Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1921. HijldOS TIO. 40 Bijl a (je no. 40 STEUN aan de woningbouwvereniging „De Goede Woning", voor den bouw van 65 woningen ten zuiden van den Harlinger- straatweg. Aan den Gemeenteraad. Het bestuur der woningbouwvereniging „De Goede Woning" alhier, als vereniging uitsluitend in het be lang van verbetering der volkshuisvesting werkzaam, toegelaten bij Koninklijk besluit van 22 April 1921, no. 22, heeft zich bij adres d.d. 30 Mei 1921 tot den Ge meenteraad gewend met verzoek om steun overeenkom stig de Woningwet voor den bouw van arbeiderswo ningen. Bedoeld adres werd bij Uw besluit van den 14 Juni 1921 in onze handen om prae-advies gesteld. Uit het adres en de daarbij overgelegde stukken blijkt dat het in de bedoeling der vereniging ligt 65 arbeiderswoningen, speciaal ten behoeve van het spoor- en trampersoneel, te stichten op een gedeelte van de aan de gemeente toebehoorende bouwterreinen ten zuiden van den Harlingerstraatweg. Ten einde haar plan te kunnen uitvoeren vraagt de vereniging: 1. haar het benoodigde bouwterrein in erfpacht af te staan; 2. een voorschot voor den bouw der woningen tot een bedrag van ten hoogste 382,000. 3. een jaarlijksche bijdrage uit de gemeentekas in het exploitatie-tekort. De te stichten woningen zijn verdeeld in 7 typen. I Gebouwd zullen worden 14 woningen van het type A, I 26 type A1, 15 type B, 4 type C, 4 type C1, 1 type D I en 1 type DL De indeeling der woningen is voor alle I gelijk. Het verschil in de typen ligt hoofdzakelijk in den I inhoud der woningen, terwijl bij de eene woning de I woonkamer aan de voorzijde, bij de andere aan de I achterzijde van het huis is gelegen. Iedere woning bevat I beneden gang met W.-C., woonkamer, slaapkamer en I keuken en boven 2 slaapkamers en zolderruimte. Voorts I zal achter iedere woning een bergplaatsje worden ge- I bouwd. Zooals blijkt wordt aan den eisch van ten minste 3 I slaapvertrekken, gesteld in de circulaire van den Minis- I ter van Arbeid d.d. 25 Juni 1919, no. 6658, voldaan, I terwijl al de woningen beneden het bij die circulaire I gestelde maximum van 5 kamers en een keuken blijven. I Ook aan de bepaling dat de woningen geen grooter I inhoud mogen hebben dan 300 Ms, zooals is aange- I geven in de circulaire van den Minister van Arbeid d.d. I 30 Juli 1920, no. 13251, is voldaan: de woningen van I het A-type hebben een inhoud van 257 M3, die van het I B-type van 253 M3, die van het C-type van 271 M3 en I die van het D-type van 250 M3. De hoogte der woon- I vertrekken bedraagt 2.70 M. van vloer tot onderkant I balken, die der boven-slaapkamers 2.40 M. van vloer I tot onderkant zolder. Deze maten komen overeen met I het maximum, gesteld in de zooeven genoemde circu- I laire van 30 Juli 1920. Met betrekking tot de hoogte- I maten der woonvertrekken zal afgeweken dienen te I worden van de bepalingen der Bouwverordening, die I boogere maten eischt. Burgemeester en Wethouders I hebben bij het verleenen der bouwvergunning daartoe I de bevoegdheid. De bouwkosten der woningen, met inbegrip van alle I bijkomende kosten, worden geraamd op 381,112.40 lof rond 381,200.gesplitst zooals op de overgelegde I stukken is aangegeven. Per woning zullen de gemid- Idelde bouwkosten (gevraagd is een maximum-voor- I schot van ƒ382,000.derhalve bedragen ƒ382,000. s 65 1= 5877.Wij merken hierbij op dat in een aan Burgemeester en Wethouders gerichten brief van den Minister van Arbeid d.d. 8 Juli 1921, no. 5268 J, afdee- ling V, wordt medegedeeld dat bij verdere voorziening in den woningnood gezorgd zal moeten worden voor daling van bouwkosten. De Alinister acht een kostprijs van 6000.nog veel te hoog voor voorziening in de woningbehoefte van de arbeiders. Hier zij aangetee- kend dat tot dusver de bouwkosten voor arbeiderswo ningen in deze gemeente een bedrag van 7000.niet mochten overschrijden. Waar volgens de bovenstaande berekening de gemiddelde bouwkosten der 65 woningen van „De Goede Woning" 5877.zullen bedragen, komt het ons voor dat aan het verlangen van den Minis ter vrijwel wordt tegemoetgekomen. De door de vereeniging van het bouwplan opgezette exploitatierekening laat de volgende cijfers zien. UITGAVEN. 60-jarige annuïteit a 6.187 van de bouwkosten ad/ 381,200.— 23,584.84 Erfpacht 6 van 51,040.-3,062.40 Assurantie, onderhoud, administratie en grondbe lasting (per woning 60.65 X 60.3,900. Waterleiding 65 X 24 1,560. Totaal 32,107.24 ONTVANGSTEN. Huuropbrengst per week: 40 woningen type A en A1 a 5.65 226. 15 B 5.65 84.75 8 C en C1 5.95 47.60 2 D en D1 5.95 11.90 Samen 370.25 X 52 19,253.— Jaarlijksch tekort 12,854.24 of per woning 197.75 Van dit tekort wordt volgens de circulaire van den Minister van Arbeid van 25 Juni 1919, no. 6658, 75 voor rekening van het Rijk genomen. Het restant, of 25 komt volgens de aangehaalde circulaire ten laste der gemeente. Het bestuur der vereeniging deelt echter in zijn adres mede dat de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen bereid is van de zooeven ge noemde 25 20 voor hare rekening te nemen. Het ten laste der gemeente blijvende gedeelte van het exploi tatie-tekort zal dan slechts 5 bedragen of per woning 9.89. De bereidverklaring van genoemde Maat schappij bevindt zich bij de hierbij overgelegde stukken. De in de exploitatierekening uitgetrokken huren be reiken in totaal, op enkele guldens na, het minimum dat zij in verband met den inhoud der woningen, volgens de meergemelde circulaire van 30 Juli 1920, moeten opbrengen. In verband daarmede zal misschien de huur prijs van een enkele woning eenigszins moeten worden verhoogd. Tegen de uitgifte in erfpacht van de benoodigde bouwterreinen bestaat bij ons geen bezwaar. Er zal ongeveer 9390 M-. noodig zijn, waarvan 5300 M2. kan worden verstrekt naar 5.— en 4090 M2. naar 6. den M2. De totale waarde van het bouwterrein bedraagt dan 51,040, de canon zal 6 moeten zijn. De wenschelijkheid van de totstandkoming van dit bouwplan behoeft zeker niet opnieuw te worden aan getoond. Wij meenen in deze te kunnen verwijzen naar de mededeelingen van den Wethouder van Openbare Werken, in de raadsvergadering van den 14 Juni j.l. gedaan. Daaruit blijkt voldoende dat de behoefte aan arbeiderswoningen in deze gemeente zeer groot is en dat aanbouw van dergelijke woningen dringend nood- 319

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1921 | | pagina 171