Bijl. no. 39. Bijl no. 39 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1922. BOUW van een centrale slachtgelegenheid (bijlagen nos. 6 en 23 van 1917). Aan den Gemeenteraad. Het vorige jaar hebben wij aan Uwe Vergadering voorgelegd een plan voor den bouw van een slachthuis in onze gemeente aan den Sneekertrekweg, dat begroot was op 454,000.—. Om de uitvoering mogelijk te maken werden de noodige wijzigingen gebracht in de begrootingen voor 1920 en 1921. Zooals U bekend is werden deze begrootigingswijzigingen door Gedepu teerde Staten niet goedgekeurd en het besluit van dat college in beroep door de Kroon gehandhaafd. Over wogen is: dat de financiën der gemeente niet gedoogden dat andere dan strikt onafwijsbare uitgaven worden ge daan. De vraag zou dus eigenlijk zijn, nu wij nader bij Uwe Vergadering komen met een plan, of een abattoir, thans ingekrompen tot eene centrale slachtplaats - indien de financieele toestand gelijk ware gebleven al dan niet strikt noodig moet worden geacht. Nu aan de gemeente het inrichten van een keuringsdienst van vee en vleesch is opgelegd meenen wij die vraag be vestigend te mogen beantwoorden. Zal deze dienst zich behoorlijk van zijn taak kunnen kwijten dan mag op zijn minst eene centrale slachtgelegenheid in een stad als Leeuwarden niet ontbreken. Dit oordeel wordt door onzen deskundige, Prof. Dr. Remmelts, en ook door den Inspecteur van de Volksgezondheid, Dr. Swierstra, onderschreven. Uwe Vergadering heeft reeds kennis genomen van de gemeentebegrooting voor het volgende jaar, zoodat zij zelf zich een oordeel kan vormen over den druk van de belastingen. In vergelijking met 1920 en 1921 mag men in dezen van niet ongunstige vooruitzichten spreken. Wij meenen daarom ook al zou het hooger gezag ons inzicht omtrent de noodzakelijkheid van eene in richting als door ons bedoeld niet deelen, wat wij met het oog op de uitvoering van de vleeschkeuringswet moeilijk kunnen aannemen dat de financiën op zich zelf zich tegen uitvoering van ons plan niet verzetten en zulks te meer niet nu een zéér voorzichtig becijferde exploitatierekening een voordeelig saldo aanwijst. Na de bovenbedoelde beslissing van de Kroon wend den wij ons andermaal tot de heeren Huurman en Stok, thans om een plan van zeer bescheiden omvang (cen trale slachtgelegenheid) op te zetten. Deze voldeden daaraan in overleg met onzen deskundige, Prof. Dr. Rem melts te 's Gravenhage, en zonden de stukken in bij brief van 19 Mei 1922. Met dat plan kan de commissie voor Openbare Werken zich vereenigen. De voorgedragen inrichting bestaat uit een hoofdgebouw en enkele bijge bouwen zonder koelhuis. De bouw met de inrichting wordt geraamd op 245,000.De waarde van den grond is te stellen op 15 a 20,000. Komt dit plan tot uitvoering dan zal de keuringsdienst naar deze inrichting worden overgebracht en zal te voren de verordening op de heffing en op de invordering van de keurloonen herzien moeten worden. Alsdan zal de heffing dienen aangevuld te worden met slachtrech- ten, stalrechten, weegrechten, steriliseer- en smeltrech- ten en rechten voor gebruik van het verkooplokaal. Te zijner tijd zullen U eventueel daartoe de noodige voor stellen bereiken. Zonder vooruit te loopen op het bedrag dier rechten meenen wij thans voor den opzet der hier onder volgende exploitatie te moeten aanhouden, dat voor een eenhoevig dier en voor een rund de te betalen rechten voor keuring en slachten zullen bedragen 7.50 en voor een kalf, een varken en een schaap respectie velijk 3.4.en 1.50. Door de werking van den keuringsdienst over onge veer 1 y2 maand zijn wij in staat, indien de rechten als genoemd worden genomen en indien wij mede letten op het aantal runderen en kalveren, dat in 1921 en in de eerste 9 maanden van dit jaar in onze gemeente is geslacht, een vrij nauwkeurige opbrengst over een jaar te ramen. In September zijn geslacht 299 koeien, 245 kalveren, 203 varkens, 37 paarden en 45 schapen. In 1921 zijn 2583 runderen en 2158 kalveren geslacht en in de eerste 9 maanden van dit jaar 2565 runderen en 2838 kalveren. Naar evenredigheid zou dit aantal voor het jaar 1922 oploopen tot 3420 runderen en 3784 kalveren. Wordt September tot grondslag genomen dan komen wij op 3600 koeien en 2940 kalveren. Het aantal over 1922 en 1921 loopt nog al uiteen. Dat in dit jaar zooveel meer koeien en kalveren geslacht worden dan in het vorige jaar vindt misschien hierin verklaring, dat het varkensvleesch op dit oogenblik duur is en tenge volge daarvan weinig varkens worden geslacht. Wij meenen dat een cijfer van 3300 voor koeien en 3000 voor kalveren per jaar niet veel uit den koers zal loopen. Het aantal varkens op 2436 (voor de maand September) zal voor de toekomst misschien aan den lagen kant zijn. Na deze toelichting ramen wij de volgende opbrengst: 3300 koeien a 7.50 3000 kalveren a 3. 2436 varkens a 4. 450 paarden a 7.50 520 schapen a 1.50 Aan keurloon voor ingevoerd vleesch is in September ontvangen 382.over één jaar dus De volgende inkomsten worden door ons zonder eenige houvast geraamd, doch niet te hoog: weegrechten steriliseer- en smeltrechten stalrechten rechten gebruik verkooplokaal opbrengst verkoop mest en bloed huur lokaal kommiezen f 24,750.— 9,000.— 9,744.— 3,375.— 780.— 4,500.— 2,000.— 200.— 800.— 200.— 800.— 250.— Samen 56,399. Hiertegenover staan de volgende uitgaven: aflossing gebouw 184,000.—) 2 3680.— aflossing installatie 61,000.—) 8 4880.— rente (6 van geheel, grond inbegrepen) 15,900.— f 24,460.— onderhoud en schoonhouden gebouw. yy 1,500.— water 2,000.— electrisch licht 600.— steenkolen yy 1,000.— veevoer en stroo 500.— onderhoud transportbaan en toestellen yy 300.— keurmiddelen, reiniging- en ontsmettings middelen 300.— laboratorium 400.— onderhoud bestrating yy 100.— kantoorbehoeften, telefoon 1,000.— verwarming dienstvertrekken yy 200.— assurantie 150. diversen yy 400. onvoorzien 300. salaris keuringsveearts (directeur) yy 6,000.— plaatsvervanger yy 1,000.— 3 hulpkeurmeesters yy 5,500.— klerk-kassier 2,300.— portier (concierge)-stoker yy 1,700.— 2 werklieden (wegers)-stempelaars yy 3,400.— stalknecht (schoonmaker) yy 1,600.— Samen 54,710.— 387

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1922 | | pagina 178