Bijlage no. 10.
Bijlage
tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1921. Bijl. n
VASTSTELLINS eener verordening voor het
archief.
Aan den Gemeenteraad.
De archiefwet 1918, Staatsblad no. 378, heeft het
archiefwezen geregeld en tevens voorschriften gegeven
voor de gemeentelijke archieven voor deze bestond
tot dusver geen rijksregeling. In aansluiting daaraan
is thans een verordening op het gemeentearchief op
hare plaats. Een model voor een zoodanige verorde
ning, afkomstig van het departement van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen, zonden Gedeputeerde
Staten ons toe bij circulaire 110. 6 van 1920. Bij het
hieronder volgend ontwerp is dat model, waarmede
wij ons, de gemeentearchivaris gehoord, zeer goed
kunnen vereenigen, op den voet gevolgd, behoudens
een enkele aanvulling of wijziging. Voor de toelich
ting zij verwezen naar die, welke bij het door den
Minister toegezonden model is gevoegd. De wensche-
lijkheid van de dezerzijds aan art. 6 toegevoegde
zinsnede zal daaruit nader blijken. De aanvangstermijn
voor het zoogenaamde nieuw-archief is in art. 11 op
1851, jaar van invoering der Gemeentewet, bepaald,
zulks in het voetspoor van wat hier tot dusver reeds
gold.
ONTWERP.
In het voorgestelde artikel 7, dat het gebruik der
archieven regelt, schijnt eene bepaling dat de bezoeker
zich door onderteekening van het reglement verbindt,
zich aan de daarin vervatte voorschriften te houden,
te verdedigeneene schadevergoeding bij het mis
bruiken van stukken, door den archivaris op te leggen,
zal anders niet invorderbaar blijken. Ook komt het
voor, dat het voorzichtiger is, het opleggen van eene
schadevergoeding aan hem die „dreigt schade toe te
brengen aan de stukken", gelijk het model wil, uit
het artikel te lichten eene dergelijke strafbepaling
behoort o.i. in deze verordening niet thuis. Het laatste
lid'van dit artikel kan vervallen; art. 13 regelt reeds
dit onderwerp.
Wij hebben de eer U voor te stellen tot vaststelling
eener archiefverordening volgens het hierbij gevoegd
ontwerp te besluiten.
Leeuwarden, 23 December 1920.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J. M. VAN BEYMA, Burgemeester.
M. GOSLINGS, Secretaris.
De Raad der gemeente Leeuwarden
gezien het voorstel van Burgemeester en Wet
houders
besluit
vast te stellen de navolgende
VERORDENING op het gemeente-archief.
Artikel 1.
De gemeentelijke archiefbewaarplaats is bestemd
tot bewaring van
a. de archieven van de besturen der gemeente,
van hare ambtenaren, commissiën, instellingen en
bedrijven, tot een door Burgemeester en Wethouders
voor alle archieven te zamen of voor elk archief af
zonderlijk vast te stellen jaar, dat echter niet vroeger
mag zijn dan 1814
b. de archieven van opgeheven gemeentelijke
takken van dienst of gemeentelijke instellingen
c. de archieven van de colleges en personen, wier
rechten of functiën op de onder a of b genoemde
colleges of personen zijn overgegaan
d. de archieven, welke de gemeente van het Rij k
van besturen van openbare lichamen of van bijzondere
personen in bewaring of ten geschenke ontvangen
heeft.
Bovendien kunnen in de gemeentelijke archiefbe
waarplaats bewaard worden buiten het verband der
onder a d genoemde archieven staande verzamelingen
van geschreven en gedrukte stukken en andere ver
zamelingen, die tot toelichting van die archieven
kunnen dienen.
Artikel 2.
De in de gemeentelijke archiefbewaarplaats over
gebrachte archieven en verzamelingen worden beheerd
door den archivaris.
Artikel 3.
De in de gemeentelijke archiefbewaarplaats over
gebrachte archieven en verzamelingen zijn eiken
werkdag toegankelijk gedurende drie uren of zooveel
langer als door Burgemeester en Wethouders, den
gemeentearchivaris gehoord, zal worden vastgesteld.
199