S. TULP Szn., Voorzitter. DE VOS, Secretaris. Bijlage no. 43. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1922. wordt eene jaarlijksche toelage toegekend: I. enz.; II. aan de onderwijzeressen: a. van 100.voor het bezit van de akte als be- waarschoolhouderes (akte B); b. enz. Litt. C. Advies der Commissie voor de gemeentelijke bewaarscholen. No. 1029. Leeuwarden, 26 September 1922. Wij hebben de eer hierbij aan Uw college terug te zenden het om advies in onze handen gestelde adres met memorie van toelichting, van de afdeeling Leeu warden van den Bond van onderwijzeressen bij het Fröbelonderwijs, waarin verzocht wordt, op grond van de nader in de memorie uiteengezette motieven, de jaarwedde-regeling van het onderwijzend personeel aan de gemeentelijke bewaarscholen alhier nader onder de oogen te willen zien, daar deze door de Afdeeling on voldoende wordt geacht. Onze commissie bericht Uw college dienaangaande dat hare leden met betrekking tot het onderhavige adres aanvankelijk vrij algemeen op het standpunt stonden dat een verzoek om algeheele herziening van jaar wedden, ingekomen, zooals in casu het geval is, slechts eenige maanden nadat diezelfde jaarwedden in den Gemeenteraad breedvoerig besproken zijn, eigenlijk niet opnieuw voor behandeling vatbaar is. Het feit echter dat in sommige andere gemeenten de jaarwedden van het bewaarschool-personeel intusschen veranderd waren, voornamelijk als gevolg van de in werkingtreding van de Lager Onderwijswet 1920, deed onze commissie besluiten bedoelde salaris-regeling in deze gemeente nogmaals in beschouwing te nemen. Waar enkele onzer leden er op aandrongen om ook door het bewaarschool-personeel zelf te worden inge licht, werd, nadat eerst verschillende programma's van examen-eischen bij de leden hadden gecirculeerd, be sloten een gedeelte van het personeel, bestaande uit alle hoofdonderwijzeressen en van iedere school ééne onderwijzeres, aan te wijzen door het personeel der school, uit te noodigen in eene vergadering onzer Com missie mededeelingen te doen omtrent eischen van be kwaamheid en dergelijke, aan de bewaarschool-onder wijzeressen gesteld. Aan de uitnoodiging werd bereidwillig gehoor gege ven. Uitvoerig werd onze Commissie ingelicht omtrent opleiding, examen-eischen en verdere bijzonderheden betrekkelijk het onderwijzend personeel bij de bewaar scholen. „van 200.voor het bezit van de akte als bewaar- schoolhouderes (akte B);" B. te bepalen dat deze wijziging in werking treedt op 1 Januari 1923. Leeuwarden, 19 De Raad voornoemd, Hoewel een enkele onzer leden na hetgeen hij van de onderwijzeressen gehoord en uit de examen-pro gramma's gelezen had, mededeelde dat de eischen, die aan het personeel worden gesteld, zijne verwachtingen hadden overtroffen, werd toch vrij algemeen niet de indruk verkregen dat de bestaande jaarwedden in ver band met die eischen te laag zouden zijn. Wel werd bevonden dat het verschil in salaris ad 100.tusschen de onderwijzeres die alleen akte A (onderwijzeres) en tusschen haar die ook akte B (hoofdonderwijzeres) be zit, te laag is. Het verschil dat er bestaat tusschen de eischen, gesteld voor beide genoemde akten, is naar de meening van onze commissie met 100.onge twijfeld te laag gehonoreerd. Wij zijn derhalve van oordeel dat genoemd verschil op 200.dient te worden gebracht. Voor het overige kunnen wij geen aanleiding vinden om tot verhooging der salarissen te moeten adviseeren. Wij meenen er hier nog op te moeten wijzen dat de salarissen tot en met 1924 elk jaar stilzwijgend met 100.verhoogd worden. Wordt