Bijl. no. I. 60.000 SH 126 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1922. Hoofdstuk II Afdeeling VI, VII en VIII OMSCHRIJVING DER INKOMSTEN Ontvangen BEDRAG in 1920. GERAAMD BEDRAG voor 1921 Overgebracht De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van 18 December 1917, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 27 Maart 1918, no. 91, gewijzigd bij raadsbesluiten van 22/29 December 1919, 23 Maart 1920, 27/28 December 1920 en 15 Maart 1921, goed gekeurd bij Koninklijke besluiten van 3 Mei 1920, no. 30 en 31 Maart 1921, no. 30. Totaal van de Vde afdeeling AFDEELING VI. Belasting op de honden. Art. 1 Belasting op de honden De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van 25 Juli 1905, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 9 September 1905, no. 35. Totaal van de Vide afdeeling AFDEELING VII. Belasting op tooneelver tooning en en andere openbare vermakelijkheden. Art. 1 Belasting op tooneelvertooningen en andere openbare vermakelijkheden De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van 22 Juni 1920, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 7 Augustus 1920, no. 46. Totaal van de Vilde afdeeling AFDEELING VIII. Hechten, loonen en andere gelden, bedoeld in artikel 238 der gemeentewet en belastingen, waarvan de heffing krachtens bijzondere wetten geschiedt. Art. 1 Bruggelden De opbrengst van bruggelden, die bij gaardering worden geïnd, was over 1920 als volgt: Harlingervaartsbrug5.105.47s Noorderbrug 1.419.97s Prins Hendrikbrug3.836.55 Wirdumerpoortsbrug 2.013.47s Vrouwenpoortsbrug 1.032.62s Verversbrug1.059-85 le Kanaalbrug3.605.50 2e Kanaalbrug 3.599.47s Boomsbrug "m 04 Vlietsterbrug j Oosterbrug117.19 De opbrengst van de andere brug gen bedroeg3.72s Samen 21.929,78 Over te brengen 6 1.702 25 61.007 03 21.929 78 1.800 60.000 1922 1.695.800 1.695.800 1.700 23.000 1.70Q 60.000 21.425 21.425 i Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1922. o a o Hoofdstuk II Afdeeling VIII OMSCHRIJVING DER INKOMSTEN. Ontvangen BEDRAG in 1920. GERAAMD BEDRAG voor 1921 1922 10 Art. 2 11 12 Art. 3 Art. 4 13 Art. 5 Overgebracht Voor 1922 wordt de opbrengst geraamd als volgt: de Oosterbrug tot 1 Jan. 1922 verp. Harlingervaartsbrug bij gaarde ring Noorderbrug bij gaardering Prins Hendrikbrug Wirdumerpoortsbrug Vrouwenpoortsbrug Verversbrug le Kanaalbrug 2e Kanaaalbruj 125,- li 5000.— 1400— 3800.— 2000.— V 1000.— 1000.— 3600.— 3500.— Samen ƒ21.425.- De Booms-Vlietster, Witte, Blauwe en Poppe- brug zijn bij raadsbesluit van 14 Dec. 1920, no. 608 R/319 voor 1921 verpacht onder toegift; voor 1922 wordt derhalve ook op geen opbrengst gerekend. De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van 27 Mei 1919, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 29 Juli 1919, no. 52, tot 1 Augustus 1 9 2 4. Kadegeld De lijsten over 1921 zijn opgemaakt tot een ge zamenlijk bedrag van 4.475,15, in verband daar mede is een ronde som van 4400.geraamd. lie heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van 9 November 1920, goedgekeurd bij Koninklijk be sluit van 7 Januari 1921, no. 31. Havengeld De opbrengst van het havengeld is tot ultimo December 1921 verpacht voor 6.320, Bij eene nieuwe verpachting zal de opbrengst, met het oog op de bij den Raad aanhangige voor- stellen, vermoedelijk iets hooger worden. Niettemin wordt deze post gelijk het vorig jaar geraamd. De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van 8 October 1907, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 3 December 1907, no. 68. Veergelden De opbrengst der pontveren is tot Mei 1924 ver pacht. Die bij het ziekenhuis voor 366,en die bij het Schoenmakersperk voor 104,per jaar. De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van 22 November 1898, goedgekeurd bij Koninklijk be sluit van 12 Januari 1899, gewijzigd bij raadsbe sluiten van 31 Mei 1904, 23 Januari 1906, 12 Januari 1909 en 25 Juni 1918, welke wijzigingen zijn goedgekeurd bij Koninklijke besluiten van 22 Juni 1904, no. 28, 26 Februari 1906, no. 30, 10 Fe bruari 1909, no. 22 en 8 Augustus 1918, no. 77. Markt- en staangelden Het markt- en staangeld wegens het plaatsen van kramen, disschen en andere voorwerpen voor het verkoopen van goederen en het plaatsen van vrachtwagens enz. is tot einde December 1921 verpacht voor 1565,per jaar. Het hierbedoelde markt- en staangeld is nog niet opnieuw verpacht. Voorstellen om deze gelden te verhoogen zijn bij den Raad aanhangig. Niettemin wordt de pacht voor 1922 op hetzelfde bedrag ge raamd. De veemarktgelden hebben opgebracht in 1920 38.556,07. Over te brengen 7 4.542 6.320 470 40.121 07 21.425 4.600 6.320 470 36.000 4.400 6.320 470 40.000 72.615

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1922 | | pagina 4