Bijl. no. 23,
Bijlage no. 23.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1923.
AANVULLING der verordening tot voorziening
tegen en bij brand.
Aan den Gemeenteraad.
Het college van brandmeesters heeft de aandacht ge
vestigd op de wenschelijkheid om in garages voor het
blusschen van brand, waarvoor het gevaar door de al
daar aanwezige benzine vrij groot is, voldoende blusch-
middelen aanwezig te hebben. Voor zoover die inrich
tingen als benzin e-bewaarplaatsen geheel of deels
onder de Hinderwet vallen is het mogelijk in de krach
tens die wet te verleenen vergunning maatregelen tegen
brandgevaar voor te schrijven. De inrichtingen, die
geen Hinderwetvergunning hebben, omdat er alleen
eenige benzine voor dagelijksch gebruik in voorraad is,
hebben hare voorschriften in de verordening tot voor
ziening tegen en bij brand (Gemeenteblad 1911 no. 22,
gewijzigd Gemeenteblad 1912 no. 8 en 1913 no. 19),
waarvan wel het voornaamste dat is van art. 14, dat
aanwezigheid van meer dan 60 Liter verbiedt, terwijl
eene hoeveelheid van meer dan 3 Liter moet zijn opge
borgen in metalen kannen of vaten, voorzien van een
inrichting die het ontploffen belet, of in het reservoir
van een motorrijtuig.
De vraag is of deze voorzorgen, dagteekenende uit
een tijd toen het gebruik van automobielen nog niet zoo
groot was als nu, wel ver genoeg gaan, met name of
niet in den geest van het advies van het bovengenoemd
college ook moet worden gezorgd dat, is eenmaal de
brand uitgebroken, middelen tot snel en doelmatig blus
schen aanwezig zijn.
Die vraag moet o. i. bevestigend worden beantwoord.
Het hieronder volgend ontwerp tot aanvulling van de
aangehaalde verordening, dat wij U ter bekrachtiging
aanbieden, strekt om hierin te voorzien.
Leeuwarden, 20 September 1923.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J. M. VAN BEYMA, Burgemeester.
M. GOSLINGS, Secretaris.
ONTWERP.
De Raad der gemeente Leeuwarden
gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders;
besluit
vast te stellen de navolgende
VERORDENING tot aanvulling der verorde
ning tot voorziening tegen en bij brand.
Art. 1.
Ingevoegd wordt na art. 14 een nieuw artikel 14ft/s,
luidende
Met hechtenis van ten hoogste zes dagen of geld
boete van ten hoogste vijf en twintig gulden wordt ge
straft hij, die als bedrijf een automobielgarage houdt of
gebruikt, en daarin niet voor onmiddellijk gebruik bij
brand gereed heeft liggen een hoeveelheid droog, zuiver
zand van ten minste 1 Hectoliter.
Art. 2.
Deze verordening treedt in werking veertien dagen
na hare afkondiging.
Leeuwarden, 19
De Raad voornoemd,