Bijlage 710. ö7. Bijlage tot liet verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1921. Hïjl. 710. ö7. WIJZIGING van het Reglement voor de Stads Bank van Leening (gemeenteblad van 1911 no. 16 en 1915 no. 24). Aan den Gemeenteraad. Bij schrijven van den 28 October 1921 zond de com missie van administratie der stads bank van leening aan Uwe Vergadering in een voorstel tot wijziging van het Reglement voor die instelling, met eene daarop gegeven toelichting. De wijziging betreft in hoofdzaak een ver hooging van het bewaarloon en adininistratieloon. Daarom hebben wij het voorstel ter bespoediging van de behandeling onmiddellijk in handen gesteld van de Financieele Commissie, wier advies hierbij wordt over gelegd. Wij kunnen ons met dat advies vereenigen, op de gronden, door de commissie van administratie in bovenbedoelde toelichting, hieronder onder litt. B opge nomen, zijn aangevoerd, waarom wij U in overweging geven het hierna volgend ontwerp tot Uw besluit te verheffen. Leeuwarden, 24 November 1921. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J. M. VAN BEYMA, Burgemeester. M. GOSLINGS, Secretaris. Litt. A. ONTWERP. BESTAANDE REDACTIE. Art. 1. De stads bank van leening te Leeuwarden, bestaande uit een hoofd- en hulpkantoor, is een gemeentelijke in stelling ter voorkoming van armoede. Art. 23. De inkomsten bestaan uit: a. de interesten door de pandgevers te betalen; b. het in het hulpkantoor te betalen administratie- loon; c. enz. Art. 24. De interesten, door de pandgevers te betalen, bestaan uit: a. een bewaarloon van 2 cent per pand, bij vooruit betaling te voldoen; b. enz. Art. 25. Zij, die van het hulpkantoor gebruik maken, hetzij voor beleening, hetzij voor lossing, betalen een adini nistratieloon, bedragende voor ieder pand beneden twee gulden beleende som f 0.02V2, van twee gulden en daar boven beleende som 0.05. De Raad der gemeente Leeuwarden; gelet op het prae-advies van Burgemeester en Wet houders en op de bepalingen der Pandhuiswet 1910, Staatsblad no. 321; besluit: het Reglement voor de Stads Bank van Leening (ge meentebladen 1911 no. 16 en 1915 no. 24) te wijzigen als volgt: In art. 1 vervallen de woorden „bestaande uit een hoofd- en hulpkantoor,". II. In art. 23 vervallen onder b de woorden „in het hulp kantoor". III. In art. 24, eerste lid, wordt onder a, in paats van het cijfer 2, gelezen 3. IV. Art. 25 wordt gelezen als volgt: Bij lossing van panden wordt voor elk pand een ad ininistratieloon berekend van 0.02 voor eiken gulden of gedeelte daarvan, waarop een pand is beleend. Dit loon bedraagt ten hoogste 0.20 voor een te lossen pand. Voor rijwielen wordt bij beleening bovendien een adininistratieloon van 0.25 berekend. Leeuwarden, 19 De Raad voornoemd.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1921 | | pagina 198