Daar ondergaat het eene biologische reiniging en kan zonder bezwaar in het openbare vaarwater afvloeien. De opvattingen over de biologische reiniging van afvalwater, loopen zeer uiteen, maar het pro'ces der mil boenen bacteriën, die elkaar vernietigen, is mij te geheimzinnig, om hier partij te kunnen kiezen. In elk geval zijn op vele plaatsen in het buitenland, verschillende systemen van biologische reiniging van riool water, met succes toegepast. Voor de stad Leeuwarden zou per etmaal ca. 4000 M3 rioolwater (maximale uurbelasting 300 M3) moeten worden geloosddaar het regenwater in het rioleeringssysteem niet behoeft te worden opgenomen, kunnen buizen van betrek kelijk geringe doorsnede worden gebruikt en heeft de instal- latie niet plotseling grootere kwanta, veroorzaakt door regen val. te verzwelgen. Het rioolwater moet naar de plaats van biologische reiniging worden opgepompt en daarbij tevens eenige meters omhoog worden gevoerd. Nadat het water eene mechanische voorreiniging heeft ondergaan, vloeit het traps gewijze door een slakkenveld, zóódanig, dat de noodige lucht kan toetreden, om in het afvalwater de gewensclite zuurstof verbindingen te doen plaats vinden. Wanneer het biologisch gereinigde water nog eenigen tijd in een bassin is vastge houden. kan het zonder hinderlijke of schadelijke gevolgen in het openbare water worden afgevoerd. llobaal geschat, komt de aanleg der rioleering in de stad op 850.000 gulden, de persbuis van ruim 1200 M. lengte, op 50.000 gulden en het pompstation met de biologische inrich ting, op 100.000 gulden, zoodat voor den geheelen aanleg van dit rioleeringsplan, eene uitgave van rond 1.000.000 gulden wordt geëischt. Natuurlijk behoort bij het pompstation eenige bediening en moet de biologische inrichting worden onderhouden. Deze exploitatiekosten kunnen op totaal 30.000 gulden worden geschat. Deze getallen schrikken aftoch wordt een en ander min der onrustbarend, als men de jaarlijksche uitgave van bijna 100.000 gulden aan arbeidsloonen en materiaal voor den tonnendienst, daartegenover stelt, welke, zooals ik reeds heb gezegd, dan geheel komt te vervallen. Evenwel moet nog met de belangrijke uitgave voor het inrichten der waterclosets rekening worden gehouden deze kosten zullen natuurlijk de respectieve huiseigenaren hebben te dragen en zal per woning (1 closet) op minstens f 75.komen te staan. Het aansluiten van elk perceel op de rioleering, zal per perceel, indien zulks gelijktijdig met het leggen der rioleering kan geschieden, ongeveer f 30.kos ten. zoodat voor de geheele stad Leeuwarden hiervoor een bedrag van rond f 250.000.moet worden uitgegeven. Dit laatste bedrag zal de Gemeente zelf moeten dragen en komt dus nog bij de begrooting der rioleering. Mocht voor de gemeente Leeuwarden het rioleeringsplan worden uitgevoerd, dan is de oplossing van het vuilnisvraag- stuk, de bouw van eene goede Vuilverbrandingsinrichting. In de wintermaanden zal ongeveer 30 ton. en in de zomer maanden ongeveer 25 ton huisvuil moeten worden verbrand. Uit de beide genomen verbrandingsproeven is gebleken, dat het Leeuwarder huisvuil in den winter nog geen éénvoudige verdamping haalt, en in den zomer zonder toevoeging van brandstoffen, nagenoeg onverbrandbaar is. Met het Amsterdamsche huisvuil worden veel betere resultaten bereikthet verdampingscijfer varieert daar in den winter van 1.5 tot 1.9 en in den zomer van 0.8 tot 1.2. Ten einde in den zomer de verbranding te kunnen door zetten. is het gewenscht. goedkoope brandstof bij te stoken. Sintels van groote bedrijven zijn hiervoor wel het meest geschikt, en derhalve zou met de gasfabriek en de provinciale centrale eene overeenkomst moeten worden getroffen, om deze sintels geregeld in den zomer af te nemen. Aangenomen, dat genoemde bedrijven per jaar tezamen 1500 ton sintels produceeren en deze voorraad aan de vuilver brandingsinrichting zou kunnen worden afgestaan, dan zou gedurende het .magere" half jaar, 10 ton sintels per dag kunnen worden bijgestookt. Kan op deze wijze worden gewerkt, dan heb ik ver trouwen. dat ook in den zomer het Leeuwarder huisvuil zal kunnen worden verbrand en in het zomerhalfjaar ongeveer dezelfde hoeveelheid stoom zal kunnen worden afgeleverd als in den winter. Vermoedelijk zal bij deze verhouding de stoomproductie ongeveer 20 ton per dag of wel 6000 ton per jaar bedragen. Wordt deze stoom in electrische kracht omgezet, dan zou hiervan ongeveer 25 voor gebruik der verbrandings installatie noodig zijn en het overschot van electrische energie, evenredig aan 4500 ton stoom, kunnen worden verkocht. De waarde dezer electriciteit, berekend naar de heden- daagsche steenkolenprijs van f 25.per ton, komt op f 15000.—. Natuurlijk is dit bedrag niet voldoende om de bedrijfs- en onderhoudskosten te dekken. Nu kan de relatieve waarde van de geproduceerde stoom worden verhoogd, door het vuilnis in de spitsuren van de belasting op de prov. centrale te ver branden. Wordt b.v. op deze wijze in 8 uur per dag het Leeuwarder vuil verbrand, dan kan worden verwacht, dat gedurende 6 spitsuren van de prov. centrale, de vuilverbrandingsinrichting met ongeveer 250 K.W. belasting zou kunnen meehelpen. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1922. 264 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1922. Bijl. no. 19 2. Het huisvuil te verbranden en hiermede, zoo mogelijk, electriciteit op te wekken. 265

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1922 | | pagina 133