Bijlage no. 9, Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1922. Bijl no. 9. VERORDENINGEN voor de gemeentelijke hoogere burgerschool en daarop aan sluitende hoogere handelsschool. Aan den Gemeenteraad. In Uwe vergadering van den 26 October 1920 werd in beginsel besloten o. m. tot de oprichting van eene gemeentelijke hoogere burgerschool met 3-jarigen cur sus met daarop aansluitende daghandelsschool van 2 leerjaren, in den geest zooals nader was uiteengezet in ons voorstel, opgenomen in bijlage no. 32 tot het verslag van 's Raads handelingen 1920. Wij hebben gemeend den naam van laatstgenoemde inrichting te moeten veranderen in „Hoogere Handels school". Het is n.l. gebleken, dat onder den naam van „daghandelsschool" in verschillende gemeenten inrich tingen bestaan, die aansluiten op de lagere school en een drie- of vierjarigen cursus hebben. In aansluiting met den term Hoogere Burgerschool heeft het spraak gebruik toen eene inrichting, als die welke hier is op gericht, ..Hoogere Handelsschool" genoemd. Het is van belang zich naar dat spraakgebruik te ge dragen, wijl behoud van den naam daghandelsschool bij buitenstaanders de gedachte aan eene andere inrich ting dan de hier bestaande zou opwekken. Het onderwijs aan de Hoogere Burgerschool moet gelijk zijn aan dat, gegeven in de eerste drie leerjaren aan een H. B. S. met vijfjarigen cursus. Dit is het beste in verband met den onderbouw voor de handels school. Toch zullen er leerlingen zijn, die na drie jaren de school verlaten en met de opgedane kennis het prak tische leven ingaan. Om ze zoo goed mogelijk daar voor toe te rusten wordt aan deze leerlingen tevens het vak boekhouden onderwezen. Het programma van on derwijs voor de burgerschool moet daarom ook zoodanig worden ingericht (verg. artikel 5), dat het zoowel op aansluitend als op eindonderwijs is gericht. Het onderwijs op de Hoogere Handelsschool omvat naast verplichte vakken ook de facultatieve vakken stenografie en machineschrijven. Deze zijn van belang wegens het praktische nut, dat de leerlingen er later van kunnen trekken. Zoo zich de gelegenheid voordoet, om op niet te kostbare wijze te voorzien in het onder wijs in andere dan in de verordening genoemde, veel gesproken vreemde talen hierbij denken wij vooral aan het Maleisch en het Spaansch dan is de moge lijkheid daartoe opengelaten. Overigens spreken de artikelen van de verordening op de Hoogere Burgerschool en de Hoogere Handels school voor zich zelf. Het schooltoezicht, de Commissie en de betrokken inspecteurs, tot wie wij ons hebben gewend om advies, kunnen zich met haren inhoud veree nigen. Wat de verordening op de jaarwedden van het per soneel, verbonden aan voormelde inrichting, aangaat, ook met haren inhoud kunnen de adviseurs zich veree nigen, behoudens ten opzichte van een belangrijk onder deel. In het algemeen is voor de bezoldiging gevolgd de Rijksregeling voor een Hoogere Burgerschool met vijfjarigen cursus in een gemeente der 2e klasse, welke regeling ook geldt voor het gymnasium. De rijksre geling houdt in, dat aan de leeraren een kindertoelage wordt verleend voor ieder wettig of wettelijk erkend kind. Ons college is in het algemeen tegen het toekennen van kindertoeslagen, terwijl ook Uwe Vergadering zich steeds daartegen heeft uitgesproken. Daarom hebben wij gemeend, in de verordening geen bepalingen omtrent kindertoelagen te moeten opnemen. Indien dit zonder meer geschiedde, zou, bij behoud van den grondslag der bedoelde rijksregeling, de finan- cieele positie der leeraren slechter zijn dan die der lee raren, verbonden aan Rijks- en andere inrichtingen, die wel een kindertoelage ontvangen. Een minder voordeelige regeling moet in elk geval worden vermeden, zelfs is het gewenscht, dat de jaar wedden in Leeuwarden hooger zijn dan elders. Wat toch is het geval? Leeuwarden is ingedeeld in de 2e klasse van het Rijksbezoldigingsbesluit, is arm aan natuurschoon, excentrisch gelegen met slechte treinver bindingen en verkeert daardoor voor het verkrijgen van ambtenaren in het nadeel bij gemeenten meer in het midden des lands gelegen, die bovendien door de schoone omgeving aantrekkingspunten zijn. Het schrij ven van den Directeur van 24 October j.l. aan de Com missie van toezicht laat hierop het licht vallen. Het gevolg is, dat Friesland niet de eerste keus uit de be schikbare leerkrachten kan doen, zoodat volledig be voegden niet altijd te krijgen zijn en derhalve onvolledig of niet bevoegden aangesteld moeten worden. Wij wijzen in dit verband op het feit, dat voor de vacante betrekking van directrice aan de school van Middelbaar Onderwijs voor Meisjes zich slechts één sollicitante heeft aangemeld en dat een goede kracht als rector aan het gymnasium benoemd kon worden alleen is te danken aan de in uitzicht gestelde benoeming van den functionnaris tot adviseur aan de Buma-biblo- theek. Overigens, ook daarvoor waren slechts 2 sollici tanten. Om een compensatie te hebben voor het niet toe kennen van kindertoelage wordt dus voorgesteld, om aan de leeraren 10 boven de jaarwedden voor een gemeente der 2e klasse toe te kennen (art. 15), dit staat gelijk met een toelage voor 4 kinderen. Tevens wordt er mee bereikt, dat de financieele positie van het onder wijzend personeel, bovenal voor de leeraren zonder kinderen, ietwat voordeeliger wordt dan elders. Hier tegen nu richt zich het bezwaar van de adviseurs. Wij zijn evenwel op grond van het bovenvermelde van mee ning, dat Uwe Vergadering het voorgestelde stelsel tot Uw besluit moet verheffen, opdat de gemeente, nu zij zich ten gevolge van het niet ontvangen van subsidie, niet aan de controle van hoogerhand behoeft te onder werpen, op het punt der bezoldiging eenige aantrekking kan uitoefenen. Voor den directeur wordt nog een bijzondere bepaling (overgangsbepaling) voorgesteld, waarvan de billijk heid terstond in het oog valt. De directeur zou als hoofd van de gemeenteschool no. 12 en directeur der avond handelsschool genoten hebben een wedde van 6285.volgens de overgangsbepaling zal hij ge nieten 5280.(minimum-bezoldiging) -f- 480.— (2 periodieke verhoogingen) 5760.-f- 10 tezamen 6336. De pensioensbijdragen dienen voor rekening van de gemeente te komen. Hiervoor is noodig aanvulling van Uw besluit van 1 Maart 1921, no. 63/40, dat de pen sioensbijdragen voor het onderwijzend personeel aan de middelbare meisjesschool, het gymnasium en de burger avondschool voor rekening van de gemeente neemt. Op grond van het bovenstaande hebben wij de eer U voor te stellen te besluiten: I. tot vaststelling van een verordening op de ge meentelijke hoogere burgerschool met 3-jarigen cursus en daarop aansluitende hoogere handelsschool met 2- jarigen cursus en van een verordening op de jaarwedden van het personeel aan bovenvermelde inrichtingen van onderwijs, een en ander volgens de hierbij gaande ont werpen; II. het besluit van den Raad van 1 Maart 1921, no. 63r/40, tot machtiging van Burgemeester en Wethou ders om aan de leeraren van de school van middelbaar onderwijs voor meisjes, de leeraren aan het gymnasium en de leeraren aan de burgeravondschool eene vergoe ding toe te kennen ten beloope van het totaal bedrag, hetwelk door hen volgens de bepalingen van art. 19 der 185

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1922 | | pagina 93