Bijl. no. 21. Bijlage No. 21. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1922. WIJZIGING der verordening, regelende de be looning van de vakonderwijzeressen in de handwerken en de vakonderwijzers in het teekenen bij het lager onderwijs (gemeen teblad 1921 no. 20). Aan den Gemeenteraad. De verordening, gemeenteblad 1919 no. 49, regelende de jaarwedden en de verdere inkomsten van het onder wijzend personeel aan de scholen van openbaar lager onderwijs, is, althans voor zoover deze betrekking had op het personeel bij het lager onderwijs, door de (nieuwe) Lager Onderwijswet 1920 en de ter uitvoering daarvan verschenen Koninklijke besluiten, waarbij thans de in die verordening voor dat personeel voorkomende materie is geregeld, komen te vervallen. In die verordening waren ook geregeld de beloonin gen voor het gymnastiek-, het handwerk- en het teeken- onderwijs, met als gevolg, dat verschillende daarin voor komende bepalingen ook voor de onderwijzers(essen) in deze vakken golden. Deze bepalingen zijn die, voor komende in de artikelen 9 (periodieke verhoogingen), 11 (ziekte-bepalingen), 12 (verlof en wedde bij mili tairen dienst) en 14, le, 3e en 4e lid (wijze van uit betaling der wedde) van die verordening. De belooningen voor dit personeel zijn sindsdien her zien en wel wat de gymnastiek betreft bij gemeente bladen nos. 33 van 1919 en 50 van 1921 en wat de handwerken en het teekenen betreft bij gemeenteblad no. 20 van 1921. Bij de eerstgenoemde herziening gymnastiek) zijn in de betrekkelijke verordening de in bovengenoemde artt. 9, 11, 12 en 14, le, 3e en 4e lid, voorkomende bepalingen voor de onderwijzers in dit vak overgegaan, gewijzigd in zoover als deze thans ook, ingevolge bovenvermelde wet en Koninklijke besluiten, gelden voor het personeel bij het lager onderwijs. Tij dens de wijziging van de salarisregeling voor de onder wijzers (essen) in de handwerken en het teekenen was de meeraangehaalde verordening (gemeenteblad 1919 no. 49) nog niet voor het personeel bij het lager onder wijs vervallen, zoodat toen niet is voorgesteld kunnen worden om den inhoud van de bedoelde artikelen 9, 11, 12 en 14, le, 3e en 4e lid, in die nieuwe salarisregeling op te nemen. De toestand is derhalve thans zoo, dat de salaris ONTWERP. BESTAANDE REDACTIE. (VERORDENING, gemeenteblad no. 20 van 1921). Art. 2. De jaarwedde van den onderwijzer in het teekenen aan de school der eerste klasse voor meisjes bedraagt De belooning van den vakonderwijzer in het teekenen regeling voor de gymnastiek geheel volledig is en er voorts bestaat eene verordening, regelende de belooning van de vakonderwijzeressen in de handwerken en de vakonderwijzers in het teekenen (gemeenteblad 1921 no. 20), in welke verordening evenwel alleen de bedra gen der jaarwedden zijn bepaald en dat overigens voor dit personeel nog gelden de hiervoren meer genoemde bepalingen in de artikelen ll, 12 en 14, le, 3e en 4e lid, der oude verordening van 1919, gemeenteblad no. 49. Artikel 9 dier verordening, regelende de periodieke ver hoogingen, is hier niet meer van toepassing, omdat bij de jongste salaris-herziening voor laatstgenoemden geen periodieke verhoogingen meer zijn toegekend. De tegen woordige (tijdelijke) onderwijzer in het teekenen aan de school der eerste klasse voor meisjes (gemeente school no. 3) is op zijn verzoek met ingang van 1 Mei a.s. van die werkzaamheid ontheven. Het ligt niet in onze bedoeling nu of in de naaste toekomst te bevor deren dat uitsluitend aan deze school weer een onder wijzer in dat vak wordt aangesteld. Ook aan deze school zal dus voortaan dat onderwijs door de klasse-onder wijzers worden gegeven. In verband hiermede kan uit de betrekkelijke verordening (gemeenteblad no. 20 van 1921) het le lid van artikel 2, regelende de belooning van dien onderwijzer, vervallen. Wij vinden het gewenscht, teneinde uniformiteit aan te brengen, in de verordening regelende de belooning van het personeel in de handwerken en het teekenen de bij meer gemelde artikelen 11, 12 en 14, le, 3e en 4e lid, gestelde regelen op te nemen, waardoor de ver ordening gemeenteblad 1919 no. 49 geheel zal zijn ver vallen en deze bepalingen dan, evenals het vorig jaar, zooals ook reeds hiervoor is medegedeeld, is geschied bij de regeling van de jaarwedden van de onderwijzers in de gymnastiek, gelijk te doen luiden aan die, zooals deze gelden voor het personeel bij het lager onderwijs. Het daartoe strekkend besluit gelieve Uwe Verga dering hieronder in ontwerp aan te treffen. Leeuwarden, 30 Maart 1922. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J. AL VAN BEYMA, Burgemeester. AL GOSLINGS, Secretaris. De Raad der gemeente Leeuwarden; Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethou ders; Besluit: A. onder intrekking, voor zoover noodig, van de verordening regelende de jaarwedden en de verdere inkomsten van het onderwijzend personeel aan de scho len van openbaar lager onderwijs (gemeenteblad no. 49 van 1919), de verordening, regelende de belooning van de vakonderwijzeressen in de handwerken en van de vakonderwijzers in het teekenen bij het lager onderwijs (gemeenteblad no. 20 van 1921) als volgt te wijzigen en aan te vullen: I. Het le lid van artikel 2 vervalt. 277

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1922 | | pagina 139