijzigd bouwplan,
waarin met behoud van het getal van 79 woningen de
gemaakte bezwaren zijn ondervangen;
dat in het gewijzigde plan de kosten van den grond
worden geraamd op 49,642.24 en die van den bouw
der woningen op ƒ530,310.terwijl het exploitatie
tekort wordt begroot op 13,983.52;
dat derhalve wijziging van het bovenaangehaalde
raadsbesluit wenschelijk is;
dat het voorts gewenscht is de voorwaarden waar
onder de voorschotten zijn verleend met enkele bepa
lingen aan te vullen;
gelet op het advies der Gezondheidscommissie d.d.
20 Mei 1921,
op de bepalingen der Woningwet en op die van het
Woningbesluit,
alsmede op het voorstel van Burgemeester en Wet
houders;
besluit:
het raadsbesluit van den 30 November 1920 no.
588r/305 te wijzigen als volgt:
I.
Onderdeel I 1 wordt gelezen als volgt:
1. een in 75 annuïteiten af te lossen voorschot ten
bedrage van 49,642.24 en een in 50 annuïteiten af te
lossen voorschot ten bedrage van ƒ530,310.of
zooveel minder als voor de uit te voeren bouwplannen
minder noodig zal blijken, een en ander tegen de over
eenkomstig het „Woningbesluit" te bepalen rente.
II.
In onderdeel II wordt onder 1 voor „ƒ51,060.en
„ƒ549,053.40" gelezen onderscheidenlijk: „ƒ49,642.24"
en 530,310.—"
en wordt onder 2 voor 15,093.05", 51,060.
en 549,053.40" gelezen onderscheidenlijk:
13,983.52", 49,642.24" en 530,310.—".
III.
In onderdeel a wordt voor 2620.40" en
30,077.15" gelezen onderscheidenlijk: 2547.64"
en 29,050.38".
IV.
In onderdeel b wordt na vervanging van de komma
punt achter het woord „opvorderbaar", door een
komma, tusschengevoegd: „in welk geval de bijdragen,
tot welker betaling de gemeente zich nog in de toekomst
verbonden heeft, niet meer zullen zijn verschuldigd". 1
284
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1921. Bijl. no. 35.
Na onderdeel worden tusschengevoegd de navol
gende voorwaarden:
onder letter g:
g. de stichting zal zorg dragen dat personen, die
de hun in eigendom toebehoorende woning vrijwillig
hebben verkocht of verhuurd, eerst in de laatste plaats
voor een van de in dit besluit bedoelde woningen in
aanmerking komen en dan alleen, indien zij een huur
betalen die den kostprijs der woning dekt;
onder letter h:
h. de gemeente zal het recht hebben op een bepaald
aantal van de in dit besluit bedoelde woningen voor
huur door personen, door Burgemeester en Wethouders
aan te wijzen, zulks in verband met de noodzakelijk
heid van ontruiming van onbewoonbaar verklaarde
woningen;
onder letter i:
i. bij de uitvoering van de plannen, waarvoor het
voorschot wordt verleend, mogen bestuursleden der
stichting niet middellijk of onmiddellijk zijn betrokken
of voordeel genieten als aannemer, onderaannemer,
uitvoerder, arbeider of architect.
Leeuwarden, den 19
De Raad voornoemd,
285