Bijl. no. 7.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1923.
waarborgen ten behoeve van de gemeente aan de adres-
seerende vereeniging de gevraagde steun kan worden
toegestaan. Wij stellen U alzoo voor te besluiten over
eenkomstig het hierna afgedrukte ontwerp.
Leeuwarden, 11 Januari 1923.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J. M. VAN BEYMA, Burgemeester.
M. GOSLINGS, Secretaris.
ONTWERP.
De Raad der gemeente Leeuwarden
gelezen een adres d.d. 6 December 1922 van de
Vereeniging voor volkshuisvesting te Leeuwarden, om
haar voor den bouw van 105 woningen en 1 winkel op
haar terrein tusschen den Harlingerstraatweg en den
Stienserweg een voorschot uit de gemeentekas te ver-
leenen ten bedrage van 341.725.—
overwegende dat volgens de overgelegde begrootin
gen de bouwkosten met inbegrip van de kosten van den
grond worden geraamd op 356.725.
dat overeenkomstig het Koninklijk besluit van 8 No
vember 1920, no. 29, voor den bouw van 50 der boven
bedoelde woningen, bij beschikking van den Minister
van Arbeid d.d. 29 December 1922, no. LX1X. afdeeling
Volksgezondheid, eene bouwpremie uit s' Rijks kas is
toegezegd ten bedrage van 23.555.
dat derhalve voor de uitvoering van het bouwplan
benoodigd is 333.170
dat het in verband met den woningnood in deze ge
meente wenschclijk is de totstandkoming van het ge
melde bouwplan te bevorderen en daartoe de benoodigde
gelden uit de gemeentekas te verstrekken, aangezien niet
te verwachten is dat deze gelden binnen afzienbaren tijd
door het Rijk krachtens de Woningwet zullen worden
toegestaan
gelet op het voorstel van Burgemeester en Wet
houders
besluit
I. aan de Vereeniging voor volkshuisvesting te Leeu
warden voor den bouw van 105 woningen en 1 winkel
op haar terrein tusschen den Harlingerstraatweg en den
Stienserweg, zooals op de overgelegde situatie-teeke-
ning is aangegeven, een voorschot uit de gemeentekas
te verleenen ten bedrage van ten hoogste 333.170.
te splitsen als volgt
a. voor den bouw van de 50 woningen, waarvoor
krachtens beschikking van den Minister van Arbeid, d.d.
29 December 1922, no. LXIX, afdeeling Volksgezond
heid, bouwpremie uit s' Rijks kas zal worden verkregen
een voorschot van ten hoogste 116.895.
b. voor den bouw van de overige, niet onder a be
grepen, woningen een voorschot van ten hoogste
153.800.—
c. voor betaling van den benoodigden grond en de
daarop aangelegde bestrating, voor de onder a bedoelde
woningen een voorschot van ten hoogste 29.750.
d. voor betaling van den benoodigden grond en de
daarop aangelegde bestrating, voor de onder b bedoelde
woningen een voorschot van ten hoogste 32.725.
of, ingeval het bouwplan als één geheel wordt uitge
156
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1923.
voerd, een voorschot van ten hoogste 270.695.voor
den bouw der woningen en van ten hoogste 62.475.-
voor de kosten van den grond,
een en ander onder de volgende bepalingen
1. het voorschot wordt naar gelang der behoefte,
ter beoordeeling van Burgemeester en Wethouders, ver
strekt tegen eene rente van 6 's jaars en moet in
75 jaar bij wijze van annuïteit door de vereeniging aan
de gemeente worden terugbetaald
2. voor het bedrag der verstrekte gelden zal door
de vereeniging ten behoeve der gemeente eene eerste
hypotheek op de gebouwde woningen en den bijbe-
hoorenden grond worden gevestigd
3. bij faillissement of bij ontbinding der vereeniging,
alsmede indien de voorwaarden waaronder het voor
schot is verleend, niet worden nageleefd, wordt het voor
schot of het onafgeloste gedeelte daarvan terstond op-
vorderbaar het voorschot kan mede terstond opvor-
derbaar worden verklaard, indien door het bestuur der
vereeniging de bepalingen der plaatselijke verordeningen
ter zake van den aanbouw, waarvoor het voorschot
strekt, niet worden nageleefd
4. de gemeente zal, zoolang het voorschot niet ge
heel is afgelost, het recht hebben alle bezittingen met
het voorschot verkregen, over te nemen tegen betaling
van het op het tijdstip van de overneming in den bouw
gestoken eigen kapitaal, van het bedrag waarmede op
genoemd tijdstip de woningen zijn bezwaard en van
de eventueele liquidatie-kosten, terwijl kwijtschelding
wordt verleend van het nog niet aan de gemeente afge
loste gedeelte van het voorschot
5. de met het voorschot verkregen onroerende goe
deren van de vereeniging mogen zonder goedkeuring
van Burgemeester en Wethouders niet worden be
zwaard
6. de gemeente zal het recht hebben op 50 van
de in dit besluit bedoelde woningen voor huur door
personen, door Burgemeester en Wethouders aan te
wijzen
7. bij de uitvoering van de plannen, waarvoor het
voorschot wordt verleend, mogen bestuursleden der
vereeniging niet middellijk of onmiddellijk zijn betrokken
of voordeel genieten als aannemer, onderaannemer, uit
voerder of architect
8. de bouw der woningen en alles wat daartoe be
hoort zal in het openbaar worden aanbesteed volgens
vooraf door Burgemeester en Wethouders goed te keu
ren bestekken, terwijl de gunning niet mag plaats heb
ben zonder machtiging van genoemd college
9. vanwege de gemeente zal op kosten der veree
niging toezicht op de uitvoering van den bouw worden
gehouden
10. de huurprijzen en -voorwaarden worden door
Burgemeester en Wethouders vastgesteld, waarbij
zooveel mogelijk de regel zal worden gevolgd dat de
huur tenminste het i/7 gedeelte van het inkomen van
den huurder moet bedragen; de woningen moeten ten
genoegen van genoemd college worden onderhouden
en tegen brandschade verzekerd
11. van de woningen wordt eene afzonderlijke ad
ministratie aangehouden; jaarlijks moet door de ver
eeniging een balans en winst- en verliesrekening van
de woningen aan Burgemeester en Wethouders ter
goedkeuring worden ingezonden. Eventueele batige
saldi worden belegd op de wijze door genoemd college
voorgeschreven
12. de vereeniging is verplicht aan Burgemeester en
Wethouders of aan een door hen aan te wijzen ambte
naar, zoo dikwijls zij het noodig oordeelen, inzage te
geven in de boeken en kas betreffende de in dit besluit
bedoelde woningen. Overtollig kasgeld wordt belegd op
de wijze door Burgemeester en Wethouders voorge
schreven
13. alle kosten van akten en dergelijke, die in ver
band met dit besluit verschuldigd mochten worden, ko-
157