Bijlage no. 39. r ÏW" W*-' W£k IMKggfr y*\ Bijlage tot-het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1921. Bijl. no. 39. WIJZIGING der verordening op de gemeentelijke woningbeurs (Gemeenteblad 1921 no. 2). Aan den Gemeenteraad. Bij artikel 11 der Woningwet volgens den bij Konink lijk besluit van 2 Mei 1921 (Staatsblad no. 705) bekend gemaakten tekst, welk artikel in zijn nieuwe lezing in werking is getreden den 24 Maart 1921, zijn regelen gesteld ten aanzien van de verplichtingen van verhuur ders van woningen en eigenaars van onbewoonde woningen, met betrekking tot de mededeeling die zij dienaangaande aan de woningbeurs hebben te doen. Komen zij die verplichtingen niet na, dan zijn zij straf baar ingevolge artikel 43 der wet. De mededeelingen moeten geschieden overeenkomstig de voorschriften en binnen den termijn door den Raad, onder goedkeuring van Gedeputeerde Staten, vast te stellen. Voorts bepaalt art. 11 in het 4e en 5e lid als volgt: „4. Onder verhuurder wordt verstaan een persoon, die hetzij voor zich zeiven, hetzij in eenige hoedanig heid, eene woning schriftelijk of mondeling verhuurt. 5. Voor of terzake van mededeeelingen en inlich tingen, door de woningbeurs te verstrekken, wordt geene vergoeding gevorderd." Gevolg van deze nieuwe bepalingen is dat de bij Uw besluit van 11 Januari 1.1. vastgestelde en in gemeente blad no. 3 van dit jaar afgekondigde strafverordening op de verplichte aangifte inzake huur en verhuur van woningen bij de gemeentelijke woningbeurs deels kan vervallen en voor het ander deel kan overgaan in het reglement voor die beurs, vastgesteld bij hetzelfde raadsbesluit (Gemeenteblad 1921 no. 2). Overgaan moeten de termijnen bedoeld in artt. 1,3 en 5 van eerstgenoemde verordening, alsmede het voorschrift van art. 4, dat de formulieren van aangifte bij de beurs vaststelt. Deze bepalingen kunnen dan in de plaats komen van art. 4 van het reglement, dat ook reeds de kostelooze bemiddeling der beurs regelt en alzoo op grond van het aangehaalde 5e lid van art. 11 der wet mede vervallen kan. Wij hebben dus de eer U voor te stellen: I. in te trekken de verordening tot regeling van de verplichte aangifte inzake huur en verhuur van wo ningen bij de gemeentelijke woningbeurs (Gemeente blad 1921 no. 3); II. de verordening op de gemeentelijke woningbeurs (Gemeenteblad 1921 no. 2) te wijzigen volgens het hierna volgend ontwerp. Leeuwarden, 30 Juni 1921. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, BERGHUIS, L.-Burgemeester. M. GOSLINGS, Secretaris. ONTWERP. De Raad der gemeente Leeuwarden; gelet op art. 11 der Woningwet, alsmede op het voorstel van Burgemeester en Wethouders; besluit: de verordening op de gemeentelijke woningbeurs te wijzigen als volgt: I. In de plaats van art. 4 worden gesteld de volgende artikelen: Art. 4. De termijn, waarbinnen de mededeeling bedoeld in artikel 11, 2e lid, der Woningwet heeft te geschieden, wordt gesteld op 3 X 24 uren, onderscheidenlijk nadat de woning te huur gekomen, verhuurd, voor het eerst te koop aangeboden, of verkocht is. De mededeeling moet geschieden op door Burge meester en Wethouders vast te stellen formulieren. Art. 5. Elke te huur gekomen woning of te koop aangeboden onbewoonde woning blijft bij de woningbeurs inge schreven, totdat in den zin van het vorig artikel mede deeling is gedaan dat de woning onderscheidenlijk ver huurd of verkocht is. Heeft de inschrijving een jaar geduurd, dan is de mededeeling, bedoeld in het vorig artikel, opnieuw en binnen den daar gestelden termijn verplicht. II. Het bestaande art. 5 wordt genummerd Leeuwarden, 19 De Raad voornoemd, 301

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1921 | | pagina 162