Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1923.
dissements-schoolopziener en de commissie van toezicht
op het lager onderwijs te hebben gehoord, in welke
vakken het onderwijs door uitsluitend daarmede te be
lasten onderwijzers en of het in een ander dan voor de
school bestemd gebouw zal worden gegeven.
Voor iedere school wordt het gymnastieklokaal aan
gewezen door Burgemeester en Wethouders.
Art. 11 (verordening tot uitvoering).
Aan iedere school is zooveel mogelijk een gymnastiek
lokaal verbonden.
Art. 7 (verordening tot regeling).
Aan het hoofd van alle scholen staat een onderwijzer.
Aan het hoofd der meisjesschool van de eerste klasse
staat een onderwijzer of eene onderwijzeres.
Art. 8 (verordening tot regeling).
Het hoofd der school wordt bij afwezigheid of ont
stentenis vervangen door een door Burgemeester en
Wethouders aangewezen onderwijzer, die, behalve aan
de school der vijfde klasse, in het bezit van de hoofd-
acte moet zijn. Hij wordt aangewezen door Burge
meester en Wethouders.
Het hoofd der school wordt, onverminderd de bepa
ling van art. 24 der wet tot regeling van het lager
onderwijs, bijgestaan door ten minste zooveel onder
wijzers, als het getal lokalen bedraagt, waarin aan elke
school geregeld onderwijs wordt gegeven.
Art. 9 (verordening tot regeling).
De hoofden van de scholen der eerste klasse moeten
de bevoegdheid bezitten, onderwijs in de Fransche taal,
die der vierde klasse in de Fransche, Hoogduitsche en
Engelsche talen te geven, van welke drie één krachtens
een middelbare akte.
Art. 12 (verordening tot uitvoering).
Aan iedere school is eene schoolbibliotheek verbon
den.
Daarvoor wordt jaarlijks eene som op de gemeente-
begrooting gebracht.
Art. 13 (verordening tot uitvoering).
De leermiddelen worden door de gemeente verstrekt,
met uitzondering van die, welke door de leerlingen ook
te huis kunnen worden gebruikt.
Boeken, bestemd om te huis te worden gebruikt,
kunnen evenwel aan on- en minvermogenden, op voor
dracht van het hoofd der school, door de commissie van
toezicht op het lager onderwijs kosteloos in gebruik
worden gegeven.
Art. 15 (verordening tot uitvoering).
Het aan de onderwijzers, op verzoek, te verleenen
eervol ontslag gaat niet eerder in dan twee maanden
na den dag, waarop het verzoek om ontslag is inge
komen.
Onder onderwijzers zijn de onderwijzeressen begre
pen.
Art. 16 (verordening tot uitvoering).
Het is den onderwijzers der openbare lagere scholen
verboden, privaat onderwijs te geven aan leerlingen van
specteur van het lager onderwijs en de commissie van
toezicht op het lager onderwijs te hebben gehoord,
in welke vakken het onderwijs door uitsluitend daar
mede te belasten onderwijzers en of dat in een ander
dan voor de school bestemd gebouw zal worden ge
geven.
Voor iedere school wordt het lokaal en zoo mogelijk
het terrein voor lichamelijke oefening aangewezen door
Burgemeester en Wethouders.
Art. 8.
Aan het hoofd van elke gemengde school staat een
onderwijzer of eene onderwijzeres, aan het hoofd van
elke jongensschool een mannelijk onderwijzer.
Aan het hoofd eener meisjesschool voor gewoon
lager onderwijs staat een onderwijzer of eene onder
wijzeres.
Art. 9.
Het hoofd der school wordt bij afwezigheid
vervangen door een door Burgemeester en Wet
houders, na gepleegd overleg met den Inspecteur
van het lager onderwijs, aangewezen onderwijzer.
Het hoofd der school wordt, onverminderd de bepa
ling van art. 28 der Lageronderwijswet 1920, bijgestaan
door ten minste zooveel onderwijzers als het getal
lokalen bedraagt, waarin aan elke school geregeld on
derwijs wordt gegeven, verminderd met één.
Art. 10.
Het hoofd van de school voor uitgebreid lager onder
wijs moet de bevoegdheid bezitten onderwijs in de
Fransche, Hoogduitsche en Engelsche talen te geven
of in twee dezer talen en wiskunde.
Art. 11.
Aan iedere school is eene schoolbibliotheek verbon
den. Daarvoor wordt jaarlijks eene som op de gemeente-
begrooting gebracht.
Art. 12.
De leermiddelen, hieronder begrepen schoeisel voor
het onderwijs in de lichamelijke oefening, worden door
de gemeente verstrekt.
Art. 13.
Het is den onderwijzers verboden buiten de school
onderwijs te geven, tenzij in bijzondere gevallen met ver
230
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1923. Byl. ÏIO. 22.
artikel 6 (thans 7) worden veranderd als is aangegeven. Voorts is evenals
elders de nieuwe uitdrukking „lichamelijke oefening" voor „gymnastiek
in de plaats gekomen.
Op dit oogenblik wordt vakonderwijs alleen gegeven in handwerken en li
chamelijke oefening.
Uit het artikel blijkt voldoende, dat bij elke school een gymnastieklokaal
behoort. Bij nieuwbouw zal in de toekomst wel steeds zoo'n lokaal worden
bijgebouwd.
Art. 9.
Het hier voorgeschreven overleg met den Inspecteur steunt niet op de wet.
't Is echter wenschelijk om het rijksschooltoezicht niet te passeeren en in
dezen bij analogie te handelen als door de wet in artikel 41 voor andere tijde
lijke waarnemingen is voorgeschreven.
Art. 10.
De eisch van het bezit eener middelbare akte in een der talen is prijs ge
geven, omdat tengevolge van het geringe aantal van dergelijke bevoegden de
keuze te beperkt zou kunnen worden. In de praktijk zou kunnen blijken dat
de verordening te zeer bond.
Het artikel belet niet om bij eventueele benoemingen het bezit van eene
middelbare akte tot aanbeveling te laten strekken en daarop bij te plaatsen
oproepingen te wijzen.
Het bezit van de akte wiskunde mag gelijk gesteld worden met die voor
een der talen.
Art. 12.
Naar de opgenomen bepaling zullen van gemeentewege de leermiddelen
worden verstrekt. Daar hieronder niet vallen afzonderlijke kleeding en schoeisel
voor het onderwijs in de lichamelijke oefening en verstrekking althans van
schoeisel wenschelijk wordt geacht, is hieromtrent eene bepaling opgenomen.
Eene bepaling als in art .15 (uitvoering) bestond dient te vervallen, omdat
in art. 38 der wet bepaald is, dat Burgemeester en Wethouders den dag
bepalen, waarop het door den Raad verleende ontslag der onderwijzers ingaat.
Art. 13.
Nu aan verschillende categorieën van ambtenaren en aan de werklieden in
dienst der gemeente werkzaamheden buiten die waarvoor ze zijn aangesteld
231