VERORDENING tot wijziging der verorde ning voor het gymnasium te Leeuwarden. I. VERORDENING tot vaststelling van het getal en de jaarwedden der leeraren enz. aan het gymnasium. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1923. no. 24, zooals die nader is gewijzigd, voor zoover zij volgens laatstgenoemde verordening meer zouden ont vangen dan volgens deze nieuwe regeling, met dien verstande, wat de leeraren aangaat, dat, voor zoover daardoor zou worden uitgegaan boven hetgeen door hen op 31 Augustus 1923 werd genoten, als maximum voor het salaris geldt hetgeen hun volgens de oude regeling voor 26 lesuren in één betrekking zal toekomen, terwijl eene vermeerdering van lesuren na 31 Augustus 1923 buiten beschouwing wordt gelaten. Het getal lessen van leeraren, die eene hoogere wedde ontvangen dan hun volgens de nieuwe regeling toe komt, wordt verhoogd, zoodra dit mogelijk is zonder de door anderen verkregen rechten aan te tasten. Aan de op 31 Augustus 1923 vast aangestelde leer aren en aan de op dien datum tijdelijk aangestelde wet telijk bevoegde leeraren, aan wie, bij hunne tijdelijke aanstelling, het vooruitzicht was geopend, dat zij bij gebleken geschiktheid eene vaste aanstelling zouden ontvangen, kunnen ter oorzake van de invoering van de nieuwe salaris-regeling geen lessen worden ontnomen, dan voor zoover deze boven 26 uitgaan. Voor het overige wordt de verordening tot vaststel ling van het getal en de jaarwedden der leeraren enz. aan het gymnasium (gemeentebladen 1916 no. 24, 1919 no. 21 en 1921 no. 43) op 1 September 1923 geacht te zijn vervallen. Leeuwarden, 19 De Raad voornoemd Litt. F. ONTWERP. BESTAANDE REDACTIE. Art. 16. Aan het gymnasium wordt onderwijs gegeven in de vakken, vermeld onder letter a tot en met m van artikel 5 der wet op het hooger onderwijs, in de Hebreeuwsche taal, in de gymnastiek en in het teekenen. Van de deelneming aan laatstgenoemd leervak worden echter vrijgesteld alle leerlingen van die aan het voor laatste leervak de leerlingen der 5de en 6de klassen, in beide gevallen voorzoover zij hun verlangen hiertoe te kennen geven. Buiten de leerlingen kunnen met vergunning van Curatoren als toehoorders worden toegelaten zij, die afzonderlijke lessen in ten hoogste drie vakken verlangen te volgen. Art. 18, le en 2e lid. De verdeeling der leervakken onder de leeraren en de vaststelling van het getal lesuren per week van iederen leeraar geschiedt door Curatoren, na inge wonnen raad van den Rector. Het gemiddeld getal lesuren per week bedraagt van de leeraren voor de Fransche, Duitsche en Engelsche talen onderscheidenlijk ten hoogste veertien, twaalf en twaalf van hem die de Fransche en bovendien de Duitsche of Engelsche taal onderwijst ten hoogste vier en twintig; van hem die de Duitsche en bovendien de Engelsche taal onderwijst ten hoogste twee en twintig van de overige leeraren ten hoogste drie en twintig. De Raad der gemeente Leeuwarden gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders; besluit vast te stellen de navolgende Het eerste en het tweede lid van artikel 16 vervallen. II. Het tweede lid van artikel 18 vervalt. III. Deze verordening wordt geacht in werking te zijn getreden op 1 September 1923. Leeuwarden, 19 De Raad voornoemd, 172—174 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1923. Bijl no. 10. van het Koninklijk besluit van 28 December 1922 (Staatsblad no. 744) bij brief van 30 April 1923, no. 4742, afd. M. O., bepaalde, welk getal nu op 30 is gesteld, eerlang nog mocht worden verhoogd, dan zou dit een minstens even ernstig nadeel opleveren, als de onvrijheid om de jaarwedden hooger te stellen dan de normen der rijksregeling. Intusschen ware naar onze meening voorshands een afwachtende houding aan te nemen. Met het oog op de regeling der salarissen zou kunnen worden afgewacht in hoever de drang om zich vrij te maken, die in een aantal gemeenten tot uiting kwam, zich ook elders doet gevoelen, in hoever dus een beweging die gemeenten als Leeuwarden in nog ongun stiger toestand zou brengen, om zich heen grijpt, en welke houding de Regeering tegen dergelijke raadsbe sluiten zal aannemen. Met het oog op de kansen op verslechtering van het onderwijs door opdrijving van het in een klas te plaatsen getal leerlingen, ware af te wachten of de Regeering er werkelijk toe zal overgaan dat getal nog te ver- hoogen. Voor den nu aangevangen cursus zou splitsing van de eerste klasse, die 30 leerlingen telt, toch niet mogelijk zijn, terwijl naar wij hopen vervulling van vacatures in den eersten tijd niet noodig zal blijken, zoodat naar ons inzien de ontwikkeling der daareven geschetste omstan digheden in het komende jaar kan worden afgewacht. Wij meenen U dan ook te mogen adviseeren op de gemeentebegrooting voor 1924 de tot nu toe genoten rijkssubsidie voor het gymnasium weder uit te trekken en ons college diligent te verklaren met het uitbrengen van een eindadvies over de door U gestelde vraag, tot dat de omstandigheden zullen toelaten daarop een meer bepaald antwoord te geven dan ons thans mogelijk is. Curatoren van het Gemeentelijk Gymnasium te Leeuwarden, Namens hen, de Secretaris, C. B. MENALDA. De Raad der gemeente Leeuwarden gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders; besluit vast te stellen de volgende Art. 1. Aan het gymnasium zijn verbonden o. een rector, die onderwijs geeft in de oude talen en letterkunde b. zes leeraren, die belast zijn met het onderwijs in de oude talen en letterkunde, de Nederlandsche taal en letterkunde, de geschiedenis, de aardrijkskunde en de wiskunde. Aan een der leeraren in de oude talen en letterkunde wordt het ambt van conrector opgedragen c. een of meer leeraren, die belast zijn met het on derwijs in de natuur- en scheikunde, de natuurlijke his torie en de wis- en natuurkundige aardrijkskunde d. een leeraar in de Hebreeuwsche taal e. leeraren voor de Fransche, Duitsche en Engelsche talen een leeraar in het teekenen g. een leeraar in de lichamelijke oefening h. een concierge, belast met de zorg voor het ge bouw en met de werkzaamheden, die hem door cura toren en den rector worden opgedragen. Art. 2. De jaarwedden der leeraren, enz. aan het gymnasium worden geregeld overeenkomstig de bepalingen, vervat in de volgende artikelen, met dien verstande, dat de daarin aangegeven bezoldigingen worden verminderd met vier ten honderd en het aldus verkregen bedrag tot een tiental van guldens naar boven wordt afgerond. Art. 3. De jaarwedde van den rector bedraagt 5500.na 2, 4, 6 en 8 dienstjaren telkens te verhoogen met 250.—. Diensttijd, doorgebracht als rector van een gymna sium of van eene daarmede gelijk te stellen inrichting van middelbaar of voorbereidend hooger onderwijs, telt ten volle mede. Indien de inrichting van onderwijs 10 of meer klassen telt, wordt het salaris met 500.verhoogd. Litt. E. ONTWERP. 167

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1923 | | pagina 85