Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1922. onderwerpen tot haar werkkring behoorende, aan Bur gemeester en Wethouders te doen. 2. Deze voorstellen worden door Burgemeester en Wethouders, vergezeld van hun advies, ter kennis van den Raad gebracht, wanneer het onderwerp staat ter beslissing van den Raad. Art. 5. De commissie bestaat uit: a. vertegenwoordigers van het bestuur der ge meente; b. vertegenwoordigers van algemeene landelijke organisaties van ambtenaren en (of) werklieden. Art. 6. Als vertegenwoordigers van het bestuur der gemeente treden op een door Burgemeester en Wethouders uit hun midden aan te wijzen voorzitter en zes raadsleden. Art. 7. 1. De plaatselijke afdeelingen der algemeene lande lijke organisaties, welke als leden toelaten personen, behoorende hetzij tot alle categorieën van ambtenaren en (of) werklieden in dienst der gemeenten, hetzij tot het personeel ter gemeente-secretarie, indien en zoolang deze afdeelingen tenminste 6 leden-ambtenaren of 12- leden-werklieden in dienst der gemeente Leeuwarden hebben en indien zij zich schriftelijk bereid hebben ver klaard haar vertegenwoordigers in de commissie voor ten minste één jaar aan te wijzen, benoemen elk twee vertegenwoordigers en twee plaatsvervangende verte genwoordigers, wier namen en adressen zij telken jare in de maand Februari schriftelijk aan den secretaris der commissie opgeven. 2. Burgemeester en Wethouders beoordeelen, of de afdeelingen, welke aanspraak maken op het recht om aan de samenstelling der commissie mede te werken, voldoen aan de gestelde voorwaarden. Art. 8. Een vertegenwoordiger of plaatsvervangend vertegen woordiger eener organisatie houdt op zijn functie uit te oefenen, zoodra de afdeeling der betrokken organi satie aan den secretaris der commissie heeft bericht, dat zij dien vertegenwoordiger of plaatsvervangend verte genwoordiger niet meer als haar vertrouwensman be schouwt. Zij geeft tegelijkertijd den naam en het adres van zijn opvolger op. Art. 9. Burgemeester en Wethouders voegen een ambtenaar der gemeente als secretaris aan de Commissie toe. Art. 10. 1. De vertegenwoordigers van het bestuur der ge meente kunnen zich ter vergadering der commissie doen bijstaan door de hoofden der gemeentelijke diensten en bedrijven. 2. De vertegenwoordigers eener organisatie kunnen zich ter vergadering der commisise doen bijstaan door een hoofdbestuurder of een ander lid hunner organisatie. 3. De sub 1 en 2 genoemde personen, alsmede de secretaris der commissie, hebben het recht aan de be sprekingen deel te nemen. Art. 11. De commissie heeft het recht alle personen, in dienst der gemeente, uit te noodigen haar mondeling of schrif telijk inlichtingen te verstrekken. 284 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1922. Bijl. no. 23. Art. 12. 1. De commissie vergadert in den regel éénmaal per maand en verder zoo dikwijls de voorzitter zulks noodig acht of het door tenminste drie der in artikel 5 bedoelde leden der commissie schriftelijk, met opgave van rede nen, wordt gevraagd. 2. Elk lid der commissie heeft het recht onderwer pen, waarvan hij behandeling in de commissie ge- wenscht acht, aanhangig te maken, door die schriftelijk aan den voorzitter op te geven. 3. De te behandelen onderwerpen worden zooveel mogelijk op den oproepingsbrief vermeld. Art. 13. 1. Wanneer ter vergadering der commissie over eenig onderwerp moet worden gestemd, brengt elk der partijen, in artikel 5 onder a en b genoemd, één stem uit. De bepaling der stem geschiedt na schorsing der vergadering door elke partij afzonderlijk, waarbij, wat de organisaties betreft, rekening moet worden gehouden niet het aantal leden, dat elke organisatie in de com missie vertegenwoordigt. Een en ander wordt in het reglement van orde der commissie nader geregeld. 2. Wordt volgens den uitslag van de stemming over een voorstel tusschen partijen geen overeenstemming be reikt, dan wordt dit voorstel geacht te zijn verworpen. Indien de stemming ging over een voorstel inzake de bepaling van het oordeel over eenig in artikel 3 bedoeld verzoek of voorstel, wordt van den uitslag der stem ming mededeeling gedaan aan Burgemeester en Wet houders, welke mededeeling door Burgemeester en Wet houders ter kennis van den Raad wordt gebracht, wan neer het onderwerp staat ter beslissing van den Raad. Over personen wordt schriftelijk gestemd bij gesloten en ongeteekende briefjes. Hierbij brengt elk der aanwe zige vertegenwoordigers één stem uit. Art. 14. De commissie doet van haar zienswijze blijken in den vorm van een schriftelijk rapport, onderteekend door den voorzitter en den secretaris. Art. 15. 1. De vergaderingen der commissie zijn niet open baar; de leden van het college van Burgemeester en Wethouders hebben tot de vergaderingen toegang. 2. Van de ontwerp-notulen, welke het ter vergade ring besprokene duidelijk weergeven, wordt zooveel mogelijk vóór de volgende vergadering een exemplaar toegezonden aan de plaatselijke afdeelingen van de in de commissie vertegenwoordigde organisaties en aan de vertegenwoordigers van het bestuur der gemeente. 3. Van het ter vergadering behandelde en de geno men besluiten kan ter beoordeeling der commissie een zakelijk overzicht ter publicatie worden aangeboden aan de vakpers en de plaatselijke pers. Art. 16. De commissie stelt haar reglement van orde vast. Bij de vaststelling van het reglement van orde regelt de voorzitter der commissie de wijze van stemmen, waarbij met het bepaalde in artikel 13, lid 1, moet worden rekening gehouden. Art. 17. 1. Door Burgemeester en Wethouders kan, de com missie voor georganiseerd overleg gehoord, voor een gemeentelijken tak van dienst een dienstcommissie wor den ingesteld, welker taak is, de commissie voor geor- 285

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1922 | | pagina 143