By la ge no. 11. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1922. Bijl. no. 11. VERPLAATSING van het aschland (bijlagen nos. 35 van 1915 en 10 van 1922). Aan den Gemeenteraad. De Voorzitter van onze Commissie bracht het ver langen van Burgemeester en Wethouders over, om, zoo eenigszins mogelijk, met de zaak van het aschland een stap verder te gaan dan in ons voorstel van 14 December j.l. (bijlage no. 10 tot 's Raads handelingen) wordt gedaan. Daarin ligt voor te verrichten werk zaamheden niet anders dan de aanleg van een straat (verlenging Spoorstraat) en een weg. Burgemeester en Wethouders vreezen dat de toenemende werkloos heid met den aanleg daarvan, met de verbetering van den Wissesdwinger en het baggeren van grachten niet voldoende is te bestrijden en zouden gaarne zien, dat met den aanleg van het aschland zelve een begin werd gemaakt.. Dat College zal dan ook voor dat werk trachten rijkssteun te verkrijgen. Hoezeer betreurende dat de sterke toeneming der werkloosheid de ondergrond vormt van het weerge geven verlangen van het dagelijksch bestuur, werd de rnededeeling van den Voorzitter toch met ingenomen heid ontvangen. Niet alleen omdat wij, waar dat kan, gaarne medewerking verleenen om aan de werkloos heid het hoofd te bieden, maar bovenal omdat het geheel in onze lijn ligt haast te maken met de ver plaatsing van het aschland. Wij waren echter huiverig zonder tot in bijzonderheden uitgewerkte plannen te kunnen overleggen, Uwe Vergadering meer te vragen dan den aanleg van bovenbedoelde straat en weg. Ook thans kunnen wij deze plannen nog niet aanbieden, maar wel een overzicht geven van hetgeen in elk geval op het nieuwe aschland aanwezig moet zijn. Er zullen moeten worden gemaakt een acht- a tiental compost- loodsen met bestrating daartusschen, alsmede een wal- muur van gewapend beton langs de Potmarge, nadat deze over ongeveer 500 M. is uitgediept tot groot- scheepsch vaarwater en op de bocht is verbreed tot een haven. De grond, waar de loodsen zullen verrijzen, moet worden uitgegraven en de uitkomende grond worden gebezigd voor ophooging van het terrein, zoodat aldaar vele handen gedurende langen tijd werk kunnen vinden en deze zeer productieve werkverschaffing dus in hooge mate zich eigent om de werkloosheid te bestrijden. Behooren tot de nieuwe inrichting ook een woning voor een opzichter, één of meer havens, een oven voor verbranding, een smederij, een kuiperij, een wagen makerij, stallen voor de paarden, berging van vracht auto en ander materiaal, deze onderdeden zijn nog in overweging en zullen te zijner tijd met den definitievcn opzet nader bij U ter tafel worden gebracht. Eerst nadat daarop Uwe goedkeuring is verkregen wordt aan deze werken uitvoering gegeven. Hoe men den opzet echter ook wenscht, in ieder geval zijn de com- postloodsen met den walmuur en de bestrating onmis bare onderdeden van dit aschland. Voorloopig bepalen wij ons daarom, zulks mede met het oog op de verlangde medewerking in de werkver schaffing, tot deze elementaire onderdeden. Wat deze voornamelijk arbeidsloon eischende werken in totaal zullen kosten is ons niet bekend. Eene zeer globale raming komt op io0,000.— Indien Uwe Vergadering voor dit werk dat bedrag loestond zou met den aanleg en gedeeltelijke uitvoe ring een begin kunnen worden gemaakt. Wij verzoeken U, in aansluiting aan ons voorstel van 14 December j.l., mede daartoe te willen besluiten. Leeuwarden, 9 Januari 1922. De Commissie voor de gemeentereiniging, L. DIJKSTRA, Voorzitter. 201

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1922 | | pagina 101