Bijlage no. 15.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1922. Bijl. no. 15.
WIJZIGING OER VERORDENING regelende
de inrichting van het personeel der politie
(gemeenteblad 1920 no. 48) en wijziging
der Saiarisverordening I9ï9 (gemeenteblad
1920 nos. 28 en 44 en 1921 nos. 5 en 41).
Aan den Gemeenteraad.
Van den Commissaris van Politie ontving de Burge
meester een schrijven, waarin het verzoek om te willen
bevorderen, dat de verordening op de inrichting van
het personeel der politie gewijzigd wordt in den zin
zooals in bedoelde missive wordt aangegeven. Die
wijziging omvat het laten vervallen van de tegenwoor
dige titulatuur inspecteur le, 2e en 3e klasse en het
invoeren van de titels hoofdinspecteur en inspecteur.
De inspecteur van politie le klasse in deze gemeente
is, al heeft hij den titel niet, hoofdinspecteur; hij ver
vangt den Commissaris van Politie bij diens afwezig
heid. Voorts zal bij een eventueele oproeping van solli
citanten om te voorzien in de vacature, ontstaan door
de benoeming van den vorigen titularis tot commissaris
van politie te Harlingen, door gegadigden vrij zeker aan
den titel hoofd-inspecteur de voorkeur gegeven worden
boven dien van inspecteur le klasse.
Wat de inspecteurs van politie 3e klasse betreft, zij
doen hetzelfde werk en moeten dezelfde verantwoor
delijkheid dragen als de inspecteur 2e klasse, terwijl
de eischen van bekwaamheid ook gelijk zijn. Eenzelfden
titel vinden wij om deze redenen gewenscht.
Bij wijziging van de titulatuur zal ook een wijziging
van de Salarisverordening 1919 noodig zijn, om die in
overeenstemming te brengen met de boven behandelde
verandering. De bezoldiging van den hoofdinspecteur
kan gelijk zijn aan die van den inspecteur le klasse,
die van de inspecteurs aan die van den inspecteur 2e
klasse. Hierdoor kan, naar wij meenen, de sollicitatie
van geschikte politieambtenaren naar andere gemeenten
voor een goed deel worden voorkomen en wordt, zoo
er een vacature te vervullen komt, Leeuwarden voor de
gegadigden aantrekkelijker.
Bij ons is ingekomen een schrijven van de Voogden
van de Stads-Arinenkamer, inhoudende het verzoek om
tot de herziening van de bezoldiging van den secretaris
boekhouder der Kamer over te gaan.
De secretaris-boekhouder heeft een geheel op zich
zelf staande leidende positie: het onderzoek naar den
geldelijken toestand der bedeelden legt hem een zware
verantwoordelijkheid op.
De vergelijking met andere gemeenten toont aan dat
de bezoldigingen voor dergelijke betrekkingen elders
vrij wat hooger zijn dan in onze gemeente. Wij zijn
daarom van meening, dat een bezoldiging van 3300.—
tot 3800.meer in overeenstemming is met den aard
van de betrekking dan de thans geldende.
De Voogden verzoeken voorts om aan den secretaris
boekhouder den titel van „directeur van het armwezen"
te verleenen. Wij zouden, hoezeer de werkzaamheden
aan de Stads-Armenkamer zijn uitgebreid ook de
werkverschaffing ressorteert thans daaronder de be
doelde verandering van titel wenschen uit te stellen,
totdat een wijziging van het reglement van de Stads-
Armenkamer om andere redenen noodig is.
Wij hebben over beide wijzigingen het advies van
tie Salariscommissie gevraagd, zij kan zich met de
voorgestelde wijzigingen vereenigen.
Onder overlegging van stukken geven wij U op grond
van het bovenstaande in overweging om te besluiten
volgens de bijgaande ontwerpen.
Leeuwarden, fJa"uaii. 1922.
2 Februari
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden
J. M. VAN BEYMA, Burgemeester.
M. GOSLINGS, Secretaris.
ONTWERP I.
BESTAANDE REDACTIE.
Art. 1, eerste lid.
Tot handhaving van de openbare orde in deze ge
meente, zoowel bij dag als bij nacht, kunnen worden
aangesteld:
1 inspecteur van politie der le klasse,
1 2e
1 1)
2 inspecteurs 3e
4 politiedienaren le (wachtmeesters),
10 2e (brigadiers),
84 3e
De Raad der gemeente Leeuwarden;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethou
ders;
besluit:
A. de verordening regelende de inrichting van het
personeel der politie (gemeenteblad 1920 no. 48) te
wijzigen als volgt:
I.
Artikel 1, eerste lid, wordt gelezen:
Tot handhaving van de openbare orde in deze ge
meente, zoowel bij dag als bij nacht, kunnen worden
aangesteld
1 hoofdinspecteur van politie,
3 inspecteurs van politie,
4 politiedienaren der le klasse (wachtmeesters),
10 2e (brigadiers),
84 3e
Art. 2, eerste lid.
De inspecteurs van politie dragen, wanneer zij in
burgerkleeding zijn, als onderscheidingsteeken om den
hals en over het vest een zijden lint van gele en blauwe
II.
In het eerste lid van artikel 2 worden geplaatst vóór
het woord „inspecteurs" de woorden „hoofdinspecteur
en".
219