Bijl. no. 27. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1922. artikel bedoelde lijst aan Burgemeester en Wethouders gezonden. Een uittreksel uit de lijst van het loopende jaar, wat de veranderingen in de schoolbevolking betreft, wordt vervolgens door haar vóór den 5en van iedere maand aan Burgemeester en Wethouders ingediend. Hebben in den loop eener maand geene veranderin gen plaats gehad, dan wordt het uittreksel vervangen door een negatief bericht. Art. 3. Burgemeester en Wethouders doen uit de volgens het vorig artikel ontvangen opgaven zoo spoedig moge lijk schoolgeldlijsten opmaken en zenden die, na vast stelling, aan den gemeente-ontvanger ter invordering van de daarin uitgetrokken bedragen toe. Art. 4. Na ontvangst van een schoolgeldlijst zendt de ge meente-ontvanger binnen veertien dagen een gedag- teekend aanslagbiljet, waarvan het model door Burge meester en Wethouders wordt vastgesteld, aan de daarop voorkomende schoolgeldplichtigen. Art. 5. De schoolgelden zijn vorderbaar in zoovele termijnen als er na de maand, waarin een lijst aan den gemeente ontvanger is toegezonden, nog maanden van het jaar overblijven. De eerste termijn vervalt den laatsten dag van de maand, volgende op die, waarin de toezending heeft plaats gehad, en zoo vervolgens den laatsten dag van iedere opvolgende maand één termijn. De schoolgelden, uitgetrokken op de lijsten, die na de maand Mei worden toegezonden, zijn één maand daarna ineens vorderbaar. Art. 6. Bij nalatigheid in het tijdig aanzuiveren van vervallen termijnen geschiedt de invordering overeenkomstig de voorschriften van de artikelen 258 tot en met 261 der Gemeentewet. In dat geval zijn Burgemeester en Wethouders, de Commissie van Toezicht gehoord, tevens bevoegd de toelating op de school van de leerling of toehoorster, die het betreft, in te trekken. Art. 7. Deze verordening treedt in werking 1 September 1922, met welk tijdstip wordt ingetrokken de veror dening op de invordering van het schoolgeld, vast gesteld bij raadsbesluit van 9 April 1918 (gemeenteblad no. 44 van 1918). 318 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1922. E. VERORDENING tot het heffen van schoolgeld voor het onderwijs aan de middelbare avondhandelsschool. Art. 1. Het schoolgeld voor het onderwijs aan de middelbare avondhandelsschool, wordt, behoudens het bepaalde in art. 2, volgens de onderstaande tabel geheven naar het zuiver inkomen, waarnaar de aanslag in de belasting van hem die het schoolgeld volgens art. 8 verschuldigd is, of van den leerling, indien deze zelf in de belasting is aangeslagen, geregeld is. Zuiver inkomen waarnaar de aanslag in de belasting is geregeld van dege nen die volgens art. 8 schoolgeidplichtig zijn, of, indien de leerling zelf in de belasting is aange slagen, van den leer ling zelf. Verschuldigd bedrag in guldens per leerling en per jaar bij een aantal kinderen, waarvoor vol gens de verordening op de in komstenbelasting der gemeente Leeuwarden aftrek is of zou worden verleend. Oof l 6 of meer Beneden 1200.— tot beneden 1200.— - 1600.— - 2000.— - 2400.— - 2800.— - 3200.— - 3600.— - 4000.— - 4400.— - 4800.— - 5200.— - 5600.— - 6000.— - 6500.— - 7000.— - 7500.— - 8000.— - 8500.— - 9000.— - 9600.— - 10200.— en 1600.— 2000.— 2400.— 2800.— 3200.— 3600.— 4000.— 4400.— 4800.— 5200.— 5600.— 6000.— 6500.— 7000.— 7500.— 8000.— 8500.— 9000.— 9600.— 10200.— hooger 3.75 5.25 8.25 12.75 17.25 21.75 26.25 30.75 35.25 39.75 44.25 48.75 57.— 65.25 73.50 81.75 81.75 81.75 81.75 81.75 81.75 3.75 5.25 8.25 12.75 17.25 21.75 26.25 30.75 35.25 39.75 44.25 48.75 57.— 65.25 73.50 81.75 81.75 81.75 81.75 81.75 3.75 5.25 8.25 12.75 17.25 21.75 26.25 30.75 35.25 39.75 44.25 48.75 57.— 65.25 73.50 81.75 81.75 81.75 81.75 3.75 5.25 8.25 12.75 17.25 21.75 26.25 30.75 35.25 39.75 44.25 48.75 57.— 65.25 73.50 81.75 81.75 81.75 3.75 5.25 8.25 12.75 17.25 21.75 26.25 30.75 35.25 39.75 44.25 48.75 57.— 65.25 73.50 81.75 81.75 3.75 5.25 8.25 12.75 17.25 21.75 26.25 30.75 35.25 39.75 44.25 48.75 57.— 65.25 73.50 81.75 Voor de toepassing dezer regeling wordt een in het gezin verpleegde ouder gelijkgesteld met een kind vol gens kolom 2 der tabel. Art. 2. Indien meer dan 1 leerling uit hetzelfde gezin gelijk tijdig een gemeentelijke inrichting van middelbaar- of hooger onderwijs bezoekt, wordt het volgens artikel 1 verschuldigde schoolgeld voor den tweeden leerling met 20, den derden met 40, den vierden met 60 en den vijfden met 80 ten honderd verminderd en is voor de volgende leerlingen geen schoolgeld verschuldigd. Art. 3. Overeenkomstige rijks- en bijzondere inrichtingen worden ten dezen met gemeentelijke gelijkgesteld, in dien de beheerders of besturen van die inrichtingen ten genoegen van Burgemeester en Wethouders de ver plichting hebben aanvaard om naar denzelfden maat staf als in dit artikel en in de artikelen 2 en 4 is vermeld vermindering toe te staan, en bij die vermindering reke ning te houden met leerlingen in de gemeente school gaande op andere rijks-, gemeentelijke- of bijzondere inrichtingen als boven bedoeld. 319

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1922 | | pagina 160