naar liet aangrenzende water geen bezwaar meer zou op
leveren.
Even wensch ik nog op het bestaan van beerputten met
overloop terug te komen. Deze putten worden onder bepalin
gen eener gemeenteli jke bouwverordening gebouwd, waardoor
een bodemverontreiniging wordt tegengegaan. De uitlaat is
in den put eenige c.M. beneden den inlaat aangebracht, zoodat
bij waterspoeling een groot deel der faecaliën drijvend in den
put achterblijven. In de z.g. antisepteerende werking heb ik
niet veel vertrouwen. Naar ik verneem, zijn in Leeuwarden
op liet oogenblik ruim 600 perceelen van een dergelijken put
voorzien. Hoe aangenaam ook dit systeem voor iederen
bewoner afzonderlijk is. meen ik hier toch ernstig tegen eene
belangrijke uitbreiding ervan te moeten waarschuwen, om
het groote gevaar van stinkende grachten te voorkomen. Eene
dergelijke beperking houdt helaas in. dat slechts een zeker
aantal inwoners van waterclosets kan profiteeren en dus een
klein deel der gemeentenaren boven de andere bevolking
wordt bevoorrecht.
Bij de compostbereiding zijn afgegeven voorwerpen, als
oude manden, meubelen, bedden enz. (gemiddeld 5 M3 per
dag; niet te gebruiken. Deze z.g. nesten" dienen evenwel te
worden vernietigd en dit kan het beste geschieden, door
middel van verbranding. Op bijna elke belt, treft men dan ook
een of andere oven hiervoor aan. Met betrekkelijk geringe
kosten is zulk een oven zóó te construeeren. dat hierin ook
sintels kunnen worden verbrand. Aangezien het kwantum
sintels per dag op 4 M3. kan worden geschat en deze sintels
eene verbrandingswaarde van bijna 2000 caloriën bezitten,
is het vermoedelijk loonend, de sintels van de gasfabriek hier
bij te verbranden en aan dezen oven een stoomketel te verbin
den. waardoor niet alleen de warmte nuttig wordt aangewend,
maar ook hei vuurvaste metselwerk niet aan zulke liooge
temperaturen wordt blootgesteld. Tevens wordt bij eene
dergelijke uitvoering de mogelijkheid geopend, eenig gewoon
huisvuil te verbranden.
De geproduceerde stoom kan op verschillende wijzen
worden aangewend. O.a. zou ze kunnen dienen voor het aan
drijven van eenige werktuigen, het verwarmen van bad- en
waschlokalen en het desinfecteeren van stoffen. Onmogelijk is
het verder niet, dat met dezen stoom nog met eenig voordeel
electriciteit voor eigen gebruik kan worden opgewTekt.
Natuurlijk moet bij overweging van eene dergelijke toepassing
der stoom, de onkosten voor de opwekking der electriciteit,
(bedrijfskosten stoommachine en dynamo) vergeleken worden
met de tarieven, gesteld door de Gemeentelichtbedrijven.
Tn zulk eene kleine installatie eenige economie te leggen,
wordt werkelijk een moeilijk probleem, liet geheel zou zóó
moeten worden ingericht, dat de afgewerkte stoom zijne
z.g. minderwaardige calorieën nog voor verwarmingsdoel
einden kan afgeven.
Komt bij den grofvuiloven geen stoomketel, dan zal toch
op eene andere plaats een ketel voor het warme water, ten
behoeve van de bad- en waschinrichting, moeten worden
opgesteld: bovendien moet voor het desinfecteerapparaat en
de centrale verwarming, stoom kunnen worden gestookt.
l eder inwoner van Leeuwarden, zal het verdwijnen van
het aschland uit de bebouwde kom, toejuichen.
Wanneer het uitbreidingsplan van Leeuwarden wordt
ter hand genomen, dan dient in Oostelijke richting naar een
geschikt terrein te worden gezocht. Niet alleen, omdat het,
zooals reeds gezegd, in verband met de westenwinden, wen-
schelijk is. deze inrichting aan do oostelijke zijde der stad
te bouwen, maar ook, omdat de afscheping der meststoffen
naar het oostelijk deel des lands (veenkoloniën) hierdoor
gemakkelijker zal kunnen geschieden.
Het reeds vroeger genoemde terrein, tnsschen Tynje en
Potmarge, aan twee zijden door water begrensd, kan geheel
afgesloten worden. Bovendien is deze grond reeds eigendom
der gemeente, en zal door zijne ligging nog niet de hooge
waarde van bouwterrein bezitten. Noodzakelijk is het echter,
dat naar dit terrein een goede breede verkeersweg wordt
aangelegd. Deze nieuwe weg zou evenwel in het uitbreidings
plan van Leeuwarden zoodanig kunnen worden geprojecteerd,
dat hij aan de voorgenomen uitbreiding ten goede komt.
zoodat de kosten niet geheel ten laste van de reiniging
behoeven te worden geboekt.
Verder wensch ik er op te wijzen, dat bij de nieuwe inrich
ting niet aan oppervlakte mag worden gespaard, terwijl het
geheel met een flinke strook weiland, aan de landzijde moet
worden omringd, waar principieel geen voet grond voor
bouwterrein of iets dergelijks, zal mogen worden afgestaan.
Wat de technische inrichting betreft, zullen twee groote.
overdekte compostputten van ca. 65 M. lengte en 15 M.
breedte, aan elkaar parallel moeten worden gebouwd. Deze
compostputten zullen eene diepte van 1.5 M. krijgen, waarbij
wordt gerekend, dat de compost in een afgewerkte loods 1 M.
boven den beganen grond komt. De compostloodsen moeten
eene zoodanige hoogte hebben, dat eene electrische loopkraan
met grijper, zoowel de geheele lengte, als de breedte kan be
strijken. Ten einde met het verwerken van de compost geene
moeilijkheden van de ier te ondervinden, is het gewenscht, dat
elke compostput in eenige vakken wordt onderverdeeld.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1922.
2. Het verbranden van nesten en sintels in een
vuilverbrandingsoven.
250
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1922. Bijl. no. 19.
3. De verplaatsing en de technische inrichting van het aschland.
251