D. te wijzigen de verordening op de school van
middelbaar onderwijs voor meisjes (gemeenteblad no.
23 van 1921) als volgt:
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1923.
van openbaar lager onderwijs te Leeuwarden (ge
meentebladen nos. 33 van 1919 en 50 van 1921),
5. de verordening, regelende de belooning van de
vakonderwijzeressen in de handwerken en van de vak
onderwijzers in het teekenen bij het lager onderwijs
(gemeentebladen nos. 20 van 1921 en 15 van 1922),
6. de verordening regelende de bij het eerste lid
van art. 33 der Lageronderwijswet 1920 bedoelde be
looningen (gemeenteblad no. 45 van 1921).
C. te wijzigen de verordening, regelende de samen
stelling, inrichting en bevoegdheid van de Commissie
van Toezicht op het lager onderwijs (gemeenteblad
no. 43 van 1920) door art. 12 dier verordening te laten
vervallen.
Art. 12.
Onverminderd het bepaalde in art. 3 van de veror
dening ter uitvoering van de verordening tot regeling
van het openbaar lager onderwijs in de gemeente en in
de le en 2e alinea van art. 3 van de verordening tot het
heffen van schoolgelden voor het openbaar lager onder
wijs geschiedt de toelating van kinderen op een der
openbare scholen voor lager onderwijs door de Com
missie.
Zij geeft van de toelating schriftelijk kennis aan het
hoofd der school.
Art. 11.
In den regel worden geene leerlingen op de school
toegelaten dan die den leeftijd van 12 jaren hebben
bereikt.
Leerlingen, die den ouderdom van 12 jaar nog niet
hebben bereikt, zijn verplicht, zoodra een der beide be
smettelijke ziekten: mazelen of diphtheritis, zich in het
huis, door een der leeraren of scholieren bewoond, voor
doet, de school te verlaten, totdat de ziekte, volgens de
bepalingen der wet, uit dat huis is geweken.
Op de school worden zonder onderzoek naar de be
kwaamheid toegelaten de leerlingen, die in het bezit zijn
van de verklaring van bekwaamheid, bedoeld bij art. 20
van de verordening tot uitvoering van de verordening
tot regeling van het openbaar lager onderwijs in
de gemeente. Zij die aan dit vereischte niet kunnen
voldoen, moeten bij een nader onderzoek de blijken
hebben gegeven van voldoende bekwaamheid om het
onderwijs te volgen.
Voor haar, die eene voorwaardelijke verklaring van
bekwaamheid overleggen, loopt het onderzoek uitslui
tend over de daarin als onvoldoende vermelde vakken.
Het onderzoek naar de bekwaamheid geschiedt in
de maand Juli en in de eerste week van September door
de directrice, bijgestaan door andere docenten en ten
overstaan van een lid der commissie van toezicht, die
tevens lid der commissie van examen is en als voorzitter
daarvan fungeert. Dit onderzoek kan door de leden van
de plaatselijke schoolcommissie worden bijgewoond.
Leerlingen worden in den regel alleen aangenomen,
na voorafgaande aanvrage bij de directrice, vóór het
begin van den cursus.
Een toelating tusschentijds kan, in bijzondere geval
len, door de commissie van toezicht worden vergund
met inachtneming van het bepaalde in de derde en
vierde alinea.
De vereischten van toelating worden bij huishoudelijk
reglement, door Burgemeester en Wethouders in overleg
met de commissie van toezicht op te maken, vastgesteld.
Art. 11 wordt gelezen:
In den regel worden geene leerlingen op de school
toegelaten dan die den leeftijd van 12 jaren hebben
bereikt.
Het examen voor de toelating tot de eerste klasse
betreft het lezen, het schrijven en de eerste beginselen
van de rekenkunde, aardrijkskunde, vaderlandsche ge
schiedenis en Nederlandsche taal.
Van dit toelatingsexamen kan de candidaat-leerling
geheel of gedeeltelijk door de directrice, na overleg
met de betrokken docenten, onder goedkeuring van
Burgemeester en Wethouders worden vrijgesteld, in
dien zij een lagere school in den zin van de Lager
onderwijswet 1920 heeft doorloopen en een verklaring
van het hoofd der laatstelijk door haar bezochte school
overlegt, die positieve aanwijzingen bevat omtrent
hare geschiktheid voor het met vrucht volgen van het
onderwijs, haar bekwaamheid en ijver, of indien zij,
blijkens een door haar over te leggen schriftelijk bewijs
met voldoenden uitslag heeft afgelegd het examen tot
toelating aan een hoogere burgerschool, gymnasium of
lyceum.
Het onderzoek naar de bekwaamheid geschiedt in
de maand Juli en in de eerste week van September door
de directrice, bijgestaan door andere docenten en ten
overstaan van een lid der commissie van toezicht, die
tevens lid der commissie van examen is en als voor
zitter daarvan fungeert. Dit onderzoek kan door de
leden van de plaatselijke schoolcommissie worden bij
gewoond.
Leerlingen worden in den regel alleen aangenomen,
na voorafgaande aanvrage bij de directrice, vóór het
begin van den cursus.
Een toelating tusschentijds kan, in bijzondere geval
len, door Burgemeester en Wethouders worden vergund
met inachtneming van het bepaalde in de derde alinea.
De vereischten van toelating worden bij huishoudelijk
reglement, door Burgemeester en Wethouders in over
leg met de commissie van toezicht op te maken, vast
gesteld.
260
jtt _Ji
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1923. Rijl* ^O.
Nu de toelating van de leerlingen tot de scholen door Burgemeester en
j Wethouders wordt geregeld kan artikel 12 dier verordening gemist worden.
De omstandigheid, dat eene bepaling als artikel 20 der (vervallen) ver
ordening tot uitvoering van de verordening tot regeling van het lager onder
wijs niet in de nieuwe verordening op dat onderwijs is overgegaan sleept eene
wijziging van artikel 11 der nevenvermelde verordening met zich mee. Nu
in dat opzicht het artikel toch gewijzigd moet worden, komt het wenschelijk
voor, voor de toelating tot de school van Middelbaar Ónderwijs voor meisjes
eenzelfde regeling te treffen als geldt voor de gemeentelijke H. B. S. en het
gymnasium.
Artikel 14 der besmettelijke ziektenwet bevat een verbod tot scholen-bezoek,
ingeval dat zich een besmettelijke ziekte heeft voorgedaan. Onder de besmet
telijke ziekten wordt ook genoemd diphtheritis. De tweede alinea van het
artikel is voor die ziekte overbodig en kan in verband daarmede vervallen,
zooals kort geleden ook is gebeurd bij eene wijziging van de verordening
voor het gymnasium. Voor mazelen kan het voorschrift het betreft eene
school waar hoogst zelden een leerling beneden 12 jaar zal zijn ook wel
worden gemist.
261