Bijlage no. «9.
195
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1921. Bijlno. 9.
WIJZIGING in het plan van den gemeentelijken
woningbouw bij den Groningerstraatweg
(bijlage no. 41 van 1920).
Aan den Gemeenteraad.
Uw besluit van den 14 September 1920, no. 429R/222,
strekkende om met rijkssteun ingevolge de Woning
wet, over te gaan tot den bouw van gemeentewege
van 77 arbeiderswoningen, 1 winkelhuis en een bad
inrichting met vergaderzaal, op een terrein gelegen
tusschen den Groningerstraatweg, het Kalverdijkje en
het Cambuursterpad, is van Gedeputeerde Staten,
aan wie het ter goedkeuring was ingezonden, bij
resolutie van 18 November 1920, no. 113, le afdeeling
B, terugontvangen onder overlegging van een extract
uit het desbetreffende advies van den Inspecteur van
de volksgezondheid .1. Gualthérie van Weezei te
Groningen en met verzoek aan de in dat advies
vervatte opmerkingen tegemoet te komen.
Mede ontvingen wij onder dagteekening van 3 De
cember 1920, no. 1019 J, afdeeling Volksgezondheid,
een schrijven van den Minister van Arbeid, waarin
eveneens verschillende bezwaren tegen het bouwplan
te berde worden gebracht.
De in het bovengenoemde extract-advies van den
Inspecteur van de volksgezondheid opgenomen be
merkingen komen grootendeels ook voor in het aan
gehaalde schrijven van den Minister van Arbeid.
In het kort komen de gemaakte opmerkingen op
het volgende neer
1°. de op de teekeningen vermelde inhoudsmaten
der woningen zijn volgens den Minister te klein be
rekend de aftrek voor zolderruimte wordt n.l. niet
in overeenstemming met de circulaire van den Mi
nister van Arbeid van 30 .Juli 1920 no. 13251 geacht;
2°. de 8 woningen van het type A hebben een
inhoud van meer dan 300 M3., waardoor zij buiten
het begrip „arbeiderswoning" vallen. (Wij wezenhierop
reeds in bijlage no. 41, doch waren toen van meening
dat van Regeeringswege geen bezwaar werd gemaakt
enkele grootere woningen in een bouwplan op te
nemen.) De Minister deelt mede dat bedoelde woningen
te groot zijn en uit het bouwplan dienen te vervallen,
daar rijksvoorschot daarvoor niet zal worden verleend;
3°. de hoogte der bovenverdiepingen en die der
borstweringen van de typen B, C, D. E en F dient in
verband met de bepalingen der aangehaalde circulaire
te worden verlaagd, daar zij hooger is geprojecteerd
dan bij die circulaire is toegestaan
4°, als minimum-huur zal, als gevolg van de ver
hoogde inhoudsmaten, moeten worden vastgesteld voor
de woningen typen B, C, D en E onderscheidenlijk
283.40 (nu 260.-), 351.— (325.—361.40
(351.en 364.(351.per jaar.
De Minister deelt voorts mede bereid te zijn te
bevorderen dat voor de in het plan opgenomen bad
inrichting een voorschot worde verleend. Die inrichting
zal echter zichzelf moeten bedruipen; op een bijdrage
in de exploitatie mag derhalve niet worden gerekend.
Evenmin mag worden gerekend op een bijdrage in
de exploitatie van de vergaderzaal. Tegen het op
nemen in het ontwerp van een dergelijke localiteit
wil de Minister geen bezwaar maken, mits zij ten
hoogste een oppervlakte heeft van 30 M2.
Ten slotte merkt de Minister op, dat, naar hem is
medegedeeld, het in de bedoeling ligt 52 woningen
van dit bouwplan te bouwen met betonsteen (systeem
Schütz en Bangert). Waar met dergelijk materiaal
nog geen ervaring is opgedaan, aldus de Minister,
meent hij bedenking te moeten opperen tegen dit
voornemen. Zijnerzijds is er echter geen bezwaar tegen
dat bij wijze van proef 20 woningen met bedoeld
materiaal worden gebouwd. Hebben deze de proef
van het ongunstige jaargetijde hier te lande goed door
staan, dan kan tot uitbreiding worden overgegaan.
De stukken betreffende het bovenbedoelde bouwplan
zijn daarop door ons in handen gesteld van den Di
recteur der gemeentewerken. Deze heeft bij schrijven
van 22December j.l. het hierbij overgelegde ge-
gewijzigde plan ingezonden.
In verband met den eisch van den Minister om
uit het bouwplan de woningen van het type A te
doen vervallen, waardoor echter de architectuur van
het complex, dat één afgewerkt geheel vormt, zou
verbrokkelen, is met behoud van dit type naar een
andere oplossing gezocht. Deze is gevonden door
bedoeld type te verdeelen in een beneden- en een
bovenwoning, geschikt voor kleine gezinnen. Het
uiterlijk van het gebouwen-complex verandert daardoor
niet. Naar de Directeur der gemeentewerken mededeelt
kan ook de Inspecteur van de volksgezondheid, aan
wien het gewijzigde plan ter inzage en beoordeeling
werd toegezonden, zich met de gevonden oplossing
vereenigen.
Voorts is een gewijzigd ontwerp voor de badin
richting opgezet. De vergaderzaal is uit dit nieuwe
ontwerp vervallen. Waar zij toch geen grootere opper
vlakte mag hebben dan 30 M2. en daardoor alleen
voor kleine bijeenkomsten bruikbaar zou zijn, is zij
weggelaten. In de plaats daarvan is thans meer ruimte
voor badgelegenheid gemaakt door het aantal kuip
baden uit te breiden tot 6 en het aantal douche-
baden tot 32.
Als gevolg van de wijziging in het woningbouw
plan zal, in plaats van voor 78 gezinnen, woonruimte
voor 86 gezinnen worden verkregen (het winkel
woonhuis inbegrepen).
De bouw- en exploitatiekosten zullen in verband
met den gewijzigden opzet eenige verandering onder
gaan.
Voor bouwkosten der woningen wordt geraamd
Type A (thans beneden- en bovenwoning)
8 a 8700.— 69600
BenB1 49 5800.— 284200.—
C14 6250.87500.
D4 6600.— 26400.—
E2 6650.— 13300.—
F (winkelhuis) 1 7950.7960.
488950
Demping slooten, terreinophooging enz.
met risico daaraan verbonden f 17100.
Terracotta-versiering 1000.
Ringmuur350.
Plantsoen, wegverharding,
rustbanken enz4000.
Bestedingskosten 1100.
Toezicht en bureaube
hoeften 6500.
Dagelijksch toezicht bij de
uitvoering2600.
Onvoorzien5300.
Erfpacht gedurende den
bouw (10 maanden) 5 van
47120.— (7630 M2 a 4.—
en 3320 M2. a 5.—) 2356.—
Rente gedurende den bouw 7800.
48106.—
Totaal
of rond
537056.-
538000.