1.200
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1921.
u
O
Hoofdstuk
s
11.
1—
J
Afdeeling
_SX)
75
VII.
14
OMSCHRIJVING DER INKOMSTEN.
15
16
Art. 6
Art. 7
Art. 8
17
18
Art. 9
19
Art. 11
Art. 10
Overgebracht
De heffing der markt- en staangelden voor het
plaatsen van kramen enz. geschiedt krachtens
raadsbesluit van 22 Juli .1913, goedgekeurd bij Ko
ninklijk besluit van 14 October 1913, no. 49, terwijl
de veemarktgelden geheven worden krachtens
raadsbesluit van 11 November 1919, goedgekeurd
bij Koninklijk besluit van 5 Januari 1920, no. 37,
tot .1 Januari 1925.
Beurs- en waagrechten
De waagrechten en beursrechten worden thans
onder één post verantwoord, tengevolge der samen
voeging, waardoor de post waagrechten niet toe
passelijk is.
De opbrengst wordt in verband met de tariefs-
verhooging geraamd op 23.000.
De heffing zal geschieden krachtens raadsbe
sluit van 28 October 1920.
Opbrengst wegens het gebruik van selioollokalen
voor particuliere lessen
In verband met tariefsverhooging wordt ge
raamd voor 1921 1500.
De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van
28 Januari 1908, goedgekeurd bij Koninklijk be
sluit van 10 Maart 1908, no. 9, gewijzigd bij raads
besluit van 13 Januari 1920, goedgekeurd bij Kon.
Besl. van 25 Febr. 1920, no. 164.
Vergoeding voor het schoonhouden van school
lokalen, gebruikt voor particuliere lessen
Zie toelichting bij volgno. 15.
Rechten wegens het gebruik van de benzinebe
waarplaats
De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van
9 Juni 1903, goedgekeurd
van 2 Juli 1903, no. 34.
bij Koninklijk besluit
Rechten wegens tijdelijk gebruik van openbare
straten voor particuliere doeleinden
tarieven wordt voor
verband met verhoogde
in
1921 geraamd 4000.
De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van
S Mei 1900, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van
25 Juli 1900, no. 35, gewijzigd bij besluit van 11
Mei 1920, goedgekeurd bij
no. 80.
K. B. van 16 Juli 1920,
Leges, geheven ter gemeente-secretarie, aan liet
gemeente-archief en rechten wegens verrichtin
gen Aan den ambtenaar van den burgerlijken
stand
De heffing geschiedt ingevolge raadsbesluit
van 8 Augustus 1899, goedgekeurd Dij Koninklijk
besluit van 25 October 1899, no. 29, gewijzigd bij
raadsbesluiten van 25 April 1905, 22 October
1907, 6 December 1910 en 25 Maart 13 Mei 1919,
laatstelijk goedgekeurd bij Koninklijk besluit van
10 Juli 1919, no. 42.
Over te brengen
8
Ontvangen
BEDRAG
in 1919.
GERAAMD BEDRAG
voor
1920
10.492 86
1921
10.160 36'
650
245
90
50
2.902 30
10
1.000
3.629 81
3.500 -
70.390 -
23.000-
1.500-
500-
10
4.000
3.600-
103.000
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1921. ntjl. no. L
■-
SH
0
s
3
1
O
Hoofdstuk
II.
Afdeeling
OMSCHRIJVING DER INKOMSTEN.
Ontvangen
BEDRAG
in 1919.
GERAAMD BEDRAG
voor
VII.
1920
1921
Overgebracht
103.000 -
20
Art. 12 i
Vergunningsrecht voor den verkoop van sterken
De lijsten van verschuldigd recht voor het ver
gunningsjaar 1920/21 zijn opgemaakt tot een be
drag van 7896.8T5. In verband met een en
ander en er op rekenende, dat het getal vergun
ningen vermindert en de aanslagen door het ver
minderen van het gebruik moeten worden ver
laagd, is eene ronde som van 7.500,geraamd.
De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van
28 Maart 1905, goedgekeurd bij Koninklijk besluit
van 11 April d.a.v., no. 35.
8.035
93'
7.800
7.500
21
Art. 13
BegrafenisrechtenJ
De opbrengst aan begrafenisrechten wordt in
verband met de ontvangsten gedurende het eerste
halfjaar van 1920 geraamd op J 6000,
De heffing geschiedt, wat betreft de begraaf
plaats aan de Spanjaardslaan, krachtens raads
besluit van 23 Mei 1899, goedgekeurd bij Konink
lijk besluit van 22 Juli 1899, No. 56,_gewijzigd bij
raadsbesluiten van 26 Februari 1907 en 1.) April
1919, welke wijzigingen zijn goedgekeurd bij
Koninklijke besluiten van 13 April 1907, n-o. 63
en 4 Juni 1919, no. 23, en wat betreft de Noorder
begraafplaats, krachtens raadsbesluit van 15 April
1919, goedgekeurd Dij Koninklijk besluit van
4 Juni 1919, no. 23.
6.139
35
12.500
6.000
22
Art. 14
Schoolgelden voor lager onderwijs
De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van
14 Juni 1904, goedgekeurd bij Koninklijk besluit
van 22 Juli 1904, no. 28, gewijzigd bij raadsbeslui
ten van 23 Januari 1906, 12 December 1911, 9 Juni
1914, 28 Maart 1916 en 11 Februari 1919, welke
wijzigingen zijn goedgekeurd bij Koninklijke be
sluiten van 26 Februari 1906, no. 30, 12 Januari
1912, no. 23, 24 September 1914, no. 73 en 3 Juni
1916, no. 14.
29.441
7 1
i i
27.200
30.000
23
Art. 15
Schoolgelden voor middelbaar onderwijs
De heffing geschiedt, wat betreft het schoolgeld
aan de school voor middelbaar onderwijs voor
meisjes, krachtens raadsbesluit van 9 April 1918,
goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 18 Sep
tember 1918, no. 57, aan de burgeravondschool
krachtens raadsbesluit van 11 Juni 1907, goedge
keurd bij Koninklijk besluit van 9 Augustus 1907,
no. 64 en aan de middelbare avondhandelsschool
krachtens raadsbesluit van 7 September 1915, goed
gekeurd bij Koninklijk besluit van 21 Maart 1916,
no. 15, gewijzigd bij raadsbesluit van 27 November
1917, welke wijziging is goedgekeurd bij Koninklijk
besluit van 24 Januari 1918, no. 57.
14.117
88'
I
13.000
14.000
24
Art. 16
Schoolgelden voor hooger onderwijs
De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van
29 April 1913, goedgekeurd bij Koninklijk besluit
van 27 Juni 1913, no. 48, gewijzigd bij raadsbesluit
van 26 Augustus 1913, welke wijziging is goedge
keurd bij Koninklijk besluit van 14 October 1913,
no. 49.
9.003
9.00C
9.000
Over te brengen
169.500
9