tot verhooging met 100.van het verschil tusschen het bezit van akten A en B, zooals boven is aangegeven, besloten, hetgeen aan de gemeente, bere kend naar het aantal onderwijzeressen dat thans akte B bezit, jaarlijks ongeveer 2000.zal kosten, dan zal het gevolg daarvan zijn dat de thans bestaande marge van 500.tusschen het salaris van de hoofdonder wijzeressen der school en dat van de onderwijzeressen, in het bezit van akte B, in het vervolg 400.zal be dragen. De meerderheid onzer commissie vindt dit geen bezwaar, te minder waar vóór de salariswijziging van 1919 deze marge ook 400.bedroeg. Alleen een min derheid in onze vergadering wenschte de marge op 500.gehandhaafd te zien. Het gevolg daarvan zou eventueel een salarisverhooging van 100.voor de hoofdonderwijzeressen beteekenen, waartoe de meer derheid der commissie meent niet te kunnen mede werken. Wij hebben derhalve de eer Uw college te adviseeren te bevorderen dat in artikel 13 onder Ila der verorde ning op de gemeentelijke bewaarscholen (gemeente bladen nos. 18 van 1916, 32 van 1918, 53 van 1919 en 22 van 1921) voor 100.gelezen worde 200. De Commissie voor de gemeentelijke bewaarscholen, Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden. 420 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1922. Bijl. 710. 43 STRAATAANLEG op terrein tusschen de Jacob Binckesstraat, het Cambuursterpad en den Weg naar Cambuur. Aan den Gemeenteraad. De woningbouwvereniging „Beter wonen" alhier heeft zich bij adressen d.d. 24 Maart en 14 October 1921 en onder overlegging van de vereischte stukken, tot den Gemeenteraad gewend, met verzoek haar ver gunning te verleenen tot slootdemping en tot riool- en straataanleg in en op den haar in eigendom behoo renden grond, gelegen tusschen de Jacob Binckesstraat, het Cambuursterpad en den Weg naar Cambuur, ka dastraal bekend in Sectie G nos. 5145 en 10252, zooals op de overgelegde teekeningen is aangegeven. Onzerzijds bestaan tegen dezen straataanleg geene bezwaren. De ontworpen straten zijn geprojecteerd in overeenstemming met het voorloopig vastgestelde uit breidingsplan der gemeente. De Commissie voor de Openbare Werken berichtte ons dat zij zich met het stratenplan kan vereenigen. Ook de Directeur der ge meentewerken schrijft in zijne rapporten d.d. 12 Juli 1921, no. 1226 en 9/12 December 1921, no. 1920, dat het plan zijne instemming heeft. De vereeniging stelt zich voor en vraagt daartoe vergunning, den aanleg der straten, bij groepsgewijze uitvoering van den voorgenomen woningbouw, bij ge deelten en naar behoefte te doen uitvoeren. Hiertegen rijst bij ons geen bedenking, evenmin als van de zijde van den Directeur der gemeentewerken, wanneer slechts rekening wordt gehouden met den afloop der riolen. De aan het terrein grenzende slooten zullen worden gedempt, met uitzondering van die welke aan de zuid zijde gelegen is. Deze demping kan voorloopig zonder eenig bezwaar achterwege blijven, daar bij uitvoering van den voorgenomen huizenbouw genoeg ruimte tus schen de woningen en de sloot zal overblijven. Hier zal dus voorloopig de bij artikel 5, laatste lid, der Bouw verordening genoemde ontheffing kunnen worden toe gepast. Van de mede-eigenaren der sloot, grenzende ten oosten aan het terrein, is op één enkele na, ver gunning tot slootdemping verkregen. De deswege door de betrokkenen afgegeven schriftelijke verklaringen leggen wij hierbij over. Voor de demping van de sloot tusschen het Cambuursterpad en het terrein der veree niging, welke sloot van de Jacob Binckesstraat af tot aan den oostwaarts gelegen