Bijl. no. 13.
Bijlage no. 13.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1923.
WIJZIGING van de verordening regelende het getal
der ambtenaren ter secretarie en der Salaris
verordening 1919.
Litt. A.
Voorstel van Burgemeester
en Wethouders.
Aan den Gemeenteraad.
De Financieele Commissie heeft bij ons een voorstel
aanhangig gemaakt om de betrekking van verificateur
der gemeente-financiën te lichten uit de verordening
regelende de formatie der secretarie. Voor de motieven, j
die door de meerderheid van ons college worden ge-
deeld en die tot een andere conclusie leiden dan destijds
bij de instelling dezer functie (zie bijlage no. 36 van
1918), moge worden verwezen naar het onder litt. C
afgedrukte schrijven der Commissie. Met het oog op
de bepaling van art. 116 der Gemeentewet „de Raad
kan, met goedkeuring van Gedeputeerde Staten, aan
burgemeester en Wethouders de bevoegdheid geven het
opnemen van de boeken en de kas aan een lid van hun
college of een daartoe aangewezen ambtenaar op te
dragen", rezen bij ons echter bedenkingen tegen de
wijze van handelen als de Commissie aan het slot van
de voorlaatste alinea van haar advies in overweging
*eeft. Daar bij raadsbesluit van 24 Februari 1920 no. 50
crachtens het aangehaalde artikel 116 aan Burge
meester en Wethouders de bevoegdheid is gegeven de
daarbedoelde opneming aan den verificateur der ge
meente-financiën op te dragen, kan van een instructie
van den Raad, althans op dit punt, als met de wet in
strijd, bezwaarlijk sprake zijn, zoodat bij nader schrijven
de Commissie adviseert de instructie dan door Burge
meester en Wethouders te laten vaststellen.
Gevolg van deze reorganisatie is een wijziging van
de beide in het opschrift dezer genoemde verordeningen,
vaststellen van een verordening voor den verificateur en
het aan zijn bureau verbonden personeel en daarna van
eene instructie voor deze ambtenaren, met wijziging van
die voor het personeel ter secretarie, deze beide laatste
door Burgemeester en Wethouders vast te stellen.
Nu de raadsverordening voor de secretarie dus toch
moet worden herzien, kan de gelegenheid worden aan
gegrepen de verordening en als gevolg daarvan de
Salarisverordening op nog een enkel ander punt aan te
vullen of te wijzigen.
Burgemeester en Wethouders zien zich n.l. herhaalde
lijk voor de moeilijkheid geplaatst om voor de secretarie
in overeenstemming te blijven met het in de verordening
vastgestelde getal ambtenaren van .iederen rang. Dat
afwijking hiervan niet steeds kan worden ontgaan, is
voornamelijk een gevolg van de omstandigheid dat hun
eenige jaren geleden de bevoegdheid is gegeven (ge
meenteblad 1918 no. 18) om ingeval van bijzondere
verdiensten ambtenaren ook zonder vacature tot een
hoogeren rang te bevorderen. Daardoor komt het dat
in plaats van de voorgeschreven 5 'commiezen, 7 ad
junct-commiezen le klasse en 14 adjunct-commiezen
2e klasse en klerken (dit laatste cijfer wordt nu 13, daar
onder deze ambtenaren mede de in dezen rang aange
stelde assistent van den verificateur begrepen is) de
sterkte thans in werkelijkheid is onderscheidenlijk 8,
3 en 10 (9). Het lijkt ons daarom wenschelijk om van
het 3e lid van art. 1, behalve de laatste zinsnede, alleen
van de eerste den aanhef en het slot te behouden en
elke verdere beperking weg te laten.
Voorts moet onder degenen, die ter secretarie kunnen
worden aangesteld, nog worden opgenomen de gezel
zetter-drukker, die belast is met de bediening van den
multigraaf en de later, als de ruimte het toelaat, daaraan
toe te voegen andere drukinrichtingen. Uitbreiding van
het met de behandeling der drukkerij belaste personeel
ligt dan mede in de toekomst en de verordening kan
daarmede reeds nu rekening houden. De bezoldiging
geschiedt, evenals thans, naar de bepalingen van het
W erkliedenreglement.
Op grond van het voorafgaande hebben wij de eer
U voor te stellen te besluiten tot wijziging van de ver
ordening regelende het getal der ambtenaren ter secre
tarie enz. en der Salarisverordening 1919, alsmede tot
vaststelling eener verordening voor het bureau van den
verificateur der gemeente-financiën, een en ander
volgens het hierachter volgend ontwerp.
Leeuwarden, 5 April 1923.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J. M. VAN BEYMA, Burgemeester.
M. GOSLINGS, Secretaris.
Litt. B.
ONTWERP.
BESTAANDE REDACTIE.
Art. 1.
Ten behoeve van de afdeelingen, waarin de secretarie
der gemeente Leeuwarden is verdeeld bij de Instructie
voor de ambtenaren ter secretarie, kunnen worden aan
gesteld
a. Aan de afdeelingen A, B en C
1 commies-redacteur
1 controleur der gemeentebelastingen
5 commiezen
De Raad der gemeente Leeuwarden
gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besluit
A. de verordening regelende het getal der ambte
naren ter secretarie, zoomede van de beambten voor
den verderen dienst in het gemeentehuis (gemeente
bladen 1913 no. 42, 1917 no. 3, 1918 nos. 18 en 43,
1919 no. 43, 1920 no. 6) te wijzigen als volgt
I.
Artikel 1, eerste lid a, aanhef, wordt gelezen
aAan de afdeelingen A, B, C en D
in die littera wordt het cijfer „14" vervangen door
„13" en de laatste zinsnede geschrapt.
181