Bijl. no. 26. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1922. Art. 2. Vóór het aanvaarden der betrekking legt iedere hulp keurmeester in handen van den Burgemeester den vol genden eed (belofte) af: „Ik zweer (beloof), dat ik de verplichtingen, verbon den aan de betrekking van hulpkeurmeester eerlijk en trouw zonder aanzien des persoons zal vervullen, zoo waarlijk helpe mij God Almachtig (dat beloof ik)". Art. 3. Zij zijn tijdens de uitoefening van hun ambt voorzien van eene legimitatiekaart, geteekend door den Burge meester. Art. 4. Het aan de hulpkeurmeesters op verzoek te verleenen eervol ontslag gaat, buitengewone omstandigheden uit gezonderd, niet eerder in, dan 2 maanden na den dag, waarop het verzoek om ontslag is ingekomen. Art. 5. Zij kunnen door Burgemeester en Wethouders voor den door hen aan te geven termijn worden geschorst, al of niet met inhouding van wedde, bij met redenen omkleed besluit. Burgemeester en Wethouders geven den betrokkene, zoowel als den Raad, hiervan kennis binnen twee maal 24 uren. Art. 6. Zij staan onder de bevelen van den keuringsveearts. Art. 7. Zij geven aan den keuringsveearts, schriftelijk, zoo spoedig mogelijk kennis wanneer zij verhinderd zijn dienst te doen. Art. 8. Voor verlof tot afwezigheid van drie dagen of minder, behoeven zij de toestemming van den keuringsveearts; voor verlof tot afwezigheid van meer dan drie dagen de toestemming van Burgemeester en Wethouders. Art. 9. Zij zijn verplicht van alle bijzonderheden, welke zich in hun dienst voordoen, onmiddellijk kennis te geven aan den keuringsveearts. Art. 10. Hun werkzaamheden worden geregeld door den keu ringsveearts. Art. 11. Zij zijn belast met de werkzaamheden, verband hou dend met den dienst, hun door den keuringsveearts opgedragen. Zij volgen nauwkeurig de door dezen ge geven aanwijzingen. Voor zooveel de werkzaamheden betrekking hebben op de keuring, dienen zij in het bijzonder in acht te nemen hetgeen in en krachtens de Vleeschkeuringswet, Staatsblad 1919, no. 524, omtrent hun wettelijke be voegdheid is bepaald. Art. 12. Zij geven van elke afwijking, waargenomen bij de keuring vóór het slachten, kennis aan den keurings veearts. 302 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1922. Art. 13. Zij houden aanteekening van de door hen verrichte keuringen en andere werkzaamheden overeenkomstig de aanwijzingen van den keuringsveearts en geven dezen daarvan rapport op de wijze en op de tijdstippen door dezen te bepalen. Art. 14. De benoodigde keurmessen en keurjassen worden op kosten van de gemeente aangeschaft en onderhouden. Art. 15. Zij waken tegen overtredingen van de bepalingen van en krachtens de Vleeschkeuringswet, Staatsblad 1919, no. 524, gegeven. Van alle overtredingen, hetzij daarvan al dan niet proces-verbaal wordt opgemaakt, geven zij onmiddellijk kennis aan den keuringsveearts. Art. 16. Het is hun verboden: a. zonder toestemming van Burgemeester en Wet houders eene bezoldigde nevenbetrekking te bekleeden of eenig beroep uit te oefenen; indien de toestemming wordt verleend, geldt zij tot wederopzegging; b. rechtstreeks of zijdelings deel te nemen aan wer ken of leverantiën voor de gemeente; c. geschenken aan te nemen in verband met de uit oefening van hun functie; d. ten eigen bate diensten te laten verrichten door personen in gemeentedienst of aan de gemeente toebe- hoorende eigendommen te gebruiken; e. middellijk of onmiddellijk deel te nemen aan den handel of het bedrijf verband houdende met de inrich tingen genoemd in artikel 19 der Vleeschkeuringswet, Staatsblad 1919, no. 524, en aan het exploiteeren van een dezer inrichtingen; bestellingen of uitgaven ten behoeve van den dienst te doen of bescheiden, den dienst betreffende, af te geven, zonder vergunning van den keuringsveearts. Art. 17. De jaarlijksche bezoldiging van een hulpkeurmeester bedraagt van 2200.tot 2500. Hoofdstuk II van de Salarisverordening 1919 vindt overeenkomstige toepassing. Art. 18. Deze instructie treedt in werking op een nader door Burgemeester en Wethouders vast te stellen tijdstip, als wanneer wordt ingetrokken art. 18 der Salaris verordening 1919. IV. INSTRUCTIE voor de ambtenaren, die met de herkeuring van vee en vleesch in de ge meente Leeuwarden belast zijn. Art. 1. De ambtenaar, die met de herkeuring belast is, wordt benoemd op de wijze als in de verordening op den keuringsdienst van vee en vleesch is aangegeven. Art. 2. Hij kan door Burgemeester en Wethouders worden geschorst en ontslagen om redenen ter beoordeeling van genoemd college. 303

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1922 | | pagina 152