dam geheel en voor het overige voor een gedeelte aan de gemeente in eigendom behoort, is vergunning van den Gemeenteraad noodig, die tegelijk met het vergunningsbesluit tot straataanleg kan worden verleend. Van de door laatstgenoemde demping verkregen grond zal een strook ter grootte van ongeveer 117 M2., die in de voortuintjes der ontworpen woningen valt, door de vereeniging van de gemeente in eigendom moeten worden overgenomen, tegen een prijs, die wij in overeenstemming met de prijzen van den tegenover- liggenden grond der gemeente op 5.per M2. meenen te moeten stellen. Mede zal door de vereeniging aan de gemeente eene vergoeding moeten worden betaald voor het van ge meentewege reeds aangelegde riool in en de aangelegde bestrating van het Cambuursterpad ter lengte van 99.9 meter. Deze vergoeding zal, berekend naar 26.per meter, zooals door den Directeur der gemeentewerken is voorgesteld, vermeerderd met de rente van 2 jaar a 6 2909.09 beloopen. Met beide bovengenoemde voorwaarden gaat de vereeniging blijkens haar reeds 3 Mei 1920 ontvangen schrijven accoord. De straten zullen voor de toepassing van artikel 6 der Bouwverordening behooren tot de derde en de vierde klasse. Volgens gemeld artikel 6 moeten de gereed gekomen straten aan de gemeente worden overgedragen tegen bijbetaling door de vereeniging, ten behoeve van het voortdurend onderhoud, van een bedrag berekend naar 4.50 per M2. straat. Het totale oppervlak der straten zal ongeveer 4540 M2. bedragen, zoodat de hier- bedoelde bijdrage 20,430.zal beloopen. Boven dien moet volgens het aangehaalde artikel bij de straten- overdracht, door de vereeniging aan de gemeente wor den betaald voor kosten van het van gemeentewege bij den aanleg gehouden toezicht, eene som berekend naar 45 cent per M2. overgedragen straat. Met be trekking tot deze laatstgenoemde bijdrage vraagt de vereeniging of zij mag volstaan met aan de gemeente, in plaats van 45 cent per M2., niet meer te betalen dan hetgeen deze in werkelijkheid voor het bedoelde toezicht heeft uitgegeven. Aan dit verzoek kan naar onze meening worden voldaan. De gemeente zou bij toepassing van het tarief winst maken, wat ons minder wenschelijk voorkomt, nu deze straataanleg toch in hoofdzaak ge schiedt in het belang van de verbetering der volkshuis vesting. Gelijke gunst is op ons voorstel (zie bijlage no. 21 van 1921) ook verleend aan de vereeniging voor volkshuisvesting bij den aanleg van een gedeelte van haar stratenplan tusschen den Harlingerstraatweg en den Stienserweg (raadsbesluit d.d. 26 April 1921). Tegelijk met het verleenen van de vergunning tot straataanleg kunnen de rooilijnen voor de te bouwen woningen worden vastgesteld. Wij hebben de eer U voor te stellen aan de woning- bouwvereeniging „Beter Wonen" alhier vergunning te verleenen tot straataanleg op de kadastrale perceelen Sectie G nos. 5145 en 10252 en daartoe vast te stellen het hierachter afgedrukte ontwerp. Leeuwarden, 23 November 1922. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J. M. VAN BEYMA, Burgemeester. M. GOSLINGS, Secretaris. ONTWERP. De Raad der gemeente Leeuwarden; gelezen de adressen van de woningbouwvereeniging „Beter Wonen" alhier, d.d. 24 Maart en 14 October 1921, waarbij zij onder overlegging van de vereischte stukken: 1°. vergunning verzoekt tot slootdemping en tot iiool- en straataanleg in en op de kadastrale perceelen Sectie G nos. 5145 en 10252, gelegen tusschen de Jacob Binckesstraat, het Cambuursterpad en den Weg naar 421

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1922 | | pagina 195