Bijl. no. 9 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1922. „Burgerlijke pensioenwet" en art. 17 der „Weduwen- wet voor de ambtenaren 1890" verschuldigd is voor eigen en voor weduwen- en weezenpensioen, ook toe passelijk te verklaren voor de leeraren aan de gemeente lijke hoogere burgerschool met 3-jarigen cursus en daarop aansluitende hoogere handelsschool met 2-ja- rigen cursus. Leeuwarden, 15 December 1921. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J. M. VAN BEYMA, Burgemeester. M. GOSLINGS, Secretaris. ONTWERP I. De Raad der Gemeente Leeuwarden, gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders; besluit: vast te stellen de volgende VERORDENING voor de gemeentelijke Hoo gere Burgerschool met driejarigen cursus en daarop aansluitende Hoogere Handels school met tweejarigen cursus te Leeu warden. Art. 1. Aan de Hoogere Burgerschool wordt onderwijs ge geven in de volgende leervakken: a. de wiskunde; b. de eerste beginselen der natuur- en scheikunde; c. de beginselen der plant- en dierkunde; d. de aardrijkskunde; e. de geschiedenis met een daarbij aansluitend over zicht van de gronden van de gemeente-, provin ciale- en staatsinrichting van Nederland; de Nederlandsche taal; g. de Fransche taal; h. de Engelsche taal; de Duitsche taal; k. het hand- en rechtlijnig teekenen; de lichamelijke oefening. Bovendien wordt onderwijs in het boekhouden ver strekt aan hen, die eindonderwijs ontvangen. Aan de Hoogere Handelsschool wordt onderwijs gegeven in de volgende leervakken: a. de natuurwetenschappen, in het bijzonder tot be vordering van een juist begrip van de wijze van voortbrenging, de samenstelling en de eigen schappen van handelsproducten; b. de staathuishoudkunde, de staatsinrichting, de handelsstatistiek en het handelsrecht, in het bijzonder met het oog op de toepassing daarvan in de praktijk van den handel; c. het boekhouden, handelsrekenen en de handels kennis; d. de aardrijkskunde, hoofdzakelijk handelsaard- rijkskunde; e. de geschiedenis, hoofdzakelijk handelsgeschie denis; de Nederlandsche taal en handelscorrespondentie; g. de Fransche taal en handelscorrespondentie; h. de Engelsche taal en handelscorrespondentie; de Duitsche taal en handelscorrespondentie; k. de lichamelijke oefening. Bovendien kan onderwijs gegeven worden in andere vreemde talen, de stenographic en het machineschrijven; het volgen van de lessen in deze vakken is niet verplicht. Art. 2. Elke leerling is, behoudens het bepaalde in de laatste alinea van art. 1, verplicht al de lessen te volgen. 186 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1922. Van de bijwoning der lessen in een of meer der vakken, in artikel 1 genoemd, kan door Burgemeester en Wet houders, den Directeur gehoord, alleen in bijzondere gevallen vrijstelling worden verleend. Indien zulks is geschied, kan op de beslissing in den loop van denzelfden cursus niet worden teruggekomen. Indien een leerling het onderwijs volgt in een der niet verplicht gestelde leervakken, is hij gehouden dat onder wijs gedurende den geheelen cursus te volgen. Buiten de leerlingen kunnen met vergunning van Burgemeester en Wethouders, den Directeur gehoord, als toehoorders worden toegelaten, zij, die afzonderlijke lessen in een beperkt aantal vakken wenschen te volgen. De vergunning kan te allen tijde worden ingetrokken. Art. 3. Het onderwijzend personeel bestaat uit eenen Direc teur en voorts uit zooveel leeraren, als noodig zullen blijken. Het onderwijzend personeel wordt benoemd, ge schorst en ontslagen op de wijze, omschreven in artikel 29 der wet houdende regeling van het middelbaar onderwijs. Het aan het onderwijzend personeel op verzoek te verleenen eervol ontslag gaat, buitengewone omstandig heden uitgezonderd, niet eerder in, dan twee maanden na den dag, waarop het verzoek om ontslag is inge komen. Burgemeester en Wethouders stellen den datum van ingang van het ontslag vast. Art. 4. Er zijn drie vacantiën, eene van ten hoogste acht weken, beginnende den tweeden Woensdag in Juli 's middags, eene met Kerstmis van twee weken en eene met Paschen van elf dagen, aanvangende op Goeden Vrijdag. De cursus begint met het einde van de zomervacantie. Burgemeester en Wethouders hebben de bevoegd heid, zoo dikwijls dit door hen noodig of wenschelijk wordt geoordeeld, te bepalen, dat geen onderwijs zal worden gegeven. Art. 5. Jaarlijks wordt een programma der lessen voor een volgend schooljaar vastgesteld, vermeldende het getal der lesuren, wekelijks in ieder vak en in iedere klasse te geven, de namen der leeraren, met het onderwijs in elk vak belast, benevens de daarbij te gebruiken boeken en zooveel doenlijk de in iedere klasse voor ieder vak te behandelen leerstof. Het wordt zoodanig ingericht, dat het onderwijs der Hoogere Burgerschool zoowel op aansluitend als op eind-onderwijs is gericht. Het aansluitend onderwijs is gelijk aan dat van de laagste drie klassen der Hoogere Burgerscholen met vijfjarigen cursus. Dit programma wordt door den directeur in overleg met het overige onderwijzend personeel opgemaakt en in de eerste helft der maand Juni aan de commissie van toezicht ingezonden, welke het, onder bijvoeging van het daarop ingewonnen advies van den inspecteur van het middelbaar onderwijs, met haar advies aan Burge meester en Wethouders ter vaststelling aanbiedt. Een door den directeur opgemaakte rooster der lesuren wordt door hem aan de goedkeuring der commissie van toezicht onderworpen. Deze is zoodanig ingericht, dat het te geven onderwijs valt tusschen des voormiddags 8y2 en des namiddags 41/2 uur, op de zes werkdagen der week, en dat op geen dag meer dan zeven lesuren voor iederen leerling vallen. 187

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1922 | | pagina 94