Bijl. no. 26, Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1922. Art. 8. Hij geeft aan Burgemeester en Wethoudes schrifte lijk, zoo spoedig mogelijk, kennis, wanneer hij verhin derd is zijn dienst te doen. Art. 9. Voor verlof tot afwezigheid van drie dagen of minder, behoeft hij de toestemming van den Burgemeester, voor verlof tot afwezigheid van meer dan drie dagen de toestemming van Burgemeester en Wethouders. Art. 10. Hij wordt bij afwezigheid of ontstentenis vervangen door den door Burgemeester en Wethouders aan te wijzen of te benoemen keuringsveearts. Art. 11. Hij is verantwoordelijk voor en belast met de geheele leiding en het beheer van den keuringsdienst in de ge meente; deze keuringsdienst omvat o.in.: a. de uitvoering der bepalingen, 1. van en gegeven krachtens de Vleeschkeuringswet, Staatsblad 1919 no. 524 en 2. van de verordening, bedoeld in artikel 20 van de onder 1 bedoelde wet; b. de zorg voor een geregelde en nauwgezette ad ministratie; c. de zorg voor doelmatig en oordeelkundig gebruik van het gemeentelijke slachtlokaal en het gemeentelijke keurlokaal, van instrumenten, gereedschappen en mate rialen tot den keuringsdienst behoorend; d. het opmaken en geregeld bijhouden van een in ventaris van alle instrumenten, gereedschappen en ma terialen tot den dienst behoorend, en het zenden van een afschrift daarvan vóór 1 Maart aan Burgemeester en Wethouders; e. het opmaken of doen opmaken door de onder zijn bevelen staande hulpkeurmeesters, van gemotiveerde processen-verbaal van door hem of door de hulpkeur meesters geconstateerde overtreding en de doorzending der processen-verbaal aan de bevoegde autoriteiten. Art. 12. Hij is in het bijzonder belast met de zorg voor de microscopische, bacteriologische en serologische onder zoekingen. Art. 13. Telkens binnen 10 dagen na een verstrijken van den derden maand zendt hij aan het college van Burge meester en Wethouders een verslag in van hetgeen door den keuringsdienst in het vorige kwartaal is ver richt, overeenkomstig de formulieren door den Hoofd inspecteur, bedoeld in artikel 31 der Vleeschkeurings wet, Staatsblad 1919, no. 524 te geven, met opgave van: a. het aantal slachtdieren, van elke diersoort afzon derlijk ,in de gemeente geslacht, benevens afzonderlijke vermelding van de in nood gedoode en gestorven slacht dieren; b. de afkeuringen van de geslachte dieren, van or ganen en deelen, met vermelding der redenen van af keuring; c. de voorwaardelijke goedkeuringen met vermelding der redenen, zoowel van levende als van geslachte dieren; d. de gevallen van herkeuring en de uitspraak daarna; e. de wijze van onbruikbaar making van het afge keurde vleesch; Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1922. de wijze waarop voorwaardelijk goedgekeurd vleesch voor voedsel bruikbaar gemaakt is; g. eene nauwkeurige omschrijving van de gevallen, waarbij de afwijkingen, waargenomen bij de keuring vóór het slachten, voor den keuringsveearts leiddraad waren voor de onderkenning van afwijkingen bij de keuring van het geslachte dier; h. de gevallen waarin bacteriologisch vleeschonder- zoek is verricht, met vermelding van het resultaat van het onderzoek en de redenen waarom dit geschiedde; i. het aantal slachtdieren van elke soort, dat niet in eene slachterij is geslacht; j. de processen-verbaal opgemaakt wegens over treding van bepalingen bedoeld in artikel 11, letter a, nos. 1 en 2. Jaarlijks zendt hij vóór 1 Maart aan Burgemeester en Wethouders een verslag in van den keuringsdienst over het afgeloopen jaar, waarin opgenomen is een totaal overzicht van de opgaven onder de letters a, b, c, d, e, g, h, i en j. Art. 14. Hij regelt en houdt toezicht op de werkzaamheden van de hulpkeurmeesters en verder onder hem gesteld personeel, en zorgt dat te allen tijde behoorlijk in den dienst is voorzien. Art. 15. Het is hem niet toegestaan de veeartsenijkundige praktijk uit te oefenen. Hij is, desverlangd, verplicht om zonder bezoldiging mede te werken aan het onderzoek van het vee, dat binnen de gemeente ter markt wordt gebracht. Art. 16. Het is hem verboden: a. zonder toestemming van Burgemeester en Wet houders eene bezoldigde nevenbetrekking te bekleeden of eenig beroep uit te oefenen; indien de toestemming wordt verleend geldt zij tot wederopzegging; b. rechtstreeks of zijdelings deel te nemen aan wer ken of leverantiën voor de gemeente; c. geschenken aan te nemen in verband met de uit oefening van zijn functie; d. ten eigen bate diensten te laten verrichten door personen in gemeentedienst, of aan de gemeente toebe- hoorende eigendommen te gebruiken; e. middellijk of onmiddellijk deel te nemen aan den handel of het bedrijf verband houdende met de inrich tingen genoemd in artikel 19 der Vleeschkeuringswet, Staatsblad 1919 no. 524 en aan het exploiteeren van een dezer inrichtingen. Art. 17. De jaarlijksche bezoldiging van den keuringsveearts bedraagt van 5000.tot 6000.—. Hoofdstuk II van de Salarisverordening 1919 vindt overeenkomstige toepassing. Art. 18. Deze instructie treedt in werking op een nader door Burgemeester en Wethouders vast te stellen tijdstip. III. INSTRUCTIE voor de hulpkeurmeesters van vee en vleesch in de gemeente Leeuwarden. Art. 1. De hulpkeurmeesters worden benoemd en ontslagen door Burgemeester en Wethouders. 301

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1922 | | pagina 151