1
Bijlage tot liet verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1923.
u
O
OMSCHRIJVING DER UITGAVEN
Uitgegeven
BEDRAG
in 1921.
GERAAMD BEDRAG
voor
1922
1923
276
2771
278
279
Art. 9
Art. 10
Art. 11
Art. 12
Art. 13
Art. 1
Overgebracht
De jaarwedde van den beurs- en waagmeester
is geregeld bij raadsbesluit van 23 Augustus 1921.
De uitgaven worden geraamd als volgt:
jaarwedde van den beurs- en
waagmeester 2.700,
weger 260
belooning 4 waagwerkers, welke zijn
aangewezen als meter-weger a 34
per week 7.072,
belooning 3 losse waagwerkers a 10
per week 1.560,
verhooging van salaris in den loop
van het jaar100,
vacantiegelden 125,
Samen
11.817,-
Toelage aan de beurseommissie
Uitgetrokken pro memorie, omdat niet bekend is
of een toelage gegeven zal worden.
Jaarwedde van den marlktmeester der vee
markt
De jaarwedde is geregeld bij raadsbesluit van
13/27 Juli 1920. Vaeantiegeld 25.
Diverse uitgaven ten behoeve van de vee-
Gespecificeerd als volgt:
diverse uitgaven400,
onderhoud kleeding dienstpersoneel 100,
kosten van het sorteeren der toegangs
bewijzen 50,
markt
Samen
550,—
Uitgaven voor veterinair toezicht op het aange
voerde vee
Het hierbedoelde toezicht komt de gemeente
16.50 per marktdag te kosten, waarom een be
drag ad 957.is geraamd.
Subsidie aan de Friesche tuinbouwvereeni-
giuff
In verband met een ingekomen adres wordt
130,uitgetrokken.
Totaal van het Xde hoofdstuk
HOOFDSTUK XI.
Rente van geldleeningen
Verschuldigd zal zijn wegens rente van
de geldleeningen vastgesteld bij raadsbesluit van:
16 Juni 1896, goedgekeurd door
Gedeputeerde Staten bij besluit van
Over te brengen
50
1.383 33
642 04
843
70
382.208 75
Memorie
1.483 33
550
700-
447.227 83
46.792
1.525-
550-
957
13C
49.954.-
438.704
438.704
tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1923.
Bijl. no. 1.
OMSCHRIJVING DER UITGAVEN.
Uitgegeven
BEDRAG
in 1921.
GERAAMD BEDRAG
voor
1922
1923
Overgebracht
18 Juni d.a.v., no. 44, 2e afd. F, tot
een bedrag van 2.480,000,voor
conversie van diverse leeningen en
buitengewone werken, per resto
1.182.060,— a 3%33.960,—
9 Juli 1898, goedgekeurd door Ge
deputeerde Staten bij besluit van 28
Juli d.a.v. no. 53, 2e afd., tot een be
drag van 200.000,voor conversie
van de leening 1890 en buitengewone
werken per resto 95.000,a
31/2% 3.325.—
27 September 1904, goedgekeurd
door Gedeputeerde Staten bij besluit
van 13 October d.a.v., no. 66, 2e afd.
F, tot een bedrag van 239.000,—
voor buitengewone werken, per resto
143.000,— a 31/2 4.795.—
26 Mei 1908, goedgekeurd door Ge
deputeerde Staten bij besluit van 4
Juni d.a.v., no. 105, tot een bedrag
van 654.000,voor buitengewone
wenken, per resto 446XXX),waar
van f 344.000,— a 4% en 102.000,—
a 31/2 17.330,—
28 November 1911, gewijzigd bij
raadsbesluit van 22 December 1911,
goedgekeurd door Gedeputeerde
Staten bij besluit van 23 December
1911, no. 1, tot een bedrag van
645.000,voor buitengewone wer
ken, per resto 527.000,a 3V2 18.445,
23 Januari 1917, no. 42R/22, goed
gekeurd door Gedeputeerde Staten
bij besluit van 2 Februari 1917, no.
97, tot een bedrag van 725.000,
voor buitengewone werken, per resto
680.000,— a 4%27.200
23 Januari 1917, no. 42R/21, goed
gekeurd door Gedeputeerde Staten
bij besluit van 2 Februari 1917, no.
97. tot een bedrag van 100.000,
voor buitengewone werken, per resto
94.000,— a 4i/2 4.230,—
9 Juli 1918, no. 300R/155, goedge
keurd door Gedeputeerde Staten bij
besluit van 11 Juli 1918, no. 44, tot
een bedrag van 100.000,voor
buitengewone werken, per resto
95.200,— a 41/2 4.284,—
25 Maart 1919, no. 123 R/65, goedge
keurd door Gedeputeerde Staten bij
besluit van 25 Maart 1919, no. 1, tot
een bedrag van 1.200.000,voor
buitengewone werken, per resto
1.152.000,— a 5 57.600,—
.13 Mei 1919, no. 199 R/112, goedge
keurd door Gedeputeerde Staten Hij
besluit van 13 Mei 1919, no. 4, tot
een bedrag van 1.000.000,voor
buitengewone werken, per resto
ƒ961.000,— a 6 57.660,—
27 April 1920, no. 218 R/96, goed
gekeurd door Gedeputeerde Staten
bij besluit van 29 April 1920, no. 125,
438.704
Over te brengen 228.829,
Over te brengen
51
438.704
S
O
Hoofdstuk
X en XI.
280
281
RENTE EN AFLOSSING.
100-
Memorie
Hoofdstuk
XI.