Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1921.
BATEN.
Ontvangen
BEDRAG
in 1919.
GERAAMD BEDRAG
voor
1920.
I. Uitkeering v/d. gemeente a h. Bedrijf ten bedrage van
het zuiver verlies voorzoover dit niet uit het reservefonds
wordt bestreden
nihil
nihil
Me
mo rie
Memo rie
VII. Revenuën van het reservefonds
4525 94
8000
VIII. Uitkeering uit het afschrijvings- en vernieuwingsfonds
Totaal Hoofdstuk VIII
18183 14
18183 14
21156 915
21156 915
1921.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1921. Bijl. no.
TOELICHTING.
M
eraorie
Memorie
8000 -
IX. Rente van het afschrijvings- en vernieuwingsfonds
Totaal Hoofdstuk IX
X. Uitkeering uit het reservefonds tot dekking van het
verlies
f. Voor aanleg muntgasleidingen en ornamenten
g. uitbreiding instrumenten
h. meubilair.
Per Transport
Hiervoor wordt bestreden uit het afschrijvings- en vernieuwingsfonds
Zoodat van de gemeente zal moeten worden geleend
(Zie ook hoofdstuk VIII der baten).
121.100
6.500.—
3.000.—
500.-
131.100.—
38.820.375
92.279.625
VI Aannemende, dat het bedrijf zijn uitgaven moet kunnen bestrijden, is de gasprijs in Hoofdstuk I zoo
danig bepaald, dat zulks mogelijk is.
VII. Het reservefonds was op 31 December 1919 volgestort en bedraagt thans f 200.000,-
31 der verordening komen de revenuën thans aan het bedrijf ten goede.
Volgens art.
Einde 1921 wordt het bedrag der afschrijvingen, vermoedelijk groot 55,991.55 in het fonds gestort.
Daaruit zal eerst worden voldaan het bedrag der 254% aflossing over 1920 ten bedrage van 17.171.1754
(Zie lasten XlIIa). zoodat daarna nog in het fonds aanwezig blijft f38.820.3714, hetgeen volgens art. 29a
en 29b der bedrijfsverordening kan Strekken tot gedeeltelijke voldoening der gelden, benoodigd ten behoeve
van de verbetering en uitbreiding van het bedrijf, onder hoofdstuk Xll der lasten uitgetrokken tot een
bedrag van ƒ131.100.
Uit de toelichting onder VHI gegeven blijkt voldoende, dat van de in 1921 in dit fonds te storten
gelden geen rente zal kunnen worden gekweekt, aangezien deze, wegens afschrijving der waardeverminde
ring vrijkomende bedragen ten deele direct worden besteed voor verplichte schuldaflossing aan de gemeente
en overigens worden aangewend ter gedeeltelijke bestrijding van de bedragen besteed voor de verbetering
en uitbreiding van het bedrijf.
Voorts heeft het geen zin om het aan het einde van 1918 in dit fonds gestorte bedrag van ƒ102.353.80
aan de gemeente uit te leenen, aangezien dit is belegd in bedrijfsvoorraden enz zoodat, wanneer uitlee-
ning aan .de gemeente plaats had, deze gelden wederom door het bedrijf bij den gemeente-ontvanger
zouden moeten worden opgenomen.
Vermoedelijk zal geen verlies worden geleden, waarom dit hoofdstuk voor memorie is uitgetrokken.
87