Bijl. no. 2 f f f f Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1921. LASTEN. XII. Alle uitgaven ten behoeve van de uitbreiding en verbetering van het bedrijf voor zoover niet vallende onder III en IV Totaal Hoofdstuk XII XII«. Aandeel in de algemeene onkosten der gemeente in verhouding tot de diensten door de gemeente aan het bedrijf verleend f XIII. De aan de gemeente toekomende vergoeding voor bestratingen f Totaal Hoofdstuk XIII XlIIcf. Aflossing van leeningen XIV. De aan de gemeente toekomende rente van de schuld der fabriek aan de gemeente Totaal Hoofdstuk XIV XV. Een storting in het afschrijvings- en vernieuwings fonds berekend volgens de bepalingen van art. 28 f Totaal Hoofdstuk XV XVI. Een storting in het reservefonds berekend volgens de bepalingen van art. 31 98 Uitgegeven BEDRAG in 1919. GERAAMD BEDRAG voor 1920. 4380928' 1921. 78400 43809 28' 43193 50 43193 50 17844 30 17844 30 33282 59 33282 59 78400 46018 70 46018 70 1881199 99 18811 37238 37238 65 Memo 131100- 131100- 25000- 3641- 3641 - 1717117s 18900 44 1890044 II« lila ÏIV 5599155 5599L55 IV Memo rif XVI TOELICHTING. Deze post kan gesplitst worden als volgt a. Aankoop van gasmeters b. Aanleg dienstleidingen o O c. kanalisatie d. openbare verlichting e. muntgasleidingen en ornamenten f. Aankoop van instrumenten g. meubilair h. ovens f 15.100.— 11.000.— 60.000.— 5.000.— 6.500.— 3.000.— 500.— 30.000.— f 131.100 c. f 5000.-; Onder deze bedragen zijn begrepen de volgende sommen voor arbeidsloon b. f 3500.- d. f 500.-; e. f 1900.—; g. f 100.-; h. f 4000.-. Bij bovenstaande raming is gerekend op aanschaffing van 200 stuks 3- en 200 stuks 5 L. meters, den aanleg van 440 dienstleidingen, van een zinker bij de Vrouwenpoortsbrug, benevens hoofdleidingen op de terreinen aan den Harlingeistraatweg. Voorts werd gerekend op den aanleg van 200 muntgasleidingen, de bijplaatsing van c a. 50 lantaarns en op den aankoop van 3 ovens met kluizen, terwijl onder f 3000.— werd uitgetrokken voor de aanschaffing van diverse toestellen voor de bedrijfscontröle enz. Als zoodanig aandeel wordt voor 1921 geraamd f 25.000. Volgens art. 17 III moet jaarlijks aan de gemeente voor bestrating een bedrag worden betaald gelijk aan dat, hetwelk in het jaar voorafgaande aan dat waarin de begrooting wordt ingediend, voor bestrating ten behoeve van de gasfabriek is uitgegeven. Voor de berekening van dit bedrag wordt verwezen naar den aan het slot van deze begrooting opgenomen staat. 1 Januari 1920 f 431.008. 1921, groot f 57.243.085, totaal 488.251 gemeente bedroeg op De leeningschuld van de fabriek aan de met de vermoedelijke leening 1920 te sluiten m Na verplichte 2'/2°,o aflossing van: de leening 1905 groot oorspronkelijk f 74.313.45 1908/1909 r 468.367.39' 1911 15.600.64 1912 3.148 345 1913 14.816.56 1914 14.868.713 1915 3.305.76 1917 9.557.02 1919 25.626.14' zoodat de totale schuld op 1 Januari 1921 zal bedragen f 472.511.09°, 11 vermeerderd .195. f 1.857.83' 11.709.186 390.016 78.71 370.415 371.72 82.64' 238.92' 640.65 f 15.740.10 waarvan over 1921 4 °/o of f 18.900.44 verschuldigd is. Volgens de aanschaffingswaarde op l Januari 1921, waarbij is rekening gehouden met de te verwachten waardevermeerdering gedurende 1920 en de afschrijvingen op de aanschaffingswaarde van 1 Januari 1920, zullen deze afschrijvingen over 1921 bedragen f 55.991.55. Voor de zuivere berekening van dit bedrag wordt verwezen naar den aan het slot van deze begrooting opgenomen staat. Lit dit fonds zal de 2 /*2 /o schuldaflossing aan de gemeente worden voldaan ten bedrage van f 17.171.17 en het restant zijnde f 38.820.37' ter bestrijding van kosten van aanleg en uitbreiding worden aangewend. Waar het reservefonds is volgestort is deze post pro-memorie uitgetrokken. 99

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1921 | | pagina 49