Bijlage tot het verslag der handelingen vn den gemeenteraad van Leeuwarden, 1922. gebruik van de Veemarkt, een tekstuitgaaf te doen op nemen in het Gemeenteblad, met wijziging zoo noodig van de verwijzingen. ONTWERP I. BESTAANDE REDACTIE. Art. 13. De bepalingen van de artikelen 16, 17, 20, 26 en 27 gelden voor de paardenmarkten. Art. 16. Het is verboden, voor de veemarkt bestemd vee anders dan door de daarvoor uitsluitend bestemde in gangen binnen te leiden. Art. 17. Het is verboden vee, aan eene besmettelijke ziekte lijdende of daarvan verdacht, ter markt te brengen. Voor de toepassing van deze verordening worden voor besmettelijk gehouden de ziekten van het vee, vermeld in art. 1 van het Koninklijk Besluit dd.. 10 Juli 1896, Staatsblad no. 104, laatstelijk gewijzigd bij Koninklijk Besluit van 3 Februari 1902, Staatsblad no. 15, waarbij nader wordt bepaald, welke ziekten van het vee voor besmettelijk worden gehouden, zijnde de navolgende: 1°. de veepest der herkauwende dieren; Leeuwarden, 12 October 1922. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J. M. VAN BEYMA, Burgemeester. M. GOSLINGS, Secretaris. De Raad der gemeente Leeuwarden; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethou ders; gelet op artikel 5 der Veewet en op het Koninklijk besluit van den 23 Februari 1922, Staatsblad no. 76; besluit: vast te stellen de volgende VERORDENING tot wijziging der verordening op de marktpolitie te Leeuwarden (gemeen teblad 1916 no. 15, 1918 nos. 3 en 15, 1920 no. 16 en 1922 no. 26). I. Art. 13 vervalt. II. Art. 16 wordt gelezen als volgt: Het is verboden: a. voor de veemarkt bestemd vee anders dan door de daarvoor uitsluitend bestemde ingangen binnen te leiden en wel: aan den ingang op den noordoostelijken hoek runderen, paarden, veulens en ezels; aan den daarop volgenden ingang aan de noordzijde, ten westen van den vorige gelegen: runderen, paarden, veulens en ezels; aan den daarop volgenden ingang aan de noordzijde: varkens, biggen, vette kalveren, nuchteren kalveren, graskalveren; aan den laatsten ingang aan de noordzijde, ten wes ten van den vorige gelegen: schapen, lammeren, bokken en geiten. aan den meest westelijken ingang aan de westzijde: schapen en lammeren; aan den daarop volgenden ingang aan de westzijde, ten oosten van den vorige: schapen, lammeren en run deren. aan den oostelijken ingang het dichtst bij de zuid zijde: runderen, paarden, veulens, ezels en graskalveren. b. eenhoevige dieren en vrouwelijke runderen boven één jaar anders dan geleid en in grooter aantal dan twee tegelijk langs één toegang ter veemarkt aan te voeren. III. Artt. 17, 18 en 19 vervallen. 372 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1922. Bijl. no. 35. 2°. de longziekte (pleuro-pneumonia contagiosa) der runderen; 3°. het mond- en klauwzeer (besmettelijke blaar- uitslag van den mond en de klauwen) bij de herkau wende dieren en de varkens; 4°. de kwade droes en huidworm bij de eenhoevige dieren; 5°. de schurft (sarcoptes-schurft en dermatocoptes- schurft) bij de eenhoevige dieren en de schapen; 6°. de schaapspokken bij de schapen en de geiten; 7°. het rotkreupel der schapen; 8°. de vlekziekte der varkens; 9°. de trichinenziekte bij de varkens; 10°. het miltvuur bij alle vee; 11°. de hondsdolheid bij alle vee. Art. 18. Het is aan kooplieden en commissionairs in vee, ko mende uit door Burgemeester en Wethouders aange geven streken, waar mond- en klauwzeer voorkomt, verboden: 1°. het terrein de veemarkt te betreden, zonder dat hun schoeisel en hunne handen op de door Burgemees ter en Wethouders aangegeven wijze zijn ontsmet; 2°. zich op het terrein der veemarkt op te houden, zonder, indien dat door of namens Burgemeester en Wethouders wordt verlangd, voorzien te zijn van een kiel of beenkappen, een en ander van een vanwege Bur gemeester en Wethouders goedgekeurd model. Art. 19. Het is aan eigenaren of houders van vee, onder wier veestapel mond- en klauwzeer voorkomt of ten hoogste 15 dagen geleden is voorgekomen, alsmede aan hunne huisgenooten verboden het terrein der veemarkt te be treden. (Oud artikel 22 is vervallen bij gemeenteblad 1922 no. 36). Art. 23. Het is verboden gedurende de veemarkt op het markt terrein tegelijkertijd meer dan twee stuks hoornvee te leiden. Art. 25. Het is verboden gedurende de veemarkt op het markt terrein: 1. te rijden met meer dan twee voertuigen aaneen- gekoppeld; 2. een ledig voertuig onbeheerd te laten staan; 3. een met varkens beladen voertuig langer te laten staan dan voor de lossing ervan noodzakelijk is; 4. paarden te doen draven anders dan op een door den marktmeester aan te wijzen plaats. Art. 40. Burgemeester en Wethouders bepalen de plaatsen, waar de markten worden gehouden. IV. Ingelascht wordt een nieuw artikel 22, luidende als volgt: Art. 22. Het is verboden gedurende de veemarkt op de straten onmiddellijk om het marktterrein of op dat terrein vee te dooden of aan bloedige operaties te onderwerpen. Dit verbod geldt niet voorzoover, bij gebleken nood zakelijkheid, gehandeld wordt, wat de het veemarktter rein omgevende straten betreft met vergunning van den hoogsten in rang aanwezig zijnden ambtenaar van po litie, en wat het veemarktterrein betreft, met vergunning van den marktmeester en met inachtneming van de eventueel daarbij gestelde nadere voorwaarden. V. Art. 23 vervalt. VI. Aan het slot van artikel 25 wordt, na vervanging van de punt door een komma-punt, toegevoegd de volgende zinsnede: 5. reeds gebruikt strooisel op het veemarktterrein te brengen of anders dan van gemeentewege van dat ter rein weg te voeren. VIL Art. 40 wordt gelezen als volgt: Het door een hekwerk omgeven terrein, kadastraal bekend gemeente Leeuwaren Sectie G no. 8991, gelegen 373

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1922 | | pagina 171