ij
Bijl no. 24.
Bijlage no. 24.
ill!
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1923.
WIJZIGING der verordening regelende het gebruik
van schoollokalen voor particuliere lessen
(gemeenteblad 1908 no. 8) en der verorde
ning regelende de invordering der vergoeding
voor het gebruik van schoollokalen voor
particuliere lessen (gemeenteblad 1908 no.
11).
Aan den Gemeenteraad.
In het derde lid van artikel 2 van de hierboven eerst-
gemelde verordening is opgenomen de bepaling, dat de
ingevolge die verordening verleende vergunningen in elk
geval eindigen den 1 Juli na de dagteekening van het
besluit, waarbij zij werden verleend. In de practijk heeft
dit tot moeilijkheden aanleiding gegeven. De particuliere
lessen worden in den regel niet eerder onderbroken dan
bij het begin der groote vacantie van de openbare lagere
scholen, welke vacantie thans begint in de laatste week
der maand Juli. Als gevolg hiervan moet telkens een
maand vóór het begin der vacantie een nieuwe vergun
ning worden gevraagd. Dit nu wordt herhaaldelijk door
de belanghebbenden verzuimd, waardoor telkens hunne
aandacht hierop moet worden gevestigd. Daarom zal
de zaak worden vereenvoudigd door het einde der ver
gunningen ongeveer te doen samen vallen met het begin
der zomervacantie en alzoo te stellen op den 1 Au
gustus.
Voorts dient van deze wijziging gebruik te worden
gemaakt door den aanhef van artikel 1 in overeenstem
ming te brengen met de huidige wetgeving en door het
tweede lid van artikel 7 eenigszins uit te breiden.
Als gevolg van de eerst bedoelde wijziging moet het
derde lid van artikel 2 van de verordening op de invor
dering der vergoeding iets worden gewijzigd. Bij ver
gelijking van de geldende en de voorgestelde bepaling
springt de verandering terstond in het oog. De wijziging
van het eerste lid van het bedoelde artikel wordt voor
gesteld om den daar genoemden termijn ietwat ruimer te
nemen.
Wij hebben alzoo de eer U voor te stellen te besluiten
volgens het hierbij aangeboden ontwerp.
Leeuwarden, 30 Augustus 1923.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J. M. VAN BEYMA, Burgemeester.
M. GOSLINGS, Secretaris.
ONTWERP.
BESTAANDE REDACTIE.
Art. 1, eerste lid.
Onverminderd het bepaalde bij het 2e lid van art. 22
der wet tot regeling van het Lager Onderwijs, kunnen
de lokalen van gemeentelijke inrichtingen van onderwijs,
alsmede de daarin aanwezige meubelen en toestellen op
aanvrage, krachtens door Burgemeester en Wethouders
verleende vergunning voor zoover het andere dan
gymnastieklokalen betreft, de betrokken Commissie van
toezicht of bijstand gehoord op tijdstippen waarop
deze lokalen niet voor den gemeentelijken dienst be-
noodigd zijn, aan vereenigingen of particulieren in ge
bruik worden afgestaan ovor het geven van onderwijs,
beoogende godsdienstige, zedelijke, verstandelijke of
lichamelijke ontwikkeling.
Art. 3.
De Raad der gemeente Leeuwarden
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wet
houders
besluit
A. de Verordening regelende het gebruik van school
lokalen voor particuliere lessen (gemeenteblad 1908
no. 8) te wijzigen als volgt
I.
De aanhef van het eerste lid van artikel 1 wordt ge
lezen als volgt
Onverminderd het bepaalde bij het 2e lid van art. 26
der Lager Onderwijswet 1920 kunnen enz.
De vergunning, in art. 1 bedoeld, houdt in de aan
wijzing van het gebouw waarvan de lokalen in gebruik
worden afgestaan en wordt, behoudens het bepaalde in
het 3e lid, tot wederopzeggens toe ten name van den
gebruiker verleend voor het tijdvak waarvoor zij wordt
gevraagd.
Gedurende de vacantiën aan de verschillende onder
wijsinrichtingen kan, behoudens nadere vergunning van
Burgemeester en Wethouders, van de lokalen daarin
geen gebruik worden gemaakt.
De vergunning eindigt in elk geval den 1 Juli na de
dagteekening van het besluit, waarbij zij werd verleend.
Onverminderd het bepaalde bij dit artikel, bij het
tweede lid van art. 10 en bij art. 12 kan in bijzondere
II.
Het derde lid van artikel 3 wordt gelezèh als volgt
De vergunning eindigt in elk geval den 1 Augustus
na den datum, waarop zij is ingegaan.